3.9.
Onderstaande meer- en minderwerkposten worden door [appellant] bij zijn grieven ter discussie gesteld. De door [appellant] in de memorie van grieven gehanteerde letteraanduiding van de desbetreffende posten is bij de weergave daarvan aangehouden.
b. Nieuw aftehangen hh kozijnen zolder (€ 145,20)
Uit de stellingen van partijen - en overigens ook uit de door hen volgens hen voor wat betreft de overeengekomen werkzaamheden van kracht zijnde overgelegde offertes - volgt dat het aangenomen werk waarop de aanneemsom is gebaseerd slechts twee kozijnen op zolder omvatte. [appellant] heeft gesteld dat ook twee kozijnen zijn aangebracht en dat ten onrechte een bedrag van € 145,20 ter zake van een derde kozijn als meerwerk is opgevoerd. Volgens Asya zijn er drie kozijnen geleverd. Asya heeft evenwel niet toegelicht op grond waarvan zij een derde kozijn heeft geleverd. Een afspraak daartoe is niet gesteld. Nu Asya slechts verwijst naar de situatie ter plekke en overigens geen toelichting geeft op deze post terwijl zij ter zake de stelplicht draagt, zal het hof haar aanspraak als onvoldoende concreet gemotiveerd onderbouwd verwerpen. Deze post komt dus niet voor toewijzing in aanmerking.
c. Nieuw te vervaardigen zolder + plafond + vlizotrap (€ 1.866,43)
[appellant], die deze werkzaamheden erkent, heeft ter zake van deze post gesteld dat door Asya alleen een bedrag van € 125,- voor de vlizotrap als meerwerk zou worden gerekend. Het arbeidsloon was volgens [appellant] al in de offerte opgenomen en [appellant] heeft zelf al het hout geleverd. Asya heeft derhalve slechts € 125,- aan meerwerk in rekening mogen brengen, aldus [appellant]. Asya heeft naar voren gebracht dat [appellant] niet heeft onderbouwd dat hij al het hout heeft geleverd en voorts weersproken dat het arbeidsloon al in de offerte was verwerkt. Naar het oordeel van het hof heeft [appellant] zijn stellingen te veel in het vage gelaten. Zo heeft hij niet toegelicht waaruit volgens hem blijkt dat het arbeidsloon voor genoemde meerwerkzaamheden al in de offerte was opgenomen. Nu de desbetreffende werkzaamheden daarin niet worden genoemd, is dat niet verklaarbaar. [appellant] heeft de afspraak betreffende de aanlevering van het hout evenmin geconcretiseerd. De stellingen van [appellant] worden daarom verworpen. Deze post wordt toewijsbaar geoordeeld.
d. Plinten rondom bg, 1e verd (€ 387,-)
Volgens [appellant] is deze post in de offerte opgenomen, maar zijn de plinten uiteindelijk door [appellant] zelf gekocht. Asya heeft in het geheel geen concrete afspraak gesteld op basis waarvan zij de beweerde extra plinten zou hebben aangebracht noch anderszins haar aanspraak ter zake toegelicht. Dit had gezien de betwisting door [appellant] wel op haar weg gelegen. Deze post komt daarom niet voor toewijzing in aanmerking.
e. Plaatsen HR dubbelglas t.b.v. entree woonkamer (€ 114,-)
m. Verwijderen bestaand kozijn en vervaardigen nieuw kozijn entree (€ 269,-)
Asya heeft volgens [appellant] een fout gemaakt door de vloer te verhogen waardoor het aanwezige raam en de aanwezige deur moesten worden aangepast en genoemde kozijnwerkzaamheden moesten worden verricht, terwijl [appellant] zelf het glas heeft gekocht. Van meerwerk is daarom geen sprake, aldus [appellant]. Volgens Asya heeft zij geen fout gemaakt. Asya heeft echter geen concrete feiten genoemd op grond waarvan zij - ook indien zich geen fout heeft voorgedaan - aanspraak heeft op betaling van deze posten. Ze heeft daarmee niet aan haar stelplicht voldaan. Deze posten zullen daarom worden afgewezen.
