Betekening appeldagvaarding ten kantore van deurwaarder waar geïntimeerde niet woonplaats heeft gekozen. Heeft rechtsgeldige betekening plaatsgevonden?
zaaknummer rechtbank 8599127 AC EXPL 20-1718 SGK/44740
arrest van 11 oktober 2022
in de zaak van
1 NA-Sloopwerken B.V.,
die is gevestigd in Soest,
2. [appellant2] ,
die woont in [woonplaats1] ,
die hoger beroep hebben ingesteld
en die bij de kantonrechter optraden als gedaagden in conventie en eisers in reconventie,
hierna samen appellanten te noemen en ieder afzonderlijk NA-Sloopwerken en [appellant2] ,
vertegenwoordigd door mr. R.A. Oliemans,
tegen
[geïntimeerde] , voorheen handelend onder de naam [naam1],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
die bij de kantonrechter optrad als eiser in conventie en gedaagde in reconventie,
hierna [geïntimeerde] te noemen,
niet verschenen.
1 Het verloop van de procedure in hoger beroep
1.1.
Appellanten hebben hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Amersfoort, op 21 juli 2021 tussen partijen heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
-
de dagvaarding in hoger beroep,
-
de inschrijving van de zaak in hoger beroep op de rol van 16 november 2021,
-
de verstekverlening jegens [geïntimeerde] op de rol van 30 november 2021,
-
de memorie van grieven.
1.2.
Appellanten hebben de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest, waarna het hof arrest heeft bepaald.
2 Het oordeel van het hof
2.1.
Het hof zal appellanten in de gelegenheid stellen om zich bij akte uit te laten over de vraag of de appeldagvaarding rechtsgeldig is betekend aan [geïntimeerde] en of het hof moet terugkomen op het eerder tegen [geïntimeerde] verleende verstek. De reden daarvan is het volgende.
3.2.
Volgens artikel 63 Rv kan een appeldagvaarding – naast betekening aan degene voor wie deze bestemd is – ook worden uitgebracht aan het kantoor van de advocaat of deurwaarder bij wie degene voor wie het exploot bestemd is laatstelijk woonplaats heeft gekozen.
3.3.
Appellanten hebben de appeldagvaarding op 21 oktober 2021 laten uitbrengen ten kantore van mr. E.J.M. van Hal, gerechtsdeurwaarder te Den Haag (hierna: de deurwaarder), met de aanduiding dat [geïntimeerde] aldaar woonplaats heeft gekozen. Uit de processtukken blijkt echter niet dat [geïntimeerde] woonplaats heeft gekozen ten kantore van deze deurwaarder. Blijkens de dagvaarding in eerste aanleg die is uitgebracht namens [geïntimeerde] heeft hij woonplaats gekozen ten kantore van een incassogemachtigde (niet zijnde een advocaat of deurwaarder) die ook in de verdere processtukken in eerste aanleg als zodanig wordt vermeld, en ter griffie van de rechtbank. De deurwaarder heeft de dagvaarding in eerste aanleg betekend aan NA-Sloopwerken en [appellant2] , maar die dagvaarding bevat niet een woonplaatskeuze ten kantore van de deurwaarder. De voormalig incassogemachtigde van [geïntimeerde] heeft na het uitbrengen van de appeldagvaarding de advocaat van appellanten per e-mails van 25 en 27 oktober 2021 en het hof bij brief van 3 november 2021 bericht dat de deurwaarder en hijzelf geen contact meer hadden met [geïntimeerde] en dat zij van hem geen reactie hadden ontvangen op hun poging alsnog in contact te komen.
3.4.
Als de appeldagvaarding niet rechtsgeldig is uitgebracht omdat deze niet aan [geïntimeerde] zelf is uitgebracht en evenmin overeenkomstig de eisen van art. 63 Rv is betekend, ziet het hof aanleiding om terug te komen op het tegen [geïntimeerde] verleende verstek, omdat deze verstekverlening dan berust op een onjuiste juridische grondslag. In dat geval is het gebrek van dien aard dat het aannemelijk is dat het exploot [geïntimeerde] niet heeft bereikt en moet ingevolge art. 121 lid 3 Rv de nietigheid van de dagvaarding worden uitgesproken.
3 De beslissing
Het hof:
- verwijst de zaak naar de roldatum 8 november 2022 voor het nemen van een akte door appellanten over de vraag of de appeldagvaarding rechtsgeldig is betekend aan [geïntimeerde] en of het hof moet terugkomen op het eerder tegen [geïntimeerde] verleende verstek;
- houdt verder iedere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.L. Wattel, B.J. Engberts en P.J. van der Korst, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2022.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: