Het hof overweegt als volgt.
Uit de stukken van het dossier en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de vader moeilijk bereikbaar is voor de moeder, zodat beslissingen over de kinderen zeer moeizaam genomen kunnen worden. De oorzaak hiervan is vermoedelijk mede gelegen in de psychische problematiek van de vader. Er is bij hem sprake van schizofrenie, waarvoor hij maandelijks, inmiddels als voorwaarde bij een voorwaardelijke machtiging op grond van de Wvggz, medicatie krijgt. In de afgelopen jaren is de vader meerdere keren voor langere tijd naar Irak gegaan, zonder dat hij de moeder hierover heeft geïnformeerd. Zij weet naar eigen zeggen niet wanneer hij gaat en of, en zo ja wanneer, hij weer terug naar Nederland komt. Naast dat dit voor verwarring bij de kinderen en de moeder zorgt, leidt dit tot problemen ten aanzien van de uitoefening van het gezamenlijk gezag. De moeder heeft ter zitting verklaard dat zij vaak probeert contact met de vader te zoeken via WhatsApp, maar dat hij hierop nooit reageert. Ook als zij de vader vraagt toestemming te geven voor een beslissing aangaande de kinderen, reageert hij volgens de moeder niet of weigert hij toestemming te geven. In de afgelopen jaren hebben meerdere juridische procedures plaatsgevonden, waarbij aan de moeder (onder andere) vervangende toestemming is verleend om een paspoort voor [minderjarige 2] aan te vragen en om met de kinderen naar [plaats B] te verhuizen. De vader weigert bovendien al jarenlang toestemming aan de moeder te geven om met de kinderen op vakantie te gaan naar Irak. Ook heeft hij geen toestemming gegeven voor de noodzakelijk geachte hulpverlening aan [minderjarige 1] , waaronder een logopediebehandeling en traumatherapie, terwijl het in het belang van de kinderen is dat dergelijke beslissingen met voortvarendheid genomen kunnen worden. Ook op berichten van de school van de kinderen en van de logopedist van [minderjarige 1] reageert de vader volgens de moeder niet.
Op grond van het voorgaande is naar het oordeel van het hof voldoende komen vast te staan dat de ouders niet in staat zijn beslissingen van enig belang over de kinderen in gezamenlijk overleg te nemen, en evenmin in staat zijn afspraken te maken over situaties die zich rond de kinderen voordoen. De ouders zijn derhalve niet tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening in staat. Wijziging van het gezag is daarom in het belang van de kinderen noodzakelijk. Mede gelet op de psychische problematiek van de vader valt niet te verwachten dat hierin binnen afzienbare tijd (voldoende) verbetering zal komen. De tussenkomst van het buurtteam heeft in het verleden ook niet tot verbetering geleid.
Het hof ziet geen aanleiding een raadsonderzoek te gelasten. Ter zitting in hoger beroep heeft de raad geadviseerd de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het hof acht zich, net als de rechtbank, ook zonder nader onderzoek van de raad voldoende voorgelicht om een beslissing te nemen.
Het hof zal de bestreden beschikking bekrachtigen.