De Heffingsambtenaar heeft met dagtekening 3 juni 2021 bij één geschrift uitspraak op bezwaar gedaan op zowel het bezwaar van belanghebbende als de bezwaren van zeventien andere belastingplichtigen. De bezwaren zijn niet-ontvankelijk verklaard. In de in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. [belanghebbende]
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
[aanslagnummer] t.n.v. (…)
Deze zijn binnen de wettelijke termijn van zes weken verzonden. Hoewel u diverse malen de gelegenheid heeft gekregen om uw bezwaarschriften te voorzien van een machtiging, heeft u hier geen gebruik van gemaakt. Daarom voldoen uw bezwaarschriften niet aan de eisen van de wet en zijn deze niet-ontvankelijk. Toch hebben wij uw bezwaarschriften ambtshalve in behandeling genomen. U kunt niet in beroep gaan tegen deze ambtshalve besluiten.
Van uw verzoek om gehoord te worden is afgezien, omdat uw bezwaar niet-ontvankelijk is (art. 7:3 Awb).