De Ontvanger heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 juni 2020 het bezwaar ongegrond verklaard en daarbij het volgende vermeld:
“Volgens artikel 28a Invorderingswet 1990 (hierna: IW) dient invorderingsrente vergoed te worden indien de ontvanger aan een belastingplichtige uit te betalen bedrag niet binnen zes weken na de dagtekening van de daarmee strekkende belastingaanslag betaald. In uw geval is er geen belastingaanslag maar een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 7 oktober 2019 (kenmerk BK-19/00134) waarin bepaald is dat de ontvanger aan u een bedrag diende terug te betalen.
Volgens artikel 16 van de Instructie Invordering en Belastingdeurwaarders hierna: IIB) vergoedt de ontvanger vanaf 1 januari 2013 in beginsel geen invorderingsrente meer over een terugbetaling.
Op de regel dat de ontvanger geen invorderingsrente vergoedt zijn uitzonderingen mogelijk die ook in artikel 16 IIB genoemd worden.
Een van deze uitzonderingen is het geval waarin de ontvanger te lang doet over een uitbetaling. Te lang is in dit verband zes weken, te rekenen vanaf de dag waaruit het recht op terugbetaling voortvloeit, in casu voornoemde uitspraak van Gerechtshof Den Haag.
De rentevergoeding wordt berekend met ingang van de dag na de dagtekening waaruit het recht tot terugbetaling voortvloeit tot de dag voorafgaand aan die van de uitbetaling. In uw geval begint de termijn te lopen de dag waaruit het recht tot terugbetaling voortvloeit, te weten 7 oktober 2019.
Het besluit van 20 april 2020 stelt dat het bedrag van € 753 vóór 12 november 2019 door de ontvanger voldaan had dienen te zijn. De datum 12 november 2019 is immers zes weken na de uitspraak van Gerechtshof Den Haag van 7 oktober 2019. Het bedrag is door de ontvanger echter eerst op 4 december 2019 aan u gerestitueerd.
De invorderingsrente is gelijk aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties. Deze wordt halfjaarlijks bij AMvB vastgesteld volgens artikel 6:120 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek en bedraagt 2%.
De berekening van het aan u vergoede bedrag aan invorderingsrente is als volgt: De periode van 12 november 2019 tot 4 december 2019 beslaat 23 dagen. 2% van € 753 is € 15,06, gedeeld door 365 dagen per jaar, maal 23 dagen is € 0,94. Aan u had vergoed moeten worden, afgerond, € 1. Abusievelijk is de ontvanger in het besluit van 20 april 2020 uitgegaan van een percentage invorderingsrente van 4%. Gerekend met de data hiervoor kwam de ontvanger uit op € 1,89, wat naar boven is afgerond op € 2.
Het besluit tot het vergoeden van € 2 invorderingsrente is derhalve zorgvuldig tot stand gekomen en gebaseerd op dwingendrechtelijke bepalingen.”