Bij brief d.d. 29 maart 2017 heeft de directie van CentraMed aan [geïntimeerde 1] geschreven dat het standpunt over de aansprakelijkheidsvraag door overleg met de medisch adviseur vertraagd is, maar wel binnen veertien dagen verwacht mag worden.
Bij e-mailbericht van 19 april 2017 heeft CentraMed geschreven dat overleg niet tot volledige duidelijkheid heeft geleid over de vraag of er al dan niet is gehandeld conform de professionele standaard om welke reden zij heeft voorgesteld deze vraag voor te leggen aan een onafhankelijk anesthesioloog/hoogleraar. Volgens Centramed kan daarnaast een oogarts bij [appellante] de schade onderzoeken die het gevolg is van de vermeende fout.
Op 3 mei 2017 heeft CentraMed aan [geïntimeerde 1] twee conceptbrieven, gericht aan deskundigen, gestuurd met daarin een concept-vraagstelling. [geïntimeerde 1] heeft deze concepten voorgelegd aan haar eigen medisch adviseur.
[geïntimeerde 1] heeft op 8 juni 2017 de ontvangen reactie van haar medisch adviseur inclusief een voorstel voor een andere deskundige ( [professor] ), doorgezonden aan CentraMed en aan [appellante] .
CentraMed is, zo heeft zij op 24 juli 2017 geschreven, gedeeltelijk akkoord gegaan met de wijzigingsvoorstellen die [geïntimeerde 1] heeft gedaan, maar heeft geweigerd de interne ongevalsrapportage mee te zenden: “Tenslotte is van belang dat de betrokken deskundige zich eigenstandig een oordeel vormt.” Benoeming van [professor] is akkoord voor CentraMed.
Op 24 augustus 2017 hebben partijen de situatie op kantoor van [geïntimeerde 1] besproken. In een gespreksnotitie staat daarover onder andere het volgende: “Op de hoogte gesteld van de status quo. Medisch traject loopt in de regel altijd moeizaam. Dat uitgelegd. Het ligt heel gecompliceerd. Zonder expertise komt er geen duidelijkheid. Het duurt lang. (…) [appellante] begreep dit.”.
Bij e-mail van 4 september 2017 heeft [geïntimeerde 1] de nadere reactie van haar medisch adviseur d.d. 30 augustus doorgezonden aan CentraMed. Na een rappel op 3 oktober 2017 heeft CentraMed op 4 oktober 2017 als volgt kenbaar gemaakt niet bereid te zijn de interne ongevalsrapportage mee te zenden. De medisch adviseur heeft verklaard dat dat wenselijk is, maar CentraMed heeft volhard in haar weigering, zo blijkt uit haar berichten aan de deskundigen/hoogleraren (anesthesioloog, resp. oogarts) van 16 november 2017.
Op 20 januari 2018 heeft [geïntimeerde 1] aan CentraMed gevraagd hoe het met de rapportage staat. Gebleken is dat de voor het vaststellen van de ongevalsschade aangezochte oogarts met pensioen is. [geïntimeerde 1] heeft , op advies van haar medisch adviseur, aan CentraMed enkele vervangende oogartsen voorgesteld. Daarop heeft CentraMed gereageerd met het voorstel te onderzoeken of een ‘regeling in der minne zonder erkenning van aansprakelijkheid’ mogelijk is. Alvorens daarop te reageren, heeft [geïntimeerde 1] advies gevraagd aan haar medisch adviseur over haar inschatting van het percentage functieverlies gehele persoon bij [geïntimeerde 1] . Het antwoord luidde: ergens rond de 6%, waarna [geïntimeerde 1] bij [appellante] om de laatste medische informatie heeft gevraagd. Bij e-mailbericht van 6 maart 2018 heeft [appellante] aan [geïntimeerde 1] als reactie op de inschatting van de medisch adviseur het volgende geschreven:
“(Zij) spreekt in haar brief over 6% dit moet echter minstens 60% zijn en gezien de laatste meting van 18 december jl helaas nog meer.”
[appellante] heeft opnieuw aandacht gevraagd voor haar financiële situatie:
“Tevens kan ik deze kosten niet veel langer meer opbrengen.”.
In een reactie op de laatste medische gegevens heeft de medisch adviseur laten weten dat zij thans uitkomt op een percentage functieverlies van 15% gehele mens.