g. Afvoer tbv wastafel tuin (€ 40,-)
Asya heeft gesteld deze afvoer te hebben aangelegd. [appellant] heeft dat weersproken. Nu Asya, die in deze procedure op meerdere punten onduidelijkheid heeft laten ontstaan, slechts bewijs heeft aangeboden van de redelijkheid van de hoogte van het in rekening gebrachte bedrag, maar geen concreet en gespecificeerd bewijs heeft aangeboden van het feit dat de aanvoer daadwerkelijk is aangebracht, wordt die stelling reeds daarom verworpen. Ook deze post zal worden afgewezen.
h. Afvoer t.b.v. afzuigkap verzetten (€ 83,07)
Volgens [appellant] is deze post begrepen in de aanneemsom, zoals opgenomen in de offerte onder de post “keuken. (100mm spiraalbuis met diaboor, afzuigkap te leveren door opdrachtgever)”. Asya heeft gesteld dat het verplaatsen van de afvoer ander werk betreft. Asya heeft echter geen nadere duidelijkheid gegeven over hoe genoemde offertepost moet worden begrepen en zich evenmin concreet uitgelaten over een daarnaast gemaakte afspraak dat Asya de afvoer zou verzetten. Deze post komt daarom niet voor toewijzing in aanmerking.
j. Afhangen binnen deuren (€ 446,-)
[appellant] heeft weersproken dat deze werkzaamheden zijn uitgevoerd. Alle binnendeuren waren volgens [appellant] al afgehangen. Asya heeft gesteld dat de binnendeuren opnieuw zijn afgehangen. Gesteld noch gebleken zijn evenwel concrete feiten op grond waarvan kan worden vastgesteld dat partijen waren overeengekomen dat Asya dit nogmaals zou doen. De post zal reeds daarom worden afgewezen.
k. Nieuw te vervaardigen kast ketel (€ 286,-)
[appellant] heeft gesteld dat hij al een ketelkast had en er geen nieuwe kast is gemaakt. Asya heeft naar voren gebracht dat in het verlengde van de opgedragen en in de offerte voorziene vervanging van de verwarmingsketel, de kast waarin deze ketel zich bevindt is aangepast. Deze aanpassing, voor zover plaatsgevonden, rechtvaardigt op zichzelf geen meerwerkpost. Een concrete afspraak ter zake is gesteld noch gebleken. Nu een nadere toelichting ontbreekt, kan deze post niet worden toegewezen.
l. Dakafvoer aansluiten op hwa (€ 65,-)
[appellant] erkent dat deze werkzaamheden meerwerk betreffen doch heeft zich beroepen op een afspraak tussen partijen dat deze post niet aan [appellant] in rekening zou worden gebracht. Asya heeft deze afspraak weersproken. [appellant], die de bewijslast heeft ten aanzien van de door hem gestelde afspraak, heeft ter zake geen concreet en gespecificeerd bewijsaanbod gedaan. Het beroep op deze afspraak zal daarom worden verworpen. Deze post is toewijsbaar.
n. Nieuw te vervaardigen afvoerput (€ 105,-)
[appellant] voert aan dat deze post blijkens de offerte al in de aanneemsom is begrepen. Volgens Asya gaat het niet om de in de offerte genoemde doucheput, maar om een daarnaast aangelegde schrobput. [appellant] heeft betwist dat er ook een schrobput is aangelegd. Daargelaten de vraag of de extra put is aangelegd, heeft Asya geen concrete afspraak gesteld op grond waarvan dit werk zou zijn uitgevoerd. Deze post komt reeds daarom niet voor toewijzing in aanmerking.
