Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:GHARL:2023:8196

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
28-09-2023
04-10-2023
200.326.112
Personen- en familierecht
Hoger beroep

Aanvangsvergoeding voor de opvolgend bewindvoerder en beloning voor voormalig bewindvoerder voor het maken van de eindrekening en verantwoording.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.326.112

(zaaknummer rechtbank Gelderland 10241705)

beschikking van 28 september 2023

inzake

[verzoeker1] ,

woonplaats kiezende te [woonplaats1] ,

verzoeker in hoger beroep,

verder te noemen: [verzoeker1] ,

advocaat: mr. W.B. Brusse te Almelo,

en

[verzoeker2] ,

woonplaats kiezende te [woonplaats1] ,

verzoeker in hoger beroep,

verder te noemen: voormalig bewindvoerder,

advocaat: mr. W.B. Brusse te Almelo.

Als belanghebbende is aangemerkt:

[de rechthebbende] ,

wonende in [woonplaats2] ,

verder te noemen: rechthebbende.

1 De procedure bij de rechtbank

Het hof verwijst voor de procedure bij de rechtbank naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, team bewind en erfrecht, locatie Zutphen) van

25 januari 2023, uitgesproken onder voormeld zaaknummer, hierna ook te noemen: de bestreden beschikking.

2 De procedure bij het hof

Het hof heeft op 24 april 2023 het beroepschrift met producties ontvangen.

3 Feiten

3.1

De goederen van de rechthebbende zijn onder bewind gesteld. [verzoeker2] , heeft de kantonrechter verzocht om hem als bewindvoerder te ontslaan met benoeming van [verzoeker1] als opvolgend bewindvoerder. Het betreft dus een ontslag en opvolging op eigen verzoek.

3.2

Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter, voor zover hier van belang:

- op eigen verzoek, met ingang van 1 april 2023, [verzoeker2] , ontslagen als bewindvoerder ten behoeve van rechthebbende;

- met ingang van 1 april 2023 benoemd tot opvolgend bewindvoerder over

rechthebbende: [verzoeker1] ;

- bepaald dat de ontslagen bewindvoerder binnen twee maanden na ontslagdatum eindrekening en -verantwoording dient af te leggen over het gevoerde beheer aan de opvolgend bewindvoerder;

- bepaald dat de beloning voor aanvangswerkzaamheden niet ten laste van het vermogen van rechthebbende mag worden gebracht;

- bepaald dat aan de ontslagen bewindvoerder geen beloning toekomt voor het opmaken van de eindrekening en verantwoording;

- de jaarbeloning van de bewindvoerder vastgesteld overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;

- bepaald dat de bewindvoerder uiterlijk 1 april 2028 middels het daarvoor bestemde formulier de vijfjaarlijkse evaluatie moet indienen.

4 Omvang van het geschil

De voormalig en opvolgend bewindvoerder zijn met drie grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Zij verzoeken de bestreden beschikking te vernietigen en verzoeken alsnog aan de opvolgend bewindvoerder de beloning toe te kennen voor de aanvangswerkzaamheden en aan de voormalig bewindvoerder de beloning voor het opmaken van de eindrekening en verantwoording, als bepaald in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren, te vermeerderen met de toepasselijke indexering, kosten rechtens.

5 De motivering van de beslissing

5.1

In geschil is of in de situatie(s) dat een bewindvoerder op eigen verzoek wordt ontslagen, de opvolgend bewindvoerder aanspraak kan maken op een vergoeding voor aanvangskosten en zo ja, voor welk bedrag. Daarnaast is de vraag of de voormalig bewindvoerder aanspraak kan maken op een beloning voor het opmaken van de eindrekening en verantwoording. De beslissing van de kantonrechter komt erop neer dat de voormalig bewindvoerder en de opvolgend bewindvoerder deze vergoeding niet ontvangen.

5.2

In artikel 1:447 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald dat de bewindvoerder aanspraak heeft op beloning overeenkomstig de regels die daaromtrent bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie zijn vastgesteld. Per 1 januari 2015 geldt de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 4 november 2014, nr. 577811 (hierna: de Regeling).

5.3

Op grond van artikel 3 lid 1 van de Regeling stelt de kantonrechter die de bewindvoerder, bedoeld in artikel 1:435 lid 7 BW, benoemt, diens beloning vast overeenkomstig het bepaalde in het tweede tot en met vijfde lid. In artikel 3 lid 5 van de Regeling is bepaald dat de kantonrechter naast de jaarbeloning in voorkomende gevallen een beloning voor aanvangswerkzaamheden toekent en een beloning voor het opmaken van een eindrekening en -verantwoording.

