GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
zaaknummer gerechtshof 200.070.256/01
(zaaknummer rechtbank Assen 269822/CV EXPL 09-6492)
arrest van de tweede kamer van 21 januari 2014
Fit Focus B.V.,
gevestigd te Venlo,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: Fit Focus,
advocaat: mr. H.H.G. Theunissen, kantoorhoudend te Leusden,
Sistim B.V.,
gevestigd te Eelde,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: Sistim,
advocaat: mr. J.B. Rijpkema, kantoorhoudend te Groningen.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 24 september 2013 hier over.
2 De verdere beoordeling
2.1
Bij arrest van 24 september 2013 heeft het hof Fit Focus in de gelegenheid gesteld te reageren op het verweer van Sistim dat op grond van artikel 9.10 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden van de Sanitaire Ruimte Inrichters (A.V.) door Sistim op van derden betrokken materialen niet meer garantie verstrekt wordt dan door de betreffende toeleverancier aan Sistim is verstrekt. Vaststaat dat [toeleverancier], de toeleverancier van Sistim, de Metaalunievoorwaarden hanteert en dat in artikel 14.1 daarvan de garantietermijn is beperkt tot zes maanden.
2.2
In haar na het tussenarrest van 24 september 2013 genomen akte heeft Fit Focus gesteld dat zij bij e-mail van 31 maart 2005, derhalve binnen zes maanden na (op)levering in januari 2005, bij Sistim heeft gereclameerd over de ondeugdelijke werking van een slot van een van de garderobekasten in de kleedkamers. Een uitdraai van deze e-mail heeft zij overgelegd. Volgens Fit Focus kon het betreffende slot niet meer via het elektronisch paneel geopend worden en deed in de loop der tijd een identiek probleem zich voor met een groot aantal andere sloten waardoor deze feitelijk onbruikbaar werden. Volgens Fit Focus heeft aldus het probleem zich ten aanzien van een van de sloten geopenbaard binnen de garantietermijn van zes maanden en is dit ook binnen die termijn aan Sistim gemeld en brengt een redelijke uitleg van de A.V. mee dat ook de nadien door Fit Focus aangekaarte identieke problemen met andere sloten onder de garantie vallen.
2.3
In haar antwoordakte heeft Sistim gesteld: “Sistim kan noch ontkennen, noch bevestigen dat het betreffende e-mailbericht daadwerkelijk door haar is ontvangen. Sistim B.V. kan in ieder geval in haar mailverkeer het betreffende mailbericht niet terugvinden. Aldus wordt bij gebrek aan wetenschap betwist dat het betreffende e-mailbericht Sistim ook daadwerkelijk heeft bereikt.” Voorts heeft Sistim betwist dat het klagen over één niet functionerend slot kan worden gezien als “stuiting van de garantietermijn” en evenmin als “klacht op grond waarvan de garantie dient te worden verstrekt in de omvang zoals die onderwerp van deze procedure is geworden”.
2.4
Het hof overweegt als volgt. Voor zover Sistim de ontvangst van de e-mail van
31 maart 2005 heeft weersproken - zij laat dit eerst in het midden en ontkent de ontvangst daarna bij gebrek aan wetenschap - gaat het hof daaraan voorbij. Van haar had meer mogen worden verwacht dan de enkele mededeling dat zij deze e-mail “niet heeft kunnen terugvinden”. Bij de huidige stand van de techniek is eenvoudig te achterhalen of een e-mail wel of niet is ontvangen en van Sistim mocht worden verwacht dat zij zich daarover gemotiveerd had uitgelaten. Het hof zal er daarom van uitgaan dat deze e-mail Sistim op
31 maart 2005 heeft bereikt. Nu Sistim niet heeft weersproken dat de klacht zoals geuit in deze e-mail zich later op identieke wijze heeft voorgedaan met betrekking tot andere sloten, zal het hof dit als vaststaand aannemen. Op grond daarvan gaat het hof ervan uit dat de garantie van zes maanden zoals neergelegd in artikel 14.1 van de Metaalunievoorwaarden niet was verstreken toen Sistim voor het eerst met de klachten bekend raakte. Het hof onderschrijft de stelling van Fit Focus dat, nu het probleem zich ten aanzien van een van de sloten heeft geopenbaard binnen de garantietermijn van zes maanden en dit ook binnen die termijn aan Sistim is gemeld, een redelijke uitleg van de A.V. meebrengt dat ook de nadien door Fit Focus aangekaarte identieke problemen met andere sloten onder de garantie vallen.
