Bij beschikking van de rechtbank Gelderland van 19 maart 2015 is een voorlopige machtiging verleend op grond van de BOPZ om [appellant] in een psychiatrisch ziekenhuis op te nemen voor een periode van zes maanden. [appellant] verbleef toen al bij Pro Persona te Ede.
In die (voorlopige) rechterlijke machtiging heeft de rechtbank - onder meer - het volgende overwogen:
‘Betrokkene lijdt aan schizofrenie, huidige episode manisch-psychotisch.
Betrokkene is op 12 maart 2015, op last van de burgemeester van de gemeente Ede,
opgenomen binnen [naam1] , te [plaats1] , nadat hij in een inadequate euforische stemming,
metalen apparatuur en zijn, voor anderen gevaarlijke, medicatie op straat gegooid had.
Op dit moment is er bij betrokkene nog steeds sprake van grootheidsdenken, een
waanachtige gedachtenvorm, praat hij wat onsamenhangend en neigt hij tot
zelfoverschatting.
Betrokkene is niet tot moeilijk te begrenzen in zijn gedrag en de zelfzorg laat te wensen over.
Sinds het innemen van de antipsychotica en de stemmingsstabilisator is betrokkene wat
rustiger geworden en makkelijker te begeleiden, maar de manische klachten zijn er nog
steeds.
Het doel is nu gericht op het nader instellen van betrokkene op de medicatie en hem verder te stabiliseren.’