5.4

Uit (de toelichting bij) de Regeling volgt dat uitgangspunt is dat de beloning voor de bewindvoering voor rekening komt van de rechthebbende. Indien de rechthebbende de kosten van de beloning zelf niet kan dragen, komen die kosten in aanmerking voor vergoeding uit de bijzondere bijstand. Voor het jaar 2023 bedraagt de in de Regeling neergelegde beloning voor aanvangswerkzaamheden € 586,- en de beloning voor het opmaken van een eindrekening en -verantwoording € 220,-.

5.5

De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 23 juni 20231 als volgt geoordeeld.

““Uit de toelichting op de Regeling beloning blijkt (a) dat de regeling als bindend instrument is ingevoerd om de rechtsverscheidenheid terug te dringen die tot dan toe gold; (b) dat uitgangspunt van de regeling is dat de bewindvoerder adequaat wordt beloond voor de uitoefening van zijn taken; (c) dat aan de regeling een forfaitair systeem ten grondslag ligt, waarbij de beloning geldt als een gemiddelde, met als doel de administratieve afhandeling te vereenvoudigen en de regeldruk voor bewindvoerders en de rechterlijke macht te verminderen. (hof: de Hoge Raad verwijst in de hier opgenomen voetnoot 3 naar: Toelichting, Stcrt. 10 november 2014, nr. 32149, p. 6.)

Hieruit volgt dat ook een opvolgende bewindvoerder recht heeft op een adequate beloning voor aanvangswerkzaamheden die hij moet verrichten. Ook volgt hieruit dat bij de toekenning van die beloning en de bepaling van de hoogte daarvan rechtsverscheidenheid moet worden voorkomen, en dat is gekozen voor een forfaitair systeem omdat dit eenvoudig is te hanteren en leidt tot een gemiddeld genomen adequate beloning. Met deze uitgangspunten strookt, mede gezien de omstandigheid dat de wetgever geen onderscheid heeft gemaakt tussen aanvangswerkzaamheden die een bewindvoerder aan het begin van een bewind moet verrichten en aanvangswerkzaamheden die een opvolgende bewindvoerder tijdens dat bewind moet verrichten, dat ook de eerste werkzaamheden van een opvolgende bewindvoerder vallen onder de reikwijdte van het begrip ‘aanvangswerkzaamheden’ in art. 3 lid 5, onder a, Regeling beloning. Dit geldt ongeacht de reden van de opvolging van de voormalige bewindvoerder en ongeacht wie het ontslag heeft verzocht.

Opmerking verdient dat uit hetgeen hiervoor in 3.3 is overwogen ook volgt dat een voormalige bewindvoerder in een geval als in dit geding aan de orde, waarin wegens pensionering om ontslag is verzocht, aanspraak kan maken op de beloning die art. 3 lid 5, onder d, Regeling beloning toekent voor het opmaken van een eindrekening en verantwoording”.

5.6

Dit betekent dat de opvolgend bewindvoerder aanspraak heeft op een volledige vergoeding voor aanvangswerkzaamheden volgens artikel 3 lid 5 van de Regeling. De voormalig bewindvoerder heeft aanspraak op een volledige vergoeding voor het opmaken van een eindrekening en verantwoording volgens artikel 3 lid 5 van de Regeling.

6 De slotsom

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, slagen de grieven. Het hof zal de bestreden beschikking, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, vernietigen en beslissen als volgt.

7 De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:

vernietigt de beschikking van de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, team bewind en erfrecht, locatie Zutphen) van 25 januari 2023, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en in zoverre opnieuw beschikkende:

bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder aanspraak kan maken op de in artikel 3 lid 5, onder a, in de Regeling genoemde beloning voor aanvangswerkzaamheden van € 586,-;

bepaalt dat de voormalig bewindvoerder aanspraak kan maken op de in artikel 3 lid 5, onder a, in de Regeling genoemde beloning voor het maken van de eindrekening en verantwoording van € 220,-;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,

wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mrs. J.H. Lieber, R. Prakke-Nieuwenhuizen en P.B. Kamminga, bijgestaan door mr. I.T.M.W. Smulders-Jacobs als griffier, en is op

28 september 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.

1 Hoge Raad 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:964 (https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2023:964)

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.