Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:GHARL:2019:6633

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
14-08-2019
10-09-2019
WAHV 200.225.828
Strafprocesrecht
Hoger beroep

De inleidende beschikking is niet binnen vier maanden nadat de gedraging heeft plaatsgevonden bekendgemaakt. Overschrijding van deze termijn leidt niet vernietiging, omdat niet blijkt dat de betrokkene is geschaad in enig rechtens te respecteren belang. Dat de betrokkene is veroordeeld voor het voorhanden hebben van een wapen, welk feit gelijktijdig plaatsvond met de onderhavige gedraging, maakt niet dat sprake is van een schending van het ne bis in idem-beginsel. Het betrof een ander feit dan het niet dragen van de autogordel. Er is geen samenhang tussen beide feiten en de juridische aard van het verwijt voor beide feiten is een andere. Aldus is de betrokkene niet tweemaal gestraft voor hetzelfde feit.

Rechtspraak.nl
Prg. 2019/291

Uitspraak

WAHV 200.225.828

14 augustus 2019

CJIB 196344025

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

zittingsplaats Leeuwarden

Arrest

op het hoger beroep tegen de beslissing

van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam

van 15 september 2017

betreffende

[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),

wonende te [A] ,

voor wie als gemachtigde optreedt mr. [B] ,
advocaat te [C] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding.

De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen een verweerschrift in te dienen.
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 140,- opgelegd ter zake van “als bestuurder of passagier geen gebruik maken van een autogordel”, welke gedraging zou zijn verricht op 17 februari 2016 om 9:20 uur op de Zaagmolendrift te Rotterdam met het voertuig met het kenteken [YY-000-Y] .

2. De gemachtigde van de betrokkene voert aan dat de termijn van vier maanden als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) ruimschoots is overschreden, wat tot vernietiging van de beschikking dient te leiden. De gedraging is namelijk op 17 februari 2016 verricht, terwijl de beschikking pas op 13 september 2016 bekend is gemaakt. Daarnaast is sprake van schending van het 'ne bis in idem'-beginsel ex artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Op 17 februari 2016 is de betrokkene met zijn auto aan de kant gezet. Na doorzoeking van zijn auto werd een wapen aangetroffen. De betrokkene is hier in de strafzaak met parketnummer 10/661044-16 reeds voor veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden. Aldus is de betrokkene tweemaal gestraft voor dezelfde gedraging.

3. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de Wahv dient de bekendmaking van de beschikking te geschieden binnen vier maanden nadat de gedraging heeft plaatsgevonden. Het hof stelt vast dat deze termijn in de onderhavige zaak is overschreden. Overschrijding van deze termijn behoort echter slechts dan tot vernietiging van de inleidende beschikking te leiden als de betrokkene door die overschrijding rechtstreeks is geschaad in enig rechtens te respecteren belang. Daarvan is het hof in dit geval niet gebleken. Het hof acht daarbij mede van belang dat de betrokkene is staande gehouden. Gelet hierop kon de betrokkene redelijkerwijs nagaan op welke gedraging de beschikking betrekking heeft. Aldus brengt de overschrijding als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wahv niet mee dat de inleidende beschikking moet worden vernietigd.

4. Gelet op de stukken in het dossier en in aanmerking genomen dat de gedraging niet wordt ontkend, is naar het oordeel van het hof komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Vervolgens dient het hof te beoordelen of er andere redenen zijn een sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen.

5. Het ‘ne bis in idem’-beginsel, wat is vastgelegd in artikel 68 Sr, houdt in dat niemand tweemaal mag worden gestraft voor hetzelfde feit. Ook in zaken als de onderhavige is dit (van oorsprong strafrechtelijke) beginsel van toepassing. Het beroep van de gemachtigde hierop slaagt echter niet. De omstandigheid dat de betrokkene is veroordeeld voor het voorhanden hebben van een wapen, welk feit gelijktijdig plaatsvond met de onderhavige gedraging, maakt niet dat sprake is van een schending van het 'ne bis in idem'-beginsel. Het voorhanden hebben van een wapen is immers een ander feit dan het niet dragen van een autogordel. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat er geen samenhang is tussen beide feiten en dat de juridische aard van het verwijt voor beide feiten een andere is. Aldus is de betrokkene niet tweemaal gestraft voor hetzelfde feit en is het ‘ne bis in idem’-beginsel niet geschonden. Er bestaat dus geen aanleiding de onderhavige sanctie achterwege te laten of het bedrag daarvan te matigen.

6. Het voorgaande brengt mee dat de kantonrechter het beroep terecht ongegrond heeft verklaard. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter dan ook bevestigen.

7. Omdat de inleidende beschikking niet wordt vernietigd, is er geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding (vgl. het arrest van het hof van 1 mei 2019, gepubliceerd op rechtspraak.nl met vindplaats ECLI:NL:GHARL:2019:3197).

Beslissing

Het gerechtshof:

bevestigt de beslissing van de kantonrechter;

wijst het verzoek om vergoeding van kosten af.

Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van mr. Starreveld als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.