Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 26 november 2012 van de politierechter in de rechtbank Utrecht, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte:
In de periode van 9 februari 2011 tot en met 21 februari 2011 heb ik te Utrecht Geert Wilders, lid Tweede Kamer bedreigd door een bericht op twitter te plaatsen met daarin de tekst: Als het zo doorgaat, ga ik die Wilders zelf vermoorden, het zou me een eer zijn hiervoor in de bak te gaan zitten echt waar!
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte (als bijlage op pagina 6-7 van het proces-verbaal genummerd PL9010 2011080990) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van G. Wilders:
Op 9 februari 2011 ben ik middels een tweet via de website www.twitter.com bedreigd. De tweet werd op 9 februari 2011 om 10.42 PM verstuurd. De inhoud van de tweet is: 'Als het zo doorgaat, ga ik die Wilders zelf vermoorden, het zou me een eer zijn hiervoor in de bak te gaan zitten echt waar!' Ik voel me door de inhoud van bovenstaande tweet ernstig bedreigd. Verder maakt deze tweet deel uit van een grote reeks bedreigingen die ik ten aanzien van mijn persoon ontvang. Dit maakt de dreiging die van deze tweet uit gaat nog ernstiger voor mij.
3. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 van het Wetboek van Strafvordering, te weten een uitdraai van www.twitter.com van @[...], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (als bijlage op pagina 16 van het proces-verbaal genummerd PL9010 2011080990):
Als het zo doorgaat, ga ik die Wilders zelf vermoorden, het zou me een eer zijn hiervoor in de bak te gaan zitten echt waar!"