Naar het oordeel van het hof hoeft dat belang van [verweerder] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet te wijken voor de door MFN gestelde belangen. De door MFN gevoelde noodzaak tot harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden en het aanbieden van eenduidige arbeidsvoorwaarden uit hoofde van goed werkgeverschap zijn niet aan te merken als een zodanig zwaarwichtig belang dat MFN daarin voldoende reden en aanleiding had om ten nadele van [verweerder] een wijziging na te streven van de individueel met hem overeengekomen reiskostenvergoeding. Die wijziging is niet ingegeven door zwaarwichtige bedrijfseconomische of organisatorische omstandigheden of financiële moeilijkheden bij MFN.
Ook dwingt de cao Slagers (die algemeen verbindend is verklaard in de periode van
4 december 2020 tot en met 31 december 20202 en van 8 oktober 2021 tot en met
28 februari 20223) niet tot verlaging van de met [verweerder] overeengekomen reiskostenvergoeding. Artikel 3 lid 3 van die cao bepaalt juist uitdrukkelijk:
“Indien bij de inwerkingtreding van deze cao voor één of meer werknemers (rechtens
geldende) gunstiger arbeidsvoorwaarden bestaan dan in deze cao overeengekomen,
blijven deze voor de betrokken werknemer gehandhaafd.”
De kantonrechter heeft dan ook terecht overwogen dat de cao Slagers een minimum-cao is, waarvan in het voordeel van een werknemer mag worden afgeweken. Voor de opvatting van MFN dat dit niet geldt voor gunstiger afspraken die zijn gemaakt voordat toepasselijkheid van de cao Slagers in beeld kwam, ziet het hof geen toereikende grondslag.
Van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen is evenmin sprake. Ongelijkheid in reiskostenvergoedingen valt historisch te verklaren omdat werknemers binnen de onderneming van MFN een verschillend arbeidsverleden hebben. Het hof begrijpt de praktische onwenselijkheid om meerdere reiskostenregelingen in de onderneming te hebben en dat MFN in het met de GOR doorlopen harmonisatieproces rekening heeft gehouden met de financiële belangen van alle werknemers, maar gelet op het financiële gevolg voor [verweerder] leggen deze argumenten te weinig gewicht in de schaal om een voor hem nadelige wijziging van zijn individuele reiskostenregeling te rechtvaardigen. Hetzelfde geldt voor het feit dat reiskostenvergoedingen onder secundaire arbeidsvoorwaarden vallen.