Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:GHAMS:2022:2123

Gerechtshof Amsterdam
19-07-2022
20-07-2022
200.306.073/01
Personen- en familierecht
Hoger beroep,Beschikking

beëindiging gezamenlijk gezag en toekenning eenhoofdig gezag aan de moeder, artikel 1:253n jo. 1:251a BW.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht

Team III (familie- en jeugdrecht)

Zaaknummer: 200.306.073/01

Zaaknummer rechtbank: C/15/319975 / FA RK 21-4281

Beschikking van de meervoudige kamer van 19 juli 2022 inzake

[de vader] ,

wonende te [plaats A] ,

verzoeker in hoger beroep,

hierna: de vader,

advocaat: mr. P.W. Bakkum te Zierikzee,

en

[de moeder] ,

wonende te [plaats B] , gemeente [gemeente] ,

verweerster in hoger beroep,

hierna: de moeder,

advocaat: mr. D. Klein te IJmuiden.

Als belanghebbenden zijn aangemerkt:

- de minderjarige [minderjarige 1] (hierna: [minderjarige 1] );

- de minderjarige [minderjarige 2] (hierna: [minderjarige 2] ).

In zijn adviserende taak is in de procedure gekend:

de Raad voor de Kinderbescherming,

gevestigd te Den Haag, locatie Haarlem,

hierna: de raad.

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 2 december 2021, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

De vader is op 2 februari 2022 in hoger beroep gekomen van voornoemde beschikking van 2 december 2022.

2.2

De moeder heeft op 30 maart 2022 een verweerschrift ingediend.

2.3

De mondelinge behandeling heeft op 4 juli 2022 plaatsgevonden. Verschenen zijn:

- de advocaat van de vader;

- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;

- de raad, vertegenwoordigd door de heer R. Koops.

De vader is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

De advocaat van de moeder heeft ter zitting een kopie van het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg van 4 november 2021 overgelegd.

3 De feiten

3.1

De vader en de moeder zijn [in] 2014 met elkaar gehuwd, welk huwelijk op 16 januari 2020 is ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 18 juli 2019 in de registers van de burgerlijke stand. Uit het huwelijk zijn geboren: [minderjarige 1] , [in] 2016 te [plaats A] , en [minderjarige 2] [in] 2018 te [plaats C] (hierna gezamenlijk: de kinderen). De kinderen wonen bij de moeder.

3.2

Bij beschikking van 13 maart 2020 van de rechtbank Midden-Nederland is een zorgregeling vastgesteld, inhoudende dat de kinderen iedere zondag van 10.00 uur tot 18.00 uur bij de vader verblijven en hij hen zal ophalen en wegbrengen.

4 De omvang van het geschil

4.1

Bij de bestreden beschikking is, op het daartoe strekkende verzoek van de moeder, het gezamenlijk gezag van de ouders over de kinderen beëindigd en bepaald dat het gezag over de kinderen alleen aan de moeder toekomt.

4.2

De vader verzoekt, met vernietiging van de bestreden beschikking, de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar inleidend verzoek, althans dit verzoek af te wijzen.

4.3

De moeder verzoekt de bestreden beschikking te bekrachtigen.

5 De motivering van de beslissing

5.1

Ter beoordeling aan het hof ligt voor of gronden bestaan voor beëindiging van het gezamenlijk gezag van de ouders over de kinderen en toekenning van het eenhoofdig gezag aan de moeder.

5.2

Op grond van bepaalde in artikel 1:253n in verbinding met artikel 1:251a Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechter in geval van wijziging van omstandigheden op verzoek van de ouders of één van hen het gezamenlijk gezag beëindigen en bepalen dat het gezag aan één ouder toekomt, indien er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of indien wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is. Uitgangspunt van de wetgever is dat de ouders gezamenlijk het gezag over hun kind uitoefenen en dat slechts in uitzonderingsgevallen kan worden aangenomen dat het belang van het kind vereist dat één van de ouders met het gezag wordt belast.

5.3

De vader betoogt dat de rechtbank ten onrechte het gezamenlijk gezag van de ouders heeft beëindigd en de moeder alleen met het gezag over de kinderen heeft belast, en voert hiertoe het volgende aan. De vader geeft veel om de kinderen en wil graag betrokken blijven bij hen. Ondanks zijn psychische problematiek kan hij de belangen van de kinderen goed inschatten. Hij wil een rol spelen in het leven van de kinderen. De vader betwist dat de communicatie tussen de ouders is verstoord en dat hij onvoldoende bereikbaar is voor de moeder. Hij is altijd bereikbaar geweest en bereid tot overleg met de moeder, maar de moeder heeft hem de mogelijkheid hiertoe onthouden. De vader acht het voorts onbegrijpelijk en onzorgvuldig dat de rechtbank voorbij is gegaan aan het aanbod van de raad ter zitting in eerste aanleg om een onderzoek te verrichten. De vader verzoekt het hof alsnog een raadsonderzoek te gelasten.