q. Elektra werkzaamheden (€ 122,- + € 192,- + € 185,- + € 800,-)
[appellant] heeft niet weersproken dat de door Asya opgesomde elektra werkzaamheden als meerwerkposten hebben te gelden. Zijn stelling dat Asya op een aantal punten tekort is geschoten bij de uitvoering van deze en andere elektrawerkzaamheden, waaraan in deze procedure overigens geen gevolgen zijn verbonden, doet hier niet aan af. Ter zitting heeft [appellant] nog gesteld geen opdracht te hebben gegeven voor de door Asya op het overzicht opgesomde elektra werkzaamheden. Asya heeft er echter niet ondubbelzinnig in toegestemd dat deze nieuwe stelling alsnog in de rechtsstrijd zou worden betrokken. Deze stelling zal dan ook wegens strijd met de twee-conclusieregel terzijde worden geschoven. Genoemde posten zijn derhalve toewijsbaar.
r. Tegelwerkzaamheden (€ 1.097,- + € 2.230,-)
Volgens Asya heeft [appellant], nadat in de offerte was uitgegaan van keramische tegels alsnog gekozen voor een marmeren vloer. Daarmee is meer voorbereidingswerk gemoeid en de verwerking is arbeidsintensiever. [appellant] heeft weersproken meerwerk te hebben opgedragen en volgens hem heeft Asya nimmer gewezen op meerkosten vanwege de gewijzigde materiaalkeuze. Dit laatste is door Asya niet betwist. Nu Asya [appellant] hierop ingevolge het bepaalde in artikel 7:755 BW wel had moeten attenderen, althans zij niet heeft gesteld dat [appellant] dat uit zichzelf had moeten begrijpen, kan Asya voor de marmeren vloer geen meerwerk in rekening brengen. De gevorderde posten zullen daarom worden afgewezen.
p. Nieuw te plaatsen radiatoren + cv blok, 1e, 2e, 3e ver (€ 975,-) – (I)
Niet weersproken is de stelling van [appellant] dat overeengekomen is dat zeven oude radiatoren zouden worden vervangen door zeven nieuwe radiatoren met gelijke afmetingen, maar dat Asya in plaats daarvan tien kleinere radiatoren heeft geleverd. Asya heeft slechts gereageerd met de stelling dat de cv-installatie naar behoren werkt en voldoende capaciteit heeft. Zij heeft op geen enkele concrete wijze haar aanspraak op genoemde post onderbouwd. Deze post zal daarom worden afgewezen.
p. Nieuw te plaatsen radiatoren + cv blok, 1e, 2e, 3e ver – (II)
[appellant] heeft, onder verwijzing naar een offerte van een derde waarin de installatie van radiatoren met dezelfde lengte is begroot op een lager bedrag dan door Asya is gedaan, betoogd dat minderwerk in rekening dient te worden gebracht. Ook zou minderwerk moeten worden gerekend vanwege het feit dat Asya blijkens haar reclamefolder € 99,- per stuk voor de geplaatste radiatoren rekent in plaats van € 200,- zoals op het overzicht vermeld. Het totaal aan minderwerk komt volgens [appellant] op € 1.275,-. Het eerste argument levert geen grond voor minderwerk, reeds omdat de overeengekomen prijs als uitgangspunt heeft te gelden en een offerte van een derde daar niet aan af kan doen. Verder is gesteld noch gebleken dat [appellant] heeft geprotesteerd tegen niet-nakoming van de offerte op het punt van de radiatoren. De daadwerkelijke materiaalkosten zijn in geval van aangenomen werk niet relevant. Evenmin is gesteld noch gebleken dat minderwerk is overeengekomen. Aan de stellingen van [appellant] wordt derhalve voorbij gegaan. De post zal worden afgewezen.
