Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:GHSHE:2025:1008

Gerechtshof 's-Hertogenbosch
10-04-2025
26-06-2025
200.346.037_01
Personen- en familierecht
Hoger beroep

Geen gewichtige redenen tot ontslag van de bewindvoerder. Bekrachtigen van de bestreden beschikking.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht

Uitspraak: 10 april 2025

Zaaknummer: 200.346.037/01

Zaaknummer eerste aanleg: 10905953 MS VERZ 24-203 en 11042726 BM VERZ 24-2367

in de zaak in hoger beroep van:

[de rechthebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekster in hoger beroep,

hierna te noemen: de rechthebbende,

advocaat: mr. M.M. Hoelbeek,

tegen

[de bewindvoerder] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

verweerster in hoger beroep,

hierna te noemen: de bewindvoerder.

Als belanghebbende in deze zaak wordt aangemerkt:

- [de broer van de rechthebbende], hierna te noemen: de broer van de rechthebbende.

In het kort:

Deze zaak gaat over beschermingsbewind. De rechthebbende verzoekt de bewindvoerder te ontslaan en een opvolgend bewindvoerder te benoemen.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 24 juli 2024, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 17 september 2024, heeft de rechthebbende verzocht voormelde beschikking te vernietigen ten aanzien van de afwijzende beslissing op het ontslagverzoek van de rechthebbende en alsnog de huidige bewindvoerder te ontslaan van diens taken en [beoogd opvolgend bewindvoerder] (formeel [beoogd opvolgend bewindvoerder] ) aan te stellen als opvolgend bewindvoerder onder veroordeling van de bewindvoerder in de proceskosten van de rechthebbende te vermeerderen met nakosten en rente.

2.2.

Bij brief, ingekomen ter griffie op 25 februari 2025, heeft de bewindvoerder verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen.

2.3.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 maart 2025. Bij die gelegenheid zijn digitaal gehoord:

  • -

    de rechthebbende, bijgestaan door haar advocaat;

  • -

    de bewindvoerder.

2.3.1.

De broer van rechthebbende is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet naar de mondelinge behandeling gekomen.

2.4.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

  • -

    het V6-formulier met bijlagen namens de rechthebbende, ingekomen ter griffie op 20 februari 2025;

  • -

    de e-mail met bijlagen namens de bewindvoerder, ingekomen ter griffie op 3 maart 2025.

3 De beoordeling

3.1.

Bij beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 28 juli 2023 is een mentorschap ingesteld ten behoeve van betrokkene met benoeming van [de bewindvoerder] tot mentor.

3.2.

Bij beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 26 oktober 2023 zijn met ingang van 16 november 2023 onder bewind gesteld de goederen die (zullen) toebehoren aan de rechthebbende wegens lichamelijke of geestelijke toestand, met benoeming van [de bewindvoerder] tot bewindvoerder.

3.3.

Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter, voor zover in hoger beroep van belang, het verzoek van de rechthebbende tot het ontslag van de bewindvoerder en gelijktijdige benoeming van de voorgestelde opvolgend bewindvoerder afgewezen.

3.4.

De rechthebbende kan zich met deze beslissing niet verenigen en zij is hiervan in hoger beroep gekomen.

3.5.

De rechthebbende voert in het beroepschrift, zoals aangevuld tijdens de mondelinge behandeling, samengevat, het volgende aan.

Er is sprake van een schending van het procesrecht en het recht op een eerlijk proces, omdat de rechthebbende de reactie van de bewindvoerder niet voorafgaand aan de mondelinge behandeling in eerste aanleg heeft ontvangen en zich daardoor toen niet goed heeft kunnen verweren. Dit klemt te meer omdat de rechthebbende in eerste aanleg niet is bijgestaan door een gemachtigde of advocaat.

