In haar beschikking van 6 januari 2017 heeft de deelgeschilrechter de hierna in 3.2.1 t/m 3.2.3 genoemde feiten vastgesteld. De rechtbank heeft deze feiten in het vonnis waarvan beroep overgenomen. Ook het hof gaat van deze feiten uit nu daartegen in hoger beroep geen grieven zijn gericht. Het hof stelt voorts een aantal andere feiten vast die in hoger beroep tussen partijen vaststaan. Het gaat daarbij om het volgende.
3.2.6
Op door [geïntimeerde] en ASR gesloten AVB zijn (naast de Algemene Voorwaarden bedrijfsverzekeringen) van toepassing de bijzondere voorwaarden AVB 06-2.
Artikel 1 ‘Aanvullende begripsomschrijvingen’ vermeldt in aanhef en onder 5 dat “wij” verstaan onder ‘Motorrijtuig’: ‘een motorrijtuig, zoals omschreven in artikel 1 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.’
Artikel 7 ‘Aanvullende uitsluitingen’ houdt in aanhef en onder 4 in:
‘(…) Naast de uitsluitingen die in de Algemene Voorwaarden zijn opgenomen gelden de volgende bepalingen (…)
4. Motorrijtuigen
Wij verlenen geen dekking voor de aansprakelijkheid van een verzekerde:
- voor de schade die is veroorzaakt met of door een motorrijtuig dat een verzekerde in eigendom heeft, bezit, houdt, bestuurt, gebruikt of laat gebruiken;
- als opdrachtgever, voor de schade die is veroorzaakt met of door een motorrijtuig dat een niet-ondergeschikte gebruikt in het kader van de uitoefening van het bedrijf of het beroep van de verzekerde,
ongeacht of dat motorrijtuig aan het verkeer deelneemt of dat daarmee werkzaamheden worden verricht.
Deze uitsluiting geldt niet voor:
a. motorrijtuigen in gebruik bij niet-ondergeschikten
de aansprakelijkheid van een verzekerde a1s opdrachtgever, voor de schade die wordt veroorzaakt met of door een motorrijtuig dat een niet-ondergeschikte ten dienste van het bedrijf of beroep van de verzekerde gebruikt en waarvan deze verzekerde geen eigenaar of houder is;
b. motorrijtuigen in gebruik bij ondergeschikten
de aansprakelijkheid van een verzekerde a1s werkgever voor de schade die wordt veroorzaakt met of door een motorrijtuig dat een ondergeschikte ten dienste van het bedrijf of beroep van de verzekerde gebruikt en waarvan:
- een verzekerde als werkgever geen eigenaar of houder is en
- waarover hij niet op grond van huur(koop) en/of leasing beschikt
(…)
e. lading
de aansprakelijkheid van een verzekerde voor de schade die wordt veroorzaakt met of door de lading die wordt vervoerd met een motorrijtuig en:
- zich daaraan, daarin of daarop bevindt en
- daar vanaf of daaruit valt of is gevallen, anders dan tijdens laad- en loswerkzaamheden.
(…)’.
Deze bepaling wordt hierna ook aangeduid als “de motorrijtuigenuitsluiting”.