Op 24 augustus 2021 is [C] teruggetreden als onafhankelijke voorzitter van de Centrale Cliëntenraad. Hij heeft zijn vertrek als volgt toegelicht:
“Ik heb in mijn loopbaan in verschillende medezeggenschapsorganen in verschillende sectoren verschillende functies vervuld, maar nog nergens een zo langdurig en ernstig verstoord overlegklimaat aangetroffen. Het is een situatie die alle energie bij betrokkenen wegzuigt. En waarmee het cliëntbelang geenszins gediend is.
(…) Mijn persoonlijke bevindingen zoals ik die in de afgelopen twee maanden heb opgedaan over de situatie rond de CCR van de Zorggroep zijn:
- Er is al sinds lange tijd sprake van een fundamentele en diepgewortelde vertrouwensbreuk tussen CCR en de bestuurder. Deze vindt zijn oorsprong in het door leden van de CCR geuite kritiekpunt dat men geen vertrouwen heeft in de kwaliteit van de bestuurder. (…)
- Binnen de CCR is er een machtsblok van twee leden die vaak op stille steun van nog twee andere leden kunnen rekenen. (…)
- Bij alle dossiers is er sprake van een omvangrijke, complexe en niet-eenduidige geschiedenis. Dit is steeds aanleiding voor ellenlange negatieve discussies, waarbij één van de leden van de CCR nadrukkelijk het woord voert. (…)
- Reglementair is bepaald dat de voorzitters van de lokale cliëntenraden zitting hebben in de CCR. In de lokale raden wordt de discussie die er in de CCR heeft plaatsgevonden nog eens herhaald/overgedaan. Dit draagt bij aan de aanhoudende negatieve sfeer rond de CCR. (…)
- Problemen bestaan al ruim twee jaar; er zijn meerdere pogingen (ook met derden) ondernomen om de breuk te herstellen. Zonder succes. (…)
- Er is binnen de CCR te weinig elan om samen met de nieuwe voorzitter een nieuwe start te maken; het verleden blijft leidend (…)
- De CCR is strijdbaar; het conflict moet op hun voorwaarden worden opgelost. Enkelen zijn bereid hier een lange (juridische) weg voor te volgen.
- (…)
- De onenigheid over de invulling van de nieuwe medezeggenschapsregeling heeft er toe geleid dat er nog steeds geen regeling is. (…)
- Mijn conclusie op basis van (…) overleggen en gesprekken luidt dat er geen suggesties zijn aangedragen door de leden van de CCR noch dat er draagvlak is voor het aanpassen van het conflict. (…)
Voor mij betekent dit dat ik als voorzitter op dit moment geen leiding/sturing kan geven aan het noodzakelijke traject om tot genormaliseerde verhoudingen te komen. (…)”