Anders dan de kantonrechter heeft geoordeeld, is er sprake van gewichtige redenen voor ontslag van de bewindvoerder. Het doel van het bewind was om de rechthebbende te ontzorgen en dat doel is niet bereikt. Integendeel. De rechthebbende ervaart veel stress en onrust door de wijze waarop de bewindvoerder invulling geeft aan het bewind. De bewindvoerder verzuimt haar taken. De bewindvoerder beantwoordt de vragen van de rechthebbende over diverse uitgaven niet. In januari 2024 is een hoger bedrag voor bewind en mentorschap afgeschreven dan gebruikelijk. In februari 2024 is twee keer hetzelfde bedrag voor een verzekeringspakket van [verzekeraar] afgeschreven. Onduidelijk is waar in mei 2024 het vrij besteedbare bedrag van het PGB naartoe is gegaan. In juni 2024 is een bedrag van € 556,35 aan [zorgverzekeraar] betaald, waarbij het voor de rechthebbende niet duidelijk is wat daarvoor de grondslag is. In juni 2024 is eveneens een bedrag van € 1.800,00 aan huur [instantie 1] afgeschreven. Niet duidelijk is waarom dit bedrag zo hoog is. De bewindvoerder weigert maandelijks financiële overzichten per post te verstrekken. Omdat de rechthebbende daardoor geen inzicht krijgt in haar financiën, is zij erg wantrouwig geworden richting de bewindvoerder en is de relatie met de bewindvoerder ernstig en duurzaam verstoord geraakt. De rechthebbende wenst niet meer direct met de bewindvoerder te communiceren en het contact verloopt enkel nog via haar begeleiders bij [instantie 2] , waar de rechthebbende thans woont, en de mentor. Er is een onwerkbare situatie ontstaan waardoor voortzetting van het bewind onder de huidige bewindvoerder niet meer zinvol is. Er is sprake van een totale vertrouwensbreuk.

3.6.

De bewindvoerder voert, zoals aangevuld tijdens de mondelinge behandeling, samengevat het volgende aan.

De rechthebbende kan met hulp van haar begeleiding vanuit [instantie 2] digitaal inloggen en alle inkomsten en uitgaven inzien op haar bankrekening. De rechthebbende heeft nooit gevraagd om bankafschriften of onderliggende stukken per post te sturen. In overleg met de begeleiding van [instantie 2] is een budgetplan opgesteld en dit plan is besproken met de rechthebbende. Wanneer de rechthebbende vragen heeft over inkomsten of uitgaven dan kan zij die vragen stellen, al dan niet met tussenkomst van de begeleiding vanuit [instantie 2] , en worden de vragen beantwoord. Dit geldt ook wanneer de rechthebbende extra geld vraagt voor bijvoorbeeld kleding of de kapper. Als het mogelijk is, wordt extra geld verstrekt. Er moet wel een kleine buffer blijven voor vaste betalingsverplichtingen of onvoorziene kosten. Het genoemde bedrag van € 502,48 voor kosten van bewind en mentorschap is niet terug te vinden op de bankafschriften. De vastgestelde kosten voor bewind en mentorschap zijn wel in rekening gebracht en daarnaast zijn eenmalig intakekosten in rekening gebracht. Die kosten zijn apart gedeclareerd zodat er geen verwarring ontstaat. De kosten voor [verzekeraar] zien op een aanvangsbedrag in februari 2024 ter hoogte van € 59,51 en een eenmalig bedrag aan servicekosten ter hoogte van € 25,00. Het vrij besteedbare bedrag van het PGB is gebruikt voor de kosten van de verhuizing van de rechthebbende. De rechthebbende is in een korte tijd twee keer verhuisd en er was geen spaargeld opgebouwd om deze kosten te dekken. Het bedrag van € 556,35 aan [zorgverzekeraar] is waarschijnlijk een optelsom van losse bedragen. Namens de rechthebbende wordt maandelijks de premie en het eigen risico betaald. De huur van € 1.800,00 is met terugwerkende kracht en in overleg met [instantie 1] betaald.

De vermeende gewichtige reden van het geen klik hebben met de bewindvoerder is onvoldoende ernstig om de wijziging van de persoon van de bewindvoerder te rechtvaardigen. De stress die de rechthebbende ervaart heeft niet te maken met het bewind en de wijze waarop deze wordt uitgevoerd, maar met de psychische gesteldheid van de rechthebbende. De rechthebbende wil graag dat [beoogd opvolgend bewindvoerder] het bewind uitvoert, maar voordat zij overstapte naar de huidige bewindvoerder was zij onder bewind van [beoogd opvolgend bewindvoerder] en ook ontevreden. Dit zal zich in de toekomst opnieuw herhalen en de wijziging van de bewindvoerder is geen oplossing. Het is belangrijk dat wordt voorkomen dat er telkens een wisseling van bewindvoerder is. Dit voorkomt stresssituaties en zorgt voor continuïteit van de bewindvoering. Op dit moment verloopt de samenwerking met de begeleiding van [instantie 2] goed. Het bewind is goed uitvoerbaar.

