De Rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van € 2.460,89 en de schadevergoedingsmaatregel opgelegd voor hetzelfde bedrag. Daartoe heeft de Rechtbank het volgende overwogen:
“9.1 De vordering van de benadeelde partij
[betrokkene 3] heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 7.646,89, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- 1) beschadigde smartphone € 209,90
- 2) medische kosten: € 1.223,77
- 3) gederfde inkomsten: € 2.150,--
- 4) reiskosten: € 27,22
- 5) immateriële schade € 4.000,--.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in zijn vordering ontvankelijk en is de vordering deels gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat de verdachte door het onder 1 primair bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer.
Verdachte is voor deze schade met de medeverdachten hoofdelijk aansprakelijk.
De hiervoor onder 1, 2 en 4 opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en niet betwist.
De rechtbank acht de post immateriële schade te hoog en zal deze naar redelijkheid en billijkheid vaststellen op een bedrag van € 1.000,--.
De post ‘gederfde inkomsten’ acht de rechtbank in het geheel onvoldoende onderbouwd.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om zijn stellingen alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige vertraging van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij ten aanzien van deze schadepost niet-ontvankelijk zal verklaren. De benadeelde partij kan zijn vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De rechtbank zal het gevorderde deels toewijzen tot een bedrag van € 2.460,89, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.