2.5
Voor zover Sistim heeft aangevoerd dat het klagen over één niet functionerend slot niet kan worden gezien als “stuiting van de garantietermijn” en evenmin als “klacht op grond waarvan de garantie dient te worden verstrekt in de omvang zoals die onderwerp van deze procedure is geworden”, gaat het hof daaraan voorbij. Deze stelling is klaarblijkelijk gebaseerd op een bepaalde (beperkte) uitleg van artikel 14.1 van de Metaalunievoorwaarden dan wel artikel 9.10 van de A.V., zonder dat die uitleg door Sistim (aan de hand van het hier toepasselijke Haviltexcriterium) op enige wijze nader uiteen wordt gezet en onderbouwd. Het hof komt dan ook tot de conclusie dat een beroep op artikel 9.10 van de A.V. niet in de weg kan staan de vordering van Fit Focus.
2.6
Daarmee faalt tevens het beroep op het verstrijken van de garantietermijn van een jaar voor hang- en sluitwerk zoals neergelegd in artikel 9.1 van de A.V.
2.7
Het beroep op artikel 9.2 van de A.V. faalt eveneens. In dat artikel wordt (onder de aanhef en achter het vijfde gedachtestreepje) bepaald dat buiten de garantie vallen: “door of namens de opdrachtgever geleverde materialen”. In dit geval zijn de sloten immers niet door of namens Fit Focus geleverd. Het enkele feit dat Sistim om levering van dit type sloten heeft gevraagd, doet daar niet aan af. Onder het vierde gedachtestreepje is bepaald dat materialen die onder voorschrift van de opdrachtgever zijn toegepast buiten de garantie vallen indien dit schriftelijk door de opdrachtnemer is meegedeeld. Gesteld noch gebleken is dat dit laatste hier het geval is.
2.8
Sistim heeft zich ten slotte beroepen op artikel 10 lid 1 van de A.V. In dat artikel is bepaald dat schadevergoeding (behalve in geval van grove schuld) is uitgesloten, behoudens die ter zake van het niet nakomen van garantieverplichtingen. Op grond van het vorenstaande moet worden aangenomen dat Fit Focus tijdig en schriftelijk een beroep op de garantie heeft gedaan. Vaststaat dat Sistim het gebrek heeft betwist en niet tot vervanging of herstel van de sloten is overgegaan. Indien blijkt dat dit onterecht was, hetgeen hierna zal worden beoordeeld, is de door Fit Focus gestelde schade het gevolg van het niet nakomen van garantieverplichtingen en is Sistim derhalve uit dien hoofde schadeplichtig.
2.9
De vier grieven strekken ten betoge dat sprake is van een tekortkoming zijdens Sistim met betrekking tot de geleverde sloten. De grieven lenen zich voor gezamenlijke bespreking.
2.10
In 2004/2005 heeft Sistim ter uitvoering van een daartoe met Fit Focus gesloten overeenkomst sanitaire wanden, sanitaire cabines, garderobekasten en dergelijke geleverd en geplaatst in het door Fit Focus nieuw gebouwd sportcomplex. Onderdeel van deze overeenkomst is de levering en montage in januari 2015 van 174 garderobekasten (lockers) voorzien van elektronische codesloten.
2.11
Binnen drie maanden na (op)levering ontstond het eerste probleem (zie hierboven: de e-mail van 31 maart 2005). Binnen een jaar na (op)levering blokkeerden zes van de 174 sloten. Pas na het openboren van die sloten konden de klanten van Fit Focus hun eigendommen uit de kastjes halen.