3.7.

Het hof komt tot de volgende beoordeling.

3.7.1.

Het hof stelt voorop dat voor zover de rechthebbende met haar eerste grief betoogt dat in eerste aanleg het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden, de rechthebbende vanwege de herstelfunctie van het hoger beroep nu alsnog op alle in eerste aanleg in het geding gebrachte stukken heeft kunnen reageren en haar standpunt nader heeft kunnen toelichten. Daarmee is een eventuele schending van het beginsel van een fair trial in de procedure bij de kantonrechter in hoger beroep hersteld, zodat de hierop ziende formele bezwaren van de rechthebbende niet tot vernietiging van de beschikking van de kantonrechter kunnen leiden. Deze grief van de rechthebbende faalt in zoverre.

3.7.2.

Ingevolge artikel 1:448 lid 1 aanhef en sub e en lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de bewindvoerder door de kantonrechter ontslag worden verleend, hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 1:432, eerste en tweede lid BW, dan wel ambtshalve.

3.7.3.

Op basis van de overgelegde stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken, is het hof niet gebleken dat de huidige bewindvoerder haar werkzaamheden niet naar behoren heeft uitgevoerd. De bewindvoerder heeft tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep de door rechthebbende gemaakte verwijten gemotiveerd toegelicht. Daartegenover is namens de rechthebbende verklaard dat hierover geen opmerkingen meer zijn en is op deze punten niet meer concreet gereageerd. Derhalve is niet voldoende onderbouwd noch anderszins aannemelijk geworden dat ter zake deze uitgaven aan de bewindvoerder enig concreet verwijt kan worden gemaakt. Gebleken is voorts dat de bewindvoerder een leefgeldrekening heeft geopend die de rechthebbende, zo nodig met hulp van de begeleiding vanuit [instantie 2] , digitaal kan raadplegen. Dit is ook al meerdere keren gebeurd. Hierdoor heeft de rechthebbende inzage in haar inkomsten en uitgaven. Ook kan de rechthebbende, al dan niet met tussenkomst van de begeleiding vanuit [instantie 2] , vragen stellen over uitgaven of vragen om extra gelden. Het is op geen enkele manier gebleken dat de bewindvoerder stelselmatig nalatig is in het beantwoorden van eventuele vragen. Het functioneren van de huidige bewindvoerder vormt derhalve geen grond voor ontslag.

3.7.4.

Vervolgens ligt de vraag voor of de verstandhouding tussen de rechthebbende en de bewindvoerder dusdanig is verstoord dat dit een gewichtige reden voor het ontslag van de bewindvoerder rechtvaardigt. Weliswaar is het hof ervan overtuigd dat de rechthebbende momenteel veel stress ervaart, maar niet aannemelijk is geworden dat deze stress enkel of voornamelijk wordt veroorzaakt door het handelen van de bewindvoerder. Uit de stukken en hetgeen besproken is tijdens de mondelinge behandeling blijkt dat de rechthebbende kampt met de nodige psychische problematiek in verband waarmee zij zelf verwacht binnen afzienbare termijn op grond van een zorgmachtiging in de zin van de WvGgz gesloten te worden opgenomen. Geenszins kan worden uitgesloten dat deze psychische problematiek een rol speelt in de relatie tussen de rechthebbende en de bewindvoerder en ook zal spelen indien een nieuwe bewindvoerder zou worden benoemd. Gelet hierop en nu de bewindvoerder thans met de mentor van de rechthebbende en haar begeleiders een goede samenwerking heeft en het bewind nog steeds uitvoerbaar acht, wordt onvoldoende grond aanwezig geacht om het ontslag van de bewindvoerder in dit concrete geval te rechtvaardigen.

3.8.

Gelet op het voorgaande ziet het hof geen aanleiding om het verzoek van de rechthebbende toe te wijzen en een nieuwe bewindvoerder te benoemen. Het hof zal de beschikking waarvan beroep bekrachtigen.

Proceskosten

3.9.

Gezien de aard van de procedure zal het hof de proceskosten in hoger beroep compenseren.

4 De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 24 juli 2024, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen;

compenseert de proceskosten in hoger beroep, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mrs. C.N.M. Antens, C.M.J. Peters en J. van Kesteren en is in het openbaar uitgesproken op 10 april 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.