Op 19 oktober 2001 heeft de notaris een verklaring van erfrecht opgemaakt.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang:
“Heden, de negentiende oktober tweeduizend één verklaar ik, Meester [notaris] , notaris gevestigd in de gemeente [gemeente] , dat ik mij zoveel mogelijk heb overtuigd van het volgende:
Overleden
Op [overlijdensdatum] tweeduizend één is in de gemeente [gemeente] overleden de heer [X] , geboren te [plaats] op [geboortedatum] negentienhonderd negen en zestig, ongehuwd en nimmer gehuwd geweest en niet geregistreerd als partner of als zodanig geregistreerd geweest, (…), hierna te noemen: erflater.
Kinderen
Erflater is overleden met achterlating van één legitimaris te weten:
mevrouw [Y] , geboren in de gemeente [gemeente] op [geboortedatum] negentienhonderd negen en negentig, (…), overleden te [plaats] op [overlijdensdatum] tweeduizend één voor wie bij plaatsvervulling in de opgaande linie optreedt, haar moeder, met name:
mevrouw [Z] , (…).
Behoudens zijn genoemde dochter heeft erflater geen legitimarissen achtergelaten.
Testament en vererving
Erflater heeft blijkens opgave van het Centraal Testamenten Register de datum zeven augustus tweeduizend één niet bij testament over zijn nalatenschap beschikt en mitsdien tot zijn enige erfgename bij versterf nagelaten: de moeder van zijn enige kind mevrouw [Z] , voornoemd. (…)
Beneficiaire aanvaarding
De onderhavige nalatenschap is beneficiair aanvaard blijkens een verklaring opgenomen in een akte beneficiaire nalatenschap de dato vijf september twee duizend één (…).
Conclusie
Mitsdien is genoemde mevrouw [Z] bevoegd en gerechtigd tot het ontvangen van en kwiteren voor alle gelden en verdere baten behorende tot voormelde nalatenschap van genoemde erflater.”