De vader is op zijn beurt met twee grieven in incidenteel hoger beroep gekomen. De vader verzoekt het hof na vermeerdering van zijn verzoeken:
I. te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij hem zal zijn en
primair een zorgregeling vast te stellen tussen de moeder en [de minderjarige] waarbij [de minderjarige] eens in de veertien dagen een weekeinde van vrijdagavond 19.00 uur tot zondagavond 19.00 uur bij de moeder zal zijn, plus de helft van de vakanties een feestdagen, waarbij de moeder zorg draagt voor het vervoer,
subsidiair, in het geval het hof het verzoek onder I afwijst, een zorgregeling vast te stellen waarbij [de minderjarige] in een periode van veertien dagen de ene week bij de vader is van donderdag 7.30 uur tot zaterdag 7.30 uur en in de andere week van woensdag 15.00 uur tot maandag 7.30 uur, plus de helft van de vakanties en feestdagen;
II. aan het bevel aan de moeder om voor 12 december 2023 terug te verhuizen op de wijze als hiervoor onder 4.1 is vermeld, alsnog een dwangsom te verbinden van € 250,- per dag dat zij hiermee in gebreke blijft;
III. de vader vervangende toestemming te verlenen [de minderjarige] in te schrijven op basisschool [naam1] in [woonplaats2] ,
met veroordeling van de moeder in de kosten van het geding bij de rechtbank en bij dit hof.