( i) [geïntimeerde] is van 2003 tot 2019 directeur geweest van DSS, een bedrijf van [appellant 1] . Zij gaf ook leiding aan Wagner Solar GmbH (hierna: Wagner Solar), een zustervennootschap van DSS. [geïntimeerde] had een arbeidsovereenkomst met Centric, eveneens een bedrijf van [appellant 1] .
( v) Per 8 mei 2019 is [appellant 2] aangesteld als interim-manager van DSS.
(viii) Op 25 en 29 juli 2019 heeft journalist [naam 12] (verbonden aan Follow the Money) een aantal e-mails aan [geïntimeerde] voorgelegd met het verzoek om daarop te reageren. Het gaat onder meer om de volgende e-mails:
een e-mail van [appellant 2] aan [appellant 1] van 6 juli 2016 met de volgende tekst:
“Ter info:
Bijgaand een opmerkelijke brief van mevrouw [geïntimeerde] inzake een website met content voor 18+ (de HDV website).
Tevens het bijbehorende dossier, hierin zit ook nog een brief van de [naam 2] namens Kienhuis Hoving N.V.!
Dit ligt deels in lijn met hetgeen [naam 3] vertelde dat [naam 4] (advocaat en partner bij Kienhuis Hoving ) heeft verklaard dat mevrouw [geïntimeerde] in het verleden seks-lijnen exploiteerde. (zie mij[n] e-mail van 25-06-2019).”
een e-mail van [appellant 2] aan [appellant 1] van 12 juli 2019 met de volgende begeleidende tekst:
“Bijgaand diverse documenten die ik uit het archief heb kunnen halen inzake o.a. [bedrijf] B.V. ”
(De activiteiten van [bedrijf] B.V., een vennootschap van een onder de naam [X] bekend staande pornoactrice, bestaan uit de productie, exploitatie, distributie en verkoop van films en filmrechten. De meegezonden documenten betroffen onder meer processtukken over een door [geïntimeerde] aan [X] geleende geldsom. Opm hof)
een e-mail van 12 juli 2019 van [appellant 2] aan mr. [naam 7] , met kopie aan [appellant 1] , waarin hij zijn visie op de betrokkenheid van [geïntimeerde] bij [bedrijf] uiteenzet.
een e-mail van 14 juli 2019 van [appellant 1] aan mr. [naam 7] , met kopie aan [appellant 2] en [naam 5] (werkzaam bij Strukton,), met de volgende inhoud:
“Bij het terughalen van een verwijderde back-up van DSS is voor 4 tb aan video’s aangetroffen hoofdzakelijk porno video’s/ video’s Afrikanen.
Het lijkt erop dat [geïntimeerde] persoonlijk de activiteiten van [X] , zie bijlage, heeft voortgezet.”
een e-mail van [appellant 1] aan mr. [naam 7] van 10 juli 2019 met de volgende inhoud:
“ [naam 7] , [geïntimeerde] had naast de bonus van 3.645 die ze van centric ( [geïntimeerde] was door Centric gedetacheerd bij DSS, opm hof) had in 2012 een bijzondere beloning van 73.492 uitgekeerd.
Er was in 2012 geen winst van 734.000,00
De winst was 36.450, aanzienlijk lager.
De bijzondere beloning ad 73.492 is dus gestolen door [geïntimeerde] .”
een e-mail van [appellant 1] aan [naam 5] van medio juni 2019 met de volgende inhoud:
“ [geïntimeerde] is 16 januari de dag van de boekpresentatie (van “ [...] ”, een nieuw boek van [naam 1] , opm hof) begonnen via tor op twitter met nepnamen en accounts. Dit is slechts 1 dag van haar activiteiten.
Ze is begonnen eind december met Volkskrant, FD en telegraaf. Term cybercharlatan komt van [geïntimeerde] .
En [naam 6] heeft inzake de FIOD inval geen tegenstrijdige verklaring gegeven. Dat was [naam 2] in opdracht van [geïntimeerde] .”
(Bij deze e-mail waren afbeeldingen meegestuurd van door [geïntimeerde] vanuit haar e-mailaccount bij DSS verzonden items, opm hof.)
e-mailcorrespondentie van begin juli 2019 tussen [appellant 2] , mr. [naam 7] en mr. [naam 8] (advocaat van [naam 9] , werknemer van DSS) over door [naam 9] onklaar gemaakte harde schijven van DSS.
e-mailverkeer van medio maart 2019 tussen een forensisch accountant,
[naam 10] , en [geïntimeerde] over een in opdracht van haar door [naam 10] te verrichten onderzoek naar DSS beheer, Dutch Solar Systems, DSS Service, Wagner Solar GmbH en Wagner Solar Gambia Ltd., met daarbij een e-mail van [appellant 1] aan mr. [naam 7] van 12 juli 2019 waarin hij passages uit die correspondentie heeft aangehaald en bovenaan in grote letters heeft vermeld:
“Beïnvloeding forensische accountant [naam 10] ”.
een e-mail van [appellant 1] aan [naam 12] van 15 juli 2019 waarin hij schrijft:
“Misschien dat de door mij aan u verzonden correspondentie uw blik verruimd. [geïntimeerde] is de slechte vrouw. Niet [naam 1] .