a. Verwijderen van niveau verschil in de begane grond (€ 143,50)
Partijen twisten over de hoogte van deze post. [appellant] heeft gesteld dat hij de betreffende werkzaamheden door een derde heeft laten uitvoeren tegen een bedrag van € 800,- en deze post daarom op dit bedrag moet worden gesteld. Het ging volgens [appellant] om het verwijderen van zestig m2 tegels en het egaliseren van het oppervlak, waarmee een door [appellant] ingeschakeld persoon twee dagen bezig zou zijn geweest. Voor de vaststelling van de hoogte van deze minderwerkpost is evenwel niet bepalend de hoogte van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden door een derde, maar de hoogte van het bedrag dat voor de vervallen post in de aanneemsom is opgenomen. [appellant] heeft het bedrag van € 800,- in het geheel niet gerelateerd aan de aanneemsom en ook overigens niet gespecificeerd. Zijn stellingen worden daarom verworpen.
f. Verwijderen van huidige horizontale afvoer kruipruimte 4m (€ 152,-)
Deze post zou volgens [appellant] op een bedrag van € 940,- moeten worden gesteld, omdat partijen niet alleen de verwijdering van deze afvoer waren overeengekomen, maar de aanneemsom ook zag op de vervanging daarvan en Asya dit niet heeft willen uitvoeren. [appellant] heeft ter onderbouwing van dit bedrag verwezen naar een door hem overgelegde offerte van een derde. Ook hier geldt dat [appellant] genoemd bedrag niet heeft gerelateerd aan de aanneemsom. Asya heeft echter niet weersproken dat de aanneemsom ook zag op vervanging, maar desondanks vastgehouden aan het door haar voor verwijdering, derhalve voor een minder verstrekkende werkzaamheid, opgevoerde bedrag van € 152,-. Het hof kan Asya hierin niet volgen en zal, nu het door [appellant] genoemde bedrag overigens niet is betwist daarvan uitgaan.
i. Afhangen en leveren 4 deuren (€ 253,-)
[appellant] maakt aanspraak op een bedrag van € 507,- ter zake van deze post. Twee van de desbetreffende deuren zijn volgens hem door Asya buiten geplaatst en daardoor onbruikbaar geworden. Deze aanspraak op schadevergoeding snijdt in het debat of sprake is van minderwerk geen hout. Nu [appellant] zijn aanspraak overigens niet heeft onderbouwd - het ter zitting door [appellant] ter zake nog aangevoerde werpt geen ander licht op de zaak - , kan het meer gevorderde niet worden toegewezen.
o. 3x up320 gebr. (€ 480,-) en 2x up100 gebr. (€ 220,-)
Blijkens de stellingen van [appellant] betreffen deze posten, waarvan de eerste door Asya als minderwerk is opgevoerd en de tweede als meerwerk, drie respectievelijk twee inbouwtoiletten. Asya lijkt dit te weerspreken, maar heeft niet gesteld waar de posten dan wel op zien, behalve dat het gaat om (toiletinbouw)materiaal. Hoe dit ook zij, kennelijk menen beide partijen dat in de aanneemsom drie up320 gebr. was inbegrepen en deze drie up320 gebr. niet zijn geplaatst en dat in zoverre sprake is van minderwerk. Volgens [appellant] dient deze minderwerkpost op (3 x € 215,- =) € 645,- te worden vastgesteld in plaats van op € 480,-, omdat dit de afgesproken prijs was. Asya heeft dit niet weersproken. Er zal derhalve worden uitgegaan van het bedrag van
€ 645,-. [appellant] heeft voorts betwist dat twee up100 gebr. zijn geplaatst. Volgens [appellant] is er slechts één up100 gebr. geplaatst ten bedrage van € 124,-. [appellant] wilde deze ene up100 gebr. blijkens zijn stellingen kennelijk niet, maar uit de door hem gemaakt rekensom blijkt dat hij het desbetreffende bedrag wel door hem verschuldigd acht. Asya heeft de gevorderde meerwerkpost 2x up100 gebr. niet nader toegelicht. Het hof zal daarom uitgaan van het door [appellant] ter zake genoemde bedrag van € 124,-. Resumerend zal wegens minderwerk (€ 645,- – € 124,- =) € 521,- worden toegewezen.