2.12
Vervolgens bleken vier jaar na (op)levering 30 van de 174 sloten op identieke wijze defect te zijn.
2.13
Het hof overweegt dat de sloten aangeschaft zijn met het doel deze te gebruiken voor garderobekasten in het sportcentrum met zwembad en douches (hierna: het sportcentrum) van Fit Focus en dat Sistim met dit doel bekend was. Voor zover Sistim bedoeld heeft te stellen dat een uitval van 30 sloten binnen vijf jaar na de (op)levering gebruikelijk is of niet de conclusie wettigt dat de sloten niet geschikt zijn voor normaal gebruik, deelt het hof die stelling niet. Uit het geschetste feitenrelaas blijkt dat Fit Focus bij herhaling te maken kreeg met sloten die niet meer open konden waardoor haar klanten niet meer bij hun kleding en spullen konden komen en waarbij de sloten moesten worden opengeboord. Dergelijke problemen kan een houder van een sportcentrum zich tegenover haar klanten niet permitteren. Een aantal van 30 van de 174 binnen vijf jaar is van dien aard dat dit niet als een incident kan worden afgedaan. Gesteld noch gebleken is dat en waarom Fit Focus bij het aangaan van de overeenkomst had moeten begrijpen dat (een groot deel van) de sloten slechts een beperkte levensduur zouden hebben en het op een dergelijke acute wijze zouden kunnen begeven. Het hof gaat er dan ook van uit dat de sloten niet geschikt zijn voor het aan partijen bekende en overeengekomen gebruik, tenzij de hieronder te bespreken verweren van Sistim een ander licht op de zaak werpen.
2.14
Voor zover Sistim heeft willen betogen dat de problemen zijn veroorzaakt door vocht of pieken in de luchtvochtigheid, leidt dat het hof niet tot een ander oordeel. Sistim was immers bekend met het voorgenomen gebruik van de garderobekastjes met de elektronische sloten in een complex waarin zich kleedkamers, douches en een zwembad bevinden.
De mogelijke aanwezigheid van vocht en een (tijdens piekuren) hoge luchtvochtigheid in de ruimte waarin de sloten moesten functioneren mag dus bij Sistim bekend worden verondersteld.
2.15
Het enkele feit dat Fit Focus om deze sloten heeft gevraagd, dergelijke sloten destijds een nieuw product waren en dat mogelijk namens Sistim aan Fit Focus is meegedeeld dat zij met deze sloten geen ervaring had (hetgeen Sistim stelt maar Fit Focus betwist), leidt het hof niet tot een ander oordeel. Sistim had immers als professionele leverancier/installateur op zich genomen om voor een aanzienlijk bedrag interieur aan Fit Focus te leveren en te plaatsen. Onderdeel daarvan waren de kasten met de sloten. In die rol diende zij zich te verdiepen in de vraag of de door Fit Focus voorgestelde materialen geschikt waren voor het voorgenomen doel, temeer nu gesteld noch gebleken is dat zij ervan mocht uitgaan dat
Fit Focus op dit gebied over specifieke deskundigheid beschikte. De stelling van Sistim dat zij ervan mocht uitgaan dat Fit Focus onderzoek had gedaan naar de geschiktheid van de sloten, mist iedere onderbouwing. Onweersproken staat vast dat door Sistim niet is meegedeeld dat de sloten niet geschikt waren voor het voorgenomen gebruik. Evenmin is gesteld dat door haar conform artikel 9.2 van de A.V. (onder het vierde gedachtestreepje) aan Fit Focus schriftelijk is meegedeeld dat de sloten buiten de garantie vallen.