Alles wat [geïntimeerde] op [naam 1] projecteert doet en is ze zelf.
Het is heel triest.
[geïntimeerde] heeft op basis van leugens mij en [naam 1] vanaf november 2018 overal negatief weggezet. Met name ook dat bij de media, ook bij jullie.”
(ix) [geïntimeerde] heeft [appellant 2] , [appellant 1] en DSS in een brief van 17 juli 2019 gesommeerd om de lastercampagne te staken, duidelijk te maken welke informatie is gedeeld met derden, en de sommatiebrief te ondertekenen ter bevestiging dat zij aan de sommatie zullen voldoen. [appellant 2] heeft op 18 juli 2019 als volgt gereageerd:
“In de brief zijn meerdere feitelijke onjuistheden vermeld.
De verklaring zal ik dan ook niet ondertekenen.
Vanzelfsprekend zal ik de privacy van mevrouw [geïntimeerde] respecteren (…)”
(x) In reactie op de sommatie heeft mr. [naam 7] aan mr. Tjiam (advocaat van [geïntimeerde] ) geschreven, voor zover hier van belang:
“(…) Door mevrouw [geïntimeerde] is jegens de heer [appellant 1] een smaad kort geding aanhangig gemaakt. Daarin is de privacy van de heer [appellant 1] door mevrouw [geïntimeerde] geschonden. Zij heeft zich bovendien op zeer lasterlijke wijze uitgelaten over de heer [appellant 1] en mevrouw [naam 1] . (…)
Het zal u niet verbazen dat de Autoriteit Persoonsgegevens dit in haar beoordeling zal betrekken en zal concluderen tot ernstige schending van privacygegevens door mevrouw [geïntimeerde] en niet door SDD c.s. en/of de heer [appellant 2] en/of de heer [appellant 1] . Dit geldt temeer nu in ieder geval het inwinnen van informatie over mevrouw [geïntimeerde] voor DSS c.s. van belang is omdat zij zich dienen te verweren tegen de onrechtmatige handelingen van mevrouw [geïntimeerde] en mevrouw [geïntimeerde] zich verzet tegen haar ontslag. (…)”
(xi) In het arbeidsrechtelijk geschil tussen [geïntimeerde] en Centric is door de rechtbank Overijssel, op 12 maart 2020 (ECLI:NL:RBOVE:2020:1115) uitspraak gedaan. Daarin is de vordering van [geïntimeerde] tot toekenning van een transitievergoeding afgewezen omdat zij ernstig verwijtbaar jegens Centric heeft gehandeld onder meer in het kader van het verkrijgen van de bonus over 2011. Dit vonnis is gevolgd door een uitspraak van het hof Arnhem-Leeuwarden van 1 maart 2021 (ECLI:NL:GHARL:2021:1884) waarin het vonnis van de rechtbank op dit punt is bekrachtigd doch tevens is geoordeeld dat [appellant 1] als bestuurder van Centric ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door de wijze waarop hij de e-mails van [geïntimeerde] in de periode mei tot september 2019 heeft doorzocht en dat dit gedrag aan Centric moest worden toegerekend.
(xii) Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft voorts op 2 maart 2021 uitspraak gedaan (ECLI:NL:GHARL:2021:1808) in het beroep tegen de hierboven onder iii vermelde uitspraak van de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel van 25 juni 2019 en dit vonnis bekrachtigd wat het aan [appellant 1] opgelegde verbod betreft. Anders dan de voorzieningenrechter oordeelde het hof voorts dat [geïntimeerde] belang heeft bij de door haar gevorderde rectificatie en een verbod voor de toekomst om [geïntimeerde] te beschuldigen van fraude en heeft [appellant 1] veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie en een verbod opgelegd tot het op enigerlei wijze uitspreken dat [geïntimeerde] ‘verantwoordelijk is voor financiële malversaties aangaande de boekhouding van DSS Service B.V., DSS B.V., Wagner Solar GmbH en Wagner Solar Gambia Ltd, waaronder het plegen van fraude, het wegsluizen van geld en het stelen van geld of soortgelijke misdrijven, behalve voor zover [appellant 1] zich uit in gerechtelijke procedures’.