Bij brieven van 8 april 2019 heeft de Inspectie aangepaste conceptrapporten (hierna: de conceptrapporten II) aan de scholen voorgelegd. Deze zijn wederom, voor zover in hoger beroep van belang, identiek, behalve als het gaat om de waardering van de onderwijsresultaten van de IBA.
In de samenvatting staat onder het kopje “Wat moet beter” hetzelfde oordeel als in de rapporten I. In het lichaam is de volgende toelichting opgenomen:
“Aan de volgende wettelijke vereisten wordt niet voldaan: (…) Art. 2a, 11c lid 2, 23a en 33 WVO; art. 21 en 22 Inrichtingsbesluit WVO en mede in het licht van art. 32e en 36 WVO, en artikel 6g WVO: Er wordt geen onderwijs in het vak Duits verzorgd. Er is voor het vak Duits geen bevoegde docent benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming. Het aanbod in het vak wordt niet verzorgd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag en van instructie of het overdragen van kennis is geen sprake.
(…)
Uit het onderzoek op de school en het nader onderzoek blijkt de onderwijspraktijk voor het vak als volgt georganiseerd:
[samenvatting van de toelichting van de stichtingen en van interviews met de coördinator Duits en met leerlingen, hof].
Samenvattend stelt de inspectie ten aanzien van het vak Duits het volgende vast:
• Er wordt geen onderwijs in de Duitse taal verzorgd op de school.
• Op de school is geen docent aanwezig die het onderwijs in het Duits verzorgt.
• Er wordt geen onderwijs in de Duitse taal verzorgd via afstandsonderwijs.
• Leerlingen worden in de gelegenheid gesteld zich zelfstandig de kerndoelen Duits eigen te maken met behulp van 'Workbook'. Zij kunnen dit doen tijdens de blokken 'begeleid werken' op school of thuis.
• De mentor controleert regelmatig hoe ver de leerlingen zijn met het doorwerken van 'Workbook'.
• De leerstof in 'Workbook' is dekkend voor de kerndoelen.
• Naast de schriftelijke toetsen in 'Workbook' worden in de onderbouw 7 keer mondelinge toetsen afgenomen via skype.
• Er staat geen informatie over het aanbod Duits in de schoolgids en/of het schoolplan.
• Er zijn geen docenten Duits benoemd of tewerkgesteld door het bevoegd gezag.
• De vier personen die betrokken zijn bij de afname van de mondelinge toetsen Duits, zijn niet in dienst van het bevoegd gezag.
• Van de vier personen die betrokken zijn bij de afname van mondelinge toetsen Duits, is slechts de vrijwillig werkende supervisor bevoegd om het vak Duits te geven.
• Deze vier personen komen nooit naar de school om met de leerlingen te spreken of onderwijs in het vak Duits te geven.
• Deze vier personen komen nooit naar de school om met ouders contact te onderhouden.
• Deze vier personen dragen geen verantwoordelijkheid voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de school; zij bemoeien zich niet met de pedagogisch-didactische aanpak op de school en de wijze waarop daar uitvoering aan wordt gegeven; zij maken geen deel uit van het lerarenteam van de school.
• Deze vier personen nemen geen initiatief tot sessies via Skype over het vak Duits met leerlingen, behalve om toetsen af te nemen. Leerlingen hebben niet de indruk dat zij voor sessies via Skype bij deze vier personen terecht kunnen.
• Deze vier personen worden niet door het bevoegd gezag aangestuurd, laat staan dat zij dagelijks door het bevoegd gezag worden aangestuurd.
• De MR heeft niet ingestemd met de werkwijze voor het vak Duits en ook niet met het PTA voor het vak Duits.
Door het vak Duits op deze wijze in te vullen, voldoet het bevoegd gezag niet aan de basale eisen voor onderwijskwaliteit (artikelen art. 23a WVO en wordt bovendien niet voldaan aan de eisen die de WVO stelt.
[i)] Op grond van de WVO moet het bevoegd gezag allereerst zorgdragen voor de kwaliteit van het onderwijs (art. 23a WVO). Leraren dienen ook door het bevoegd gezag te worden benoemd of tewerkgesteld (art. 33 lid 1 WVO). Om als bevoegd gezag de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor het onderwijs te kunnen nemen, dient het bevoegd gezag de docenten ook dagelijks aan te sturen (…). [ii)] Het onderwijs kan slechts worden verzorgd door een docent die voldoet aan de kwaliteitseisen en dit onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag (art. 2a, 33 en 36 WVO) (…).
[iii)] [Leraren] dienen verantwoordelijkheid te dragen voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de school. Zij moeten invloed hebben op de inhoud van de lesstof, de wijze waarop deze wordt aangeboden en de middelen die daarbij worden gebruikt. Zij moeten deel uitmaken van het lerarenteam van de school. Zij dienen verantwoordelijkheid te nemen voor de te hanteren pedagogisch-didactische aanpak op de school en de wijze waarop daar uitvoering aan wordt gegeven, waaronder de begeleiding van de leerlingen en de contacten met de ouders. Zij dienen dus contact met ouders te onderhouden, en vanzelfsprekend het onderwijs aan leerlingen te verzorgen (zie o.a. art. 32e WVO, hoofdstuk 2 van het Besluit bekwaamheidsvereisten en art. 33 WVO ).
[iv)] Onderwijs moet bovendien gegeven worden (…). Daarbij is van belang dat daadwerkelijk onderwijstijd voor het betrokken vak wordt ingeroosterd. (…)
Aan deze eisen van de Wet op het voortgezet onderwijs
• wordt niet voldaan als leerlingen in hoofdzaak door zelfstudie zich een vak eigen moeten maken;
• wordt niet voldaan als leerlingen een vak in hoofdzaak buiten de school kunnen of moeten volgen;
• wordt niet voldaan als het onderwijs in een vak in hoofdzaak of zelfs geheel door leraren wordt gegeven die niet of nauwelijks op de school aanwezig zijn, die geen onderdeel uitmaken van het lerarenteam en geen verantwoordelijkheid nemen (en ook niet kunnen nemen) voor het proces op de school;
• wordt niet voldaan als onderwijs in een vak in hoofdzaak of zelfs geheel wordt gegeven door leraren die niet door het bevoegd gezag zijn benoemd of tewerkgesteld, of zelfs in het geheel niet bevoegd zijn.” (indeling in de punten i) t/m iv) toegevoegd door het hof, zie hierna onder 5.20).
Deze toelichting wordt gevolgd door dezelfde tabel met afspraken over vervolgtoezicht als in de rapporten I.
De conceptrapporten II bevatten aangepaste passages met betrekking tot de medezeggenschap.