5.4

De moeder stelt dat de rechtbank haar verzoek het gezamenlijk gezag te beëindigen en haar alleen met het gezag te belasten terecht en op goede gronden heeft toegewezen. Zij voert hiertoe het volgende aan. De vader is niet in staat beslissingen in het belang van de kinderen te nemen. Er is bij hem sprake van psychische problematiek (schizofrenie) en hij vertrekt ieder jaar (soms meermaals) voor langere tijd naar Irak, zonder de moeder en de kinderen daarvan op de hoogte te stellen. Als de moeder de vader vraagt om toestemming te geven voor gezagsbeslissingen, weigert hij die toestemming of reageert hij niet op het verzoek. Dit heeft in het verleden tot meerdere juridische procedures geleid. De moeder benadrukt dat het haar uitsluitend om het gezag gaat en niet om de omgangsregeling tussen de vader en de kinderen. De moeder acht het van belang dat deze regeling, ondanks dat die door de vader vaak niet wordt nagekomen, in stand blijft. Zij brengt daarom de kinderen nog steeds naar hun oma (vz) in [plaats A] , waar de omgang met de vader plaats vindt als hij in Nederland is.

5.5

De raad heeft ter zitting in hoger beroep geadviseerd de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het is jammer dat de vader zonder nadere berichten niet is verschenen bij de mondelinge behandeling, omdat er vragen zijn naar zijn betrokkenheid bij de zorg en opvoeding van de kinderen. De raad acht gezamenlijk gezag niet in het belang van de kinderen, omdat het nodig is dat belangrijke beslissingen genomen kunnen worden, zoals over de specialistische hulpverlening voor de kinderen. Belangrijker is het volgens de raad dat de kinderen verbonden blijven met de vader door contact met hem. Hij zal altijd hun vader blijven en heeft om die reden een belangrijke rol in het leven van de kinderen. Positief is dat de moeder zich inspant om dat contact te realiseren.

5.6

Het hof overweegt als volgt.

Uit de stukken van het dossier en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de vader moeilijk bereikbaar is voor de moeder, zodat beslissingen over de kinderen zeer moeizaam genomen kunnen worden. De oorzaak hiervan is vermoedelijk mede gelegen in de psychische problematiek van de vader. Er is bij hem sprake van schizofrenie, waarvoor hij maandelijks, inmiddels als voorwaarde bij een voorwaardelijke machtiging op grond van de Wvggz, medicatie krijgt. In de afgelopen jaren is de vader meerdere keren voor langere tijd naar Irak gegaan, zonder dat hij de moeder hierover heeft geïnformeerd. Zij weet naar eigen zeggen niet wanneer hij gaat en of, en zo ja wanneer, hij weer terug naar Nederland komt. Naast dat dit voor verwarring bij de kinderen en de moeder zorgt, leidt dit tot problemen ten aanzien van de uitoefening van het gezamenlijk gezag. De moeder heeft ter zitting verklaard dat zij vaak probeert contact met de vader te zoeken via WhatsApp, maar dat hij hierop nooit reageert. Ook als zij de vader vraagt toestemming te geven voor een beslissing aangaande de kinderen, reageert hij volgens de moeder niet of weigert hij toestemming te geven. In de afgelopen jaren hebben meerdere juridische procedures plaatsgevonden, waarbij aan de moeder (onder andere) vervangende toestemming is verleend om een paspoort voor [minderjarige 2] aan te vragen en om met de kinderen naar [plaats B] te verhuizen. De vader weigert bovendien al jarenlang toestemming aan de moeder te geven om met de kinderen op vakantie te gaan naar Irak. Ook heeft hij geen toestemming gegeven voor de noodzakelijk geachte hulpverlening aan [minderjarige 1] , waaronder een logopediebehandeling en traumatherapie, terwijl het in het belang van de kinderen is dat dergelijke beslissingen met voortvarendheid genomen kunnen worden. Ook op berichten van de school van de kinderen en van de logopedist van [minderjarige 1] reageert de vader volgens de moeder niet.

Op grond van het voorgaande is naar het oordeel van het hof voldoende komen vast te staan dat de ouders niet in staat zijn beslissingen van enig belang over de kinderen in gezamenlijk overleg te nemen, en evenmin in staat zijn afspraken te maken over situaties die zich rond de kinderen voordoen. De ouders zijn derhalve niet tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening in staat. Wijziging van het gezag is daarom in het belang van de kinderen noodzakelijk. Mede gelet op de psychische problematiek van de vader valt niet te verwachten dat hierin binnen afzienbare tijd (voldoende) verbetering zal komen. De tussenkomst van het buurtteam heeft in het verleden ook niet tot verbetering geleid.

Het hof ziet geen aanleiding een raadsonderzoek te gelasten. Ter zitting in hoger beroep heeft de raad geadviseerd de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het hof acht zich, net als de rechtbank, ook zonder nader onderzoek van de raad voldoende voorgelicht om een beslissing te nemen.

Het hof zal de bestreden beschikking bekrachtigen.

6 Beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beschikking waarvan beroep;

verzoekt de griffier krachtens het bepaalde in het Besluit gezagsregisters een afschrift van deze uitspraak toe te zenden aan de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, afdeling civiel recht, team familie- en jeugdrecht ter attentie van het openbaar register;

wijst af het in hoger beroep meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.C. Louwinger-Rijk, mr. J.F. Miedema en mr. G.W. Brands-Bottema, in tegenwoordigheid van mr. A. Paats als griffier en is op 19 juli 2022 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.