Silver is in hoger beroep gekomen omdat zij het niet eens is met het vonnis. Zij heeft verschillende grieven naar voren gebracht. Ook heeft zij haar eis gewijzigd. Silver vordert in hoger beroep (zakelijk weergegeven en, ten aanzien van vordering II, met inachtneming van de mondelinge aanvulling van Silver op de zitting):
I een bevel aan de Staat om de FGzPt te gebieden om alle aspecten in de Regeling die betrekking hebben op art. 3 Wet BIG, onmiddellijk te schrappen en de beschermde titels uit art. 3 Wet BIG uit de Regeling te verwijderen;
II een bevel aan de Staat om de FGzPt te gebieden om alle overige aspecten die volgen uit de Regeling van de FGzPt, waaronder (sub)regelingen, besluiten van commissies, erkennings- en kwaliteitskaders en alle overige documenten en gedragingen van de FGzPt, die betrekking hebben op art. 3 Wet BIG, onmiddellijk te schrappen, zodat niet in sub-regelingen of enig ander document of handelen dezelfde situatie (het onrechtmatig gebruik van de beschermde titels en het opstellen van buitenwettelijke regels of aanvulling e.d. betreffende artikel 3-beroepen) feitelijk blijft bestaan, althans een in goede justitie te bepalen opdracht hiertoe;
III een bevel aan de Staat om een afschrift van de hiervoor in I en II genoemde opdrachten aan de FGzPt te publiceren in de Staatscourant en
IV toe te zenden aan de door de minister aangewezen opleidingsinstellingen;
V een bevel aan de Staat om de opleidingsinstellingen te verbieden om gebruik te maken van de Regeling en alle overige aspecten die volgen of voortkomen uit de Regeling van de FgzPt, waaronder (sub)regelingen, besluiten van commissies, erkennings- en kwaliteitskaders en alle overige documenten van de FGzPt in het kader van de opleiding;
VI van het onder I tot en met V gevorderde afschriften aan Silver te verstrekken,
een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van de Staat in de proceskosten.
Korte weergave van de grieven