2.16
Het voorgaande zou mogelijk anders zijn, indien de defecten aan de sloten zouden zijn ontstaan omdat binnen dit specifieke sportcentrum op het gebied van de vochthuishouding slechtere condities bleken te gelden dan normaal gesproken bij een sportcentrum het geval is, bijvoorbeeld als gevolg van een gebrekkige ventilatie. Voor zover Sistim bedoeld heeft te stellen dat dit het geval was, heeft zij die stelling onvoldoende onderbouwd. Dit geldt temeer nu - nadat zich de eerste problemen met betrekking tot de sloten voordeden, in de vorm van corrosie aan de sloten - een luchtvochtigheidmeting is verricht door [toeleverancier], de leverancier van de sloten, waarbij de luchtvochtigheid werd vastgesteld op 45 %, hetgeen binnen de aanvaardbare waarde van 80 % blijft. Voor zover Sistim heeft willen suggereren dat in die situatie later mogelijk verandering is gekomen, is dat verder door haar niet onderbouwd.
2.17
Sistim heeft ten verwere nog naar voren gebracht dat Fit Focus het in 2005 aan haar gegeven advies om de batterijhouders in te vetten met vaseline niet heeft opgevolgd. In dit verband heeft zij een beroep gedaan op artikel 9.11 van de A.V., inhoudende dat “de garantie vervalt indien is afgeweken van de onderhoudsvoorschriften”. Het hof gaat aan dit verweer voorbij. Zoals Fit Focus terecht heeft aangevoerd, gaat het hier niet om een (bij levering gegeven) onderhoudsvoorschrift maar om een advies dat is gegeven nadat de problemen waren ontstaan. Bovendien heeft Sistim niet (gemotiveerd) gesteld dat het opvolgen van dit advies door Fit Focus de nadien ontstane problemen zou hebben voorkomen. Dit had temeer van haar mogen worden verwacht nu uit de brieven van [toeleverancier] en producent Mauer (prod. 5 inleidende dagvaarding) blijkt dat deze de problemen wijten aan vocht en dat zelfs na lakken van de printplaat en ingieten van de elektronica door hen geen garantie wordt gegeven.
2.18
Op grond van het vorenstaande slagen de grieven en is Sistim tot schadevergoeding gehouden. Tegen de eiswijziging, waarbij in plaats van ontbinding nu schadevergoeding wordt gevorderd, is door Sistim geen bezwaar gemaakt. Ook het door Fit Focus gevorderde bedrag aan schadebedrag van € 29.750,- inclusief btw is door Sistim uitdrukkelijk niet betwist: zie memorie van antwoord onder 84. Derhalve is dat bedrag toewijsbaar. De wettelijke rente is gevorderd vanaf 1 januari 2011, echter zonder dat deze datum is onderbouwd. Het hof zal de wettelijke rente toewijzen vanaf de dag waarop de vordering bij memorie van grieven is ingesteld (15 november 2011).
2.19
De grieven slagen. Het vonnis van 11 mei 2010 waarvan beroep zal worden vernietigd. Sistim zal, als de in het ongelijk te stellen partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties. De kosten van de procedure in eerste aanleg worden aan de zijde van Fit Focus vastgesteld op € 1.045,25 aan verschotten en op € 1737,- voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief (tarief III, 3 punten).
2.20
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Fit Focus zullen worden vastgesteld op € 968,89 aan verschotten en op € 3.474,- voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief (tarief III, 3 punten).
3 De beslissing
Het hof, recht doende in hoger beroep:
verklaart Fit Focus niet-ontvankelijk in het hoger beroep van het vonnis van 9 februari 2010;
vernietigt het vonnis van de kantonrechter te Assen van 11 mei 2010 en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt Sistim tot betaling aan Fit Focus van een bedrag van € 29.750,-, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 november 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Sistim in de kosten van beide instanties, tot op heden aan de zijde van Fit Focus begroot op:
in eerste aanleg: € 1.045,25 aan verschotten en op € 1737,- voor geliquideerd salaris advocaat;
in hoger beroep: € 968,89 aan verschotten en op € 3.474,- voor geliquideerd salaris advocaat;
verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin vervatte vernietiging en veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mr. L. Janse, mr. M.W. Zandbergen en mr. R.A. van der Pol en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 21 januari 2014.