Doelstelling van het inzagerecht ingevolge de AVG is voorts de controlebevoegdheid t.a.v. de juiste verwerking van persoonsgegevens.
5.5.1.
Uit HvJ 26 oktober 2023, C. 307/22 (ECLI:EU:C:2023:811), als ook al deels geciteerd in de tussenbeschikking, blijkt dat het nastreven van een tweede of ander belang bij de verkrijging van inzage op zich geen bezwaar hoeft te zijn:
Het HvJ oordeelt onder meer (vet GHSHE):
“35 Zoals het Hof reeds heeft geoordeeld, blijkt uit de tekstuele analyse van artikel 15, lid 3, eerste volzin, AVG dat deze bepaling de betrokkene het recht verleent om een getrouwe reproductie te verkrijgen van zijn – in ruime zin opgevatte – persoonsgegevens die zijn bewerkt op een manier die moet worden aangemerkt als „verwerking [door de verwerkingsverantwoordelijke]” (arrest van 4 mei 2023, Österreichische Datenschutzbehörde en CRIF, C 487/21, EU:C:2023:369, punt 28).
(…)
38 Vastgesteld moet worden dat noch de bewoordingen van artikel 12, lid 5, AVG, noch die van artikel 15, leden 1 en 3, van deze verordening de kosteloze verstrekking van een eerste kopie van de persoonsgegevens afhankelijk stellen van de voorwaarde dat deze personen een reden aanvoeren voor hun verzoek. Deze bepalingen bieden de verwerkingsverantwoordelijke dus niet de mogelijkheid om te verlangen dat de betrokkene zijn verzoek om inzage motiveert.
(…)
43 Aangezien de betrokkene – zoals blijkt uit punt 38 van het onderhavige arrest – zijn verzoek om inzage van de gegevens niet hoeft te motiveren, kan de eerste volzin van overweging 63 niet aldus worden uitgelegd dat dit verzoek moet worden afgewezen indien het een ander doel heeft dan het zich op de hoogte stellen van de verwerking van de gegevens en de rechtmatigheid ervan te controleren. Deze overweging kan immers de in punt 35 van het onderhavige arrest in herinnering gebrachte draagwijdte van artikel 15, lid 3, AVG niet beperken.
(…)
49 Bijgevolg maken artikel 12, lid 5, en artikel 15, leden 1 en 3, AVG deel uit van de bepalingen waarmee wordt beoogd ten aanzien van de betrokkene dit recht van inzage en de transparantie van de wijze van verwerking van persoonsgegevens te waarborgen [zie in die zin arrest van 12 januari 2023, Österreichische Post (Informatie over de ontvangers van persoonsgegevens),C 154/21, EU:C:2023:3, punt 42].
50 Het beginsel dat de eerste kopie van de gegevens kosteloos is en de omstandigheid dat voor het verzoek om inzage geen specifieke redenen hoeven te worden aangevoerd, dragen er noodzakelijkerwijze toe bij dat de uitoefening door de betrokkene van de hem door de AVG verleende rechten wordt vergemakkelijkt.
51 Gelet op het belang dat de AVG toekent aan het door artikel 15, lid 1, AVG gewaarborgde recht van inzage van persoonsgegevens die worden verwerkt om dergelijke doelstellingen te bereiken, kan de uitoefening van dat recht derhalve niet worden onderworpen aan voorwaarden
waarin de Uniewetgever niet uitdrukkelijk heeft voorzien,
zoals de verplichting om zich te beroepen op een van de in overweging 63, eerste volzin, AVG vermelde redenen.
52 Gelet een en ander moet op de eerste vraag worden geantwoord dat artikel 12, lid 5, en artikel 15, leden 1 en 3, AVG aldus moeten worden uitgelegd dat de verwerkingsverantwoordelijke
ook verplicht is
om aan de betrokkene kosteloos een eerste kopie van de hem betreffende persoonsgegevens die worden verwerkt te verstrekken
wanneer dit verzoek wordt gedaan met een ander doel
dan de in overweging 63, eerste volzin, van die verordening vermelde doeleinden. “