19 oktober 2001
Eerste Kamer
Nr. C00/001HR
AP
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
WE INTERNATIONAL B.V., gevestigd te Utrecht,
EISERES tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. J.L.R.A. Huydecoper,
thans mr. M.J. Schenck,
t e g e n
1. [Verweerster 1], wonende te [woonplaats],
2. [Verweerster 2], wonende te [woonplaats],
3. [Verweerder 3], wonende te [woonplaats],
4. [Verweerder 4], wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerders in cassatie - verder te noemen: [verweerder] c.s. - hebben bij exploit van 24 augustus 1998 eiseres tot cassatie - verder te noemen: WE - gedagvaard voor de Kantonrechter te Wageningen en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat de huurverhouding tussen [verweerder] c.s. en WE als huurder ter zake van de onroerende zaak, gelegen aan de [a-straat 1] te [woonplaats], per 1 april 1999 zal eindigen, althans zal eindigen op een tijdstip als de Kantonrechter in goede justitie passend acht.
WE heeft de vordering bestreden.
De Kantonrechter heeft bij vonnis van 12 mei 1999 bepaald dat de huurverhouding tussen [verweerder] c.s. als verhuurder en WE als huurder ter zake van bovengenoemde onroerende zaak met ingang van 1 juli 1999 zal eindigen en vastgesteld dat het gehuurde op 1 juli 1999 dient te zijn ontruimd.
Tegen dit vonnis heeft WE hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Arnhem.
Bij vonnis van 16 september 1999 heeft de Rechtbank het bestreden vonnis bekrachtigd behoudens het tijdstip waarop de huurovereenkomst zal eindigen en het pand dient te zijn ontruimd en het vonnis op die punten vernietigd. In zoverre opnieuw rechtdoende heeft de Rechtbank het tijdstip waarop de huurovereenkomst zal eindigen bepaald op 1 december 1999 alsmede bepaald dat het gehuurde op 1 december 1999 dient te zijn ontruimd. Het anders of meer gevorderde heeft de Rechtbank afgewezen.
Het vonnis van de Rechtbank is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de Rechtbank heeft WE beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de niet verschenen [verweerder] c.s. is verstek verleend.
De zaak is voor WE toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal A.S. Hartkamp strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel vervatte klachten falen op de gronden vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp onder de nrs. 7 tot en met 20.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt WE International B.V. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers en A.G. Pos, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 19 oktober 2001.