Getuige [persoon B] heeft onder meer verklaard:
“Na de mail van 11 april, waarvoor 19 april, heb ik een telefoongesprek gevoerd met [persoon B] . Wij hebben tijdens dat gesprek gesproken over het opstellen van de overeenkomst van geliberaliseerde pacht. [persoon B] heeft mij tijdens dat gesprek gezegd dat ik de overeenkomst kon opstellen en aan [persoon E] te versturen. Na het telefoongesprek heb ik [persoon B] een mail gestuurd op 19 april 2018 om 10:44 uur. Ik heb de afspraak zoals gemaakt tijdens het telefoongesprek bevestigd in die mail. Namelijk: dat ik de overeenkomst van geliberaliseerde pacht zou opstellen. De hoogte van mijn tijdsbesteding is tijdens het telefoongesprek niet aan de orde gekomen, maar de tijdsbesteding volgt ook uit de mail. Het tarief van € 100,- per uur is wellicht niet in het telefoongesprek aan de orde gekomen, maar in dat telefoongesprek is wel besproken dat ik het werk doe, en dat betekent dat daarvoor wordt betaald. [persoon B] heeft niet gereageerd op mijn mail met het tarief. Het tarief van € 100,- per uur is overigens hetzelfde als het tarief voor het werk dat ik heb gedaan voor de familie [[M]], niet het opstellen van de overeenkomst, maar het werk daarvoor. Ik wijs ook op mijn mail van 19 april om 10:33 uur aan [persoon B] , met informatie over mijn tijdsbesteding. Ik heb ook op deze mail geen reactie gehad van [persoon B] , niet in een mail maar ook niet telefonisch of op andere wijze. Ik bedoel daarmee dat hij, [persoon B] , daar nooit op in is gegaan, in die zin dat hij het er niet mee eens was.”
Getuige [persoon B] heeft onder meer verklaard:
Ik heb zelf als privé persoon noch als directeur van Lunaria BV noch van mijn praktijkvennootschap opdracht gegeven aan AGL voor het maken van een pachtovereenkomst tussen [persoon C] en de erven [[M]] . Ik heb in dit kader niet ingestemd met de voorwaarden die AGL heeft gesteld in haar e-mail van 19 april. Dat is de e-mail waarin het uurtarief van € 100 is genoemd. (…)
Lunaria BV is er natuurlijk wel, maar ik gebruikte de BV voor bepaalde zaken. Ik heb in al mijn contacten met [persoon B] nooit gesproken over Lunaria. Ik heb nooit gezegd dat Lunaria een rol zou spelen op dit terrein. In de e-mails van 16 en 19 april 2018 vraagt [persoon B] specifiek om toestemming van mij om een opdracht te geven. Die toestemming heb ik niet willen geven, omdat ik de cliënten niet wilde belasten voor kosten die niet nodig waren.