Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:GHARL:2023:1279

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
14-02-2023
19-12-2023
200.301.650
Ondernemingsrecht
Hoger beroep,Tussenuitspraak

Verzoek voorlopig getuigenverhoor. Gelegenheid tot overleggen machtiging kantonrechter voor indienen verzoek namens dochter ex art. 1:349 BW.

Rechtspraak.nl
PS-Updates.nl 2024-0036

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem, afdeling civiel recht

zaaknummer hof 200.301.650/02

beschikking van 14 februari 2023

in de zaak van

[verzoeker] , in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige [de dochter] ,

die woont in [woonplaats1] ,

verzoeker,

hierna [de vader] en [de dochter] te noemen,

vertegenwoordigd door mr. M.J.E.C. Camps,

tegen:

1 [curator1] ,
die woont in [woonplaats2] ,
2. [curator2] B.V.,

die is gevestigd te [vestigingsplaats] ,
in hun hoedanigheid van curatoren van [naam1] ,

verweerders,
hierna de curatoren en [naam1] te noemen,

vertegenwoordigd door mr. M.A. Knobben.

1 Het verloop van de procedure

1.1.

Bij verzoekschrift met producties, ingekomen op 12 oktober 2022, heeft [de vader] het hof verzocht een voorlopig getuigenverhoor te bevelen.

1.2.

In de antwoordakte van 3 november 2022 hebben de curatoren gereageerd op het verzoek.

1.3.

Partijen hebben afgezien van een mondelinge behandeling van het verzoek. Vervolgens heeft het hof beschikking bepaald.

2 De motivering van de beslissing

2.1.

[de vader] treedt in deze zaak op als wettelijk vertegenwoordiger van zijn minderjarige dochter [de dochter] . Op 16 oktober 2019 heeft [de dochter] , die toen 12 jaar oud was, een fietsongeluk gehad, waarbij [naam1] betrokken was. [de vader] heeft aangevoerd dat [de dochter] door het fietsongeval zowel materiele als immateriƫle schade heeft geleden en nog steeds lijdt. [de vader] acht [naam1] dan wel haar curatoren voor deze schade aansprakelijk.

2.2.

[naam1] heeft een licht verstandelijke beperking en staat onder curatele van de curatoren. Uit het contact van [de vader] met de curatoren is [de vader] gebleken dat [naam1] niet WA-verzekerd was.

2.3.

[de vader] is een procedure bij de rechtbank begonnen. Hij heeft zowel van [naam1] als van de curatoren vergoeding van de door [de dochter] geleden schade gevorderd. Aan zijn vordering legt hij primair een onrechtmatige daad van [naam1] en daarnaast schending van de zorgplichten door de curatoren jegens [naam1] en [de dochter] ten grondslag. De curatoren hebben verweer gevoerd. In het vonnis van 14 juli 2021 heeft de rechtbank Overijssel [de vader] in zijn vorderingen niet-ontvankelijk verklaard en is [de vader] veroordeeld in de proceskosten.

2.4.

Bij exploot van 7 oktober 2021 heeft [de vader] hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Deze procedure is bij het hof bekend onder zaaknummer 200.301.650/01. In de procedure is een mondelinge behandeling na aanbrengen gehouden, waarbij is gesproken over het horen van getuigen. De zaak staat nu op de rol voor het nemen van een memorie van antwoord door de curatoren.

2.5.

[de vader] heeft het hof in deze procedure verzocht om een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. Het verzoek van [de vader] ziet op het horen van drie getuigen om duidelijkheid te verkrijgen over de toedracht van het fietsongeval. De curatoren hebben in reactie op het verzoekschrift zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.

2.6.

Het hof stelt vast dat het verzoek van [de vader] voldoet aan de eisen die de wet daaraan stelt. Nu [de vader] onweersproken heeft gesteld belang te hebben bij het verzoek, de curatoren geen bezwaren hebben aangevoerd tegen het verzoek en het hof ook overigens niet is gebleken van gronden voor afwijzing, kan het verzoek van [de vader] in beginsel worden toegewezen.

2.7.

Voor toewijzing van het verzoek is nog wel nodig dat het hof [de vader] daarin kan ontvangen. [de vader] heeft voor het indienen namens [de dochter] van dit verzoek om een voorlopig getuigenverhoor machtiging van de kantonrechter nodig (artikel 1:349 lid 1 jo artikel 1:253k BW). Die machtiging ontbreekt nog. De machtiging die de kantonrechter [de vader] voor het instellen namens [de dochter] van de eis in de genoemde dagvaardingsprocedure heeft gegeven is daarvoor niet voldoende. Het hof zal alvorens verder te beslissen [de vader] de gelegenheid geven deze machtiging binnen twee maanden na vandaag over te leggen. De machtiging dient de reeds verrichte en alsnog te verrichten proceshandelingen namens [de dochter] te betreffen.

3
3. De beslissing

Het hof, beschikkende:

stelt [de vader] in de gelegenheid de machtiging van de kantonrechter als bedoeld artikel 1:349 BW uiterlijk vrijdag 14 april 2023 aan het hof te overleggen;


houdt iedere verdere beslissing aan.

Deze beschikking is gegeven door J.H. Lieber, R. Prakke-Nieuwenhuizen en M.S.A. van Dam en is in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.