Volgens de onderzoekers van HAN was ten tijde van het ongeval sprake van een knik in de brandstofslang en werd door die knik de brandstoftoevoer belemmerd. In hun rapport wordt, naar het oordeel van het hof overtuigend, inzichtelijk gemaakt dat en waarom door die belemmerde brandstoftoevoer de motor van de tractor (juist) op de overweg afsloeg en niet meer snel daarna kon worden gestart.
Lankhorst heeft de juistheid van deze bevinding van de onderzoekers van HAN onvoldoende
weersproken. Van belang is dat het feitelijke onderzoek door HAN heeft plaats gevonden in
het gebouw van Lankhorst en dat een vertegenwoordiger van de verzekeraar van Lankhorst
daarbij aanwezig is geweest. Dat HAN een concept van haar verslag van dat onderzoek of
van haar rapport niet aan Lankhorst heeft voorgelegd - zoals Lankhorst betoogt - brengt niet
mee dat aan het rapport geen bewijskracht toekomt of dat het daarom niet overtuigend is.
Lankhorst heeft niet gemotiveerd gesteld dat het verslag van de bevindingen bij dat feitelijke
onderzoek, dat dus is bijgewoond door een deskundige van de zijde van Lankhorst, in het
rapport van HAN onjuist is.. Lankhorst heeft vervolgens niet zelf een rapport van een
deskundige overgelegd, waarin de conclusie van HAN over de directe oorzaak van het
afslaan van de motor van de tractor - een knik in de brandstofleiding - wordt weerlegd. Het
enkele feit dat HAN (via GAB) door Vivat is ingeschakeld, betekent anders dan Lankhorst
lijkt te veronderstellen nog niet dat aan het rapport geen betekenis toekomt en dat de
bevindingen van de onderzoekers van HAN om die reden niet zouden meetellen. Het rapport,
dat vrije bewijskracht heeft, kan dienen ter onderbouwing van de stellingen van Vivat. Het is
dan aan Lankhorst om haar betwisting van de stellingen van Vivat te onderbouwen,
bijvoorbeeld door zelf een rapport van een (partij)deskundige in het geding te brengen,
waarin de bevindingen van de deskundigen van HAN worden weerlegd.