3.1.4. Mevrouw [A] is in 2019 overleden.
3.1.5. [appellant] heeft bij brief 18 mei 2019 aan een van de bestuurders van TVO, de heer [bestuurder] , onder meer het volgende bericht:
"Met dit schrijven bevestigen wij schriftelijk de reeds mondeling gemelde situatie omtrent het eigendom van de [adres 2] . Op woensdag 24 april 2019 en bij herhaling op vrijdag 17 mei jongstleden is (...) medegedeeld dat de tuin van de [adres 2] niet behoort tot het eigendom van de kavel met kadastraal nummer [nummer 2] .
Op basis van artikel 3:105 BW is het omheinde gedeelte achter de [adres 2] door
bevrijdende verjaring niet langer uw eigendom. In dit kader hebben ondergetekenden u gewezen op de onjuiste opgave van het oppervlak van de ter verkoop aangeboden kavel behorende bij de woning [adres 2] (...)."
3.1.6. TVO heeft ten aanzien van het perceel op 6 augustus 2019 een koopovereenkomst gesloten met [geïntimeerde] .
3.1.7. Het perceel is vervolgens op 10 januari 2020 geleverd aan [geïntimeerde] . In de leveringsakte van diezelfde datum is onder meer het volgende bepaald:
“
Levering
Verkoper heeft verkocht en levert op grond daarvan bij dezen aan koper, die heeft gekocht en bij deze aanvaardt:
Omschrijving registergoed
het recht van eigendom met betrekking tot een perceel grond met het daarop gestichte woonhuis met verder toebehoren, plaatselijk bekend
[adres 2] te [woonplaats]
(postcode [postcode] ), kadastraal bekend gemeente [woonplaats] sectie [nummer 2] , groot één are en drieëndertig centiare (1 a en 33 ca),
(…)
Bedingen
(…)
3. b. Alle aanspraken die verkoper ten aanzien van het verkochte kan of zal kunnen doen gelden tegenover derden, waaronder begrepen bouwers,(onder)aannemers, installateurs en leveranciers, zoals wegens verrichte werkzaamheden of terzake van aan het verkochte toegebrachte schade, worden bij dezen voorzover nodig en mogelijk geleverd aan koper, zonder dat verkoper terzake tot vrijwaring verplicht is.
Koper neemt deze aanspraken aan. Verkoper geeft onherroepelijk volmacht
aan koper om mededeling van deze overdracht te doen aan vorenbedoelde
derden.
(…)
Bijzondere bepalingen
Koper is door verkoper in kennis gesteld van de brief van mevrouw [echtgenote appellant]
en de heer [appellant] d. d. 18 mei 2019 waarin zij - zij zijn eigenaar van
het naastgelegen perceel plaatselijk bekend [adres 1] te [woonplaats] -
stellen door bevrijdende verjaring eigenaar te zijn geworden van het omheinde
gedeelte van de tuin behorende bij de onroerende zaak, partijen genoegzaam bekend.
Koper is er derhalve mee bekend, dat de eigendom van de onroerende zaak in
verband met deze claim niet volledig aan hem zal worden overgedragen, en aanvaardt
zulks en het daaraan verbonden risico.
Koper doet afstand van alle vorderingsrechten die hij ter zake op verkoper kan doen
gelden en neemt derhalve nadrukkelijk het risico op zich, dat als gevolg van deze
aanspraak van de buren de onroerende zaak niet volledig in eigendom aan hem wordt
overgedragen zonder dat hij ter zake enig verhaalsrecht kan uitoefenen jegens
verkoper wiens aansprakelijkheid hiervoor nadrukkelijk uitgesloten is."
3.1.8. De advocaat van [geïntimeerde] heeft vervolgens verschillende malen, voor het eerst bij brief van 29 januari 2020, [appellant] gesommeerd om de door hem geplaatste hekken op het perceel te verwijderen en [geïntimeerde] toegang te geven tot de volledige tuin, het water en de steiger.