2.1
Ingevolge artikel 8:15 Awb kan elk van de rechters die een zaak behandelen, door een partij worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Ingevolge artikel 29 AWR is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op de behandeling van het beroep in cassatie in belastingzaken.
2.2
Verzoeker heeft in zijn (identieke) berichten van 18 november 2021 het volgende aangevoerd:
“Verzoek tot Wraking leden H/R mr E.N.Punt- E.F.Faase- J.A.R van Eijsden
eiser tot Cassatie [verzoeker] , wraakt uw edelhoogachtbare leden op grond van schenden
artikel 6.1 EVRM recht op Fair Trial , recht op toegang tot de rechter, geschonden door
weigeren vrijstelling griffie recht. Met inachtneming dat verweerder Belastingdienst
dit zelf verorzaakt heeft door onrechtmatig inkomsten belasting uit werk en woning
te heffen over de opgelopen Letselschade uitkeringen na 22 april 2001.
met inachtneming dat zonder oplopen Letselschade na 22 april 2001 er nihil uitkeringen waren uitgekeerd . gelijk stellen letselschade met elke vorm van arbeidsongeschiktheid .is een onrechtmatige daad Burgerlijk Wetboek 6 artikel 162.
ECLI-NL-HR-2017-18.
Eiser cassatie [verzoeker] was alleen verplicht conform artikel 150 Sr met bewijs te komen dat eiser cassatie [verzoeker] Letselschade had opgelopen bij werkgever [A] .
Conform stelplicht arikel 24 Rv Jo en artikel 149 Rv eerste lid.
Waren ingevoegde Melding Letselschade 2 april 2002 / onder Ede afgelgede verklaring Arts [B] januari 2007 en 14 oktober 2019, voldoende om aan stelplicht te voldoen dat eiser Cassatie na 22 april 2001 Nihil inkomen uit werk en woning kon verdienen.
Conform Arrest Hoge Raad Der Nederlanden. Recht op vrijstelling inkomsten belasting uit werk en woning. Doordat er geen inkomen werd verdiend uit werk en woning na 22 april 2001. weigeren om Pre Judiciele vraag aan uw Edelhoogachtbaar College te mogen voorleggen valt onder schenden gedragscode Rechterlijke macht. Artikel 2. punt 2.1/punt 2.2/punt 2.3 punt 2.4. alsmede onder bestendigen opgelopen schade na 22 april 2001. door de belastingdienst veroorzaakt.
Ter voorkomen dat uw Edelhoogachtbaar College er mee wegkomt. Inhoudelijk niet op het
cassatie Beroep vrijstelling inkomstenbelasting uit werk en woning voor alle letselschade
slachtoffers te behandelen. Met niets zeggend Arrest komt zonder verwijzing naar
Arrest Hoge Raad Der Nederlanden dat alle slachtoffers van Letselschade vrij gesteld zijn van inkomsten belasting uit werk en woning/zonder overleggen van een VSO aan de belastingdienst.
Ook zonder Vonnis van de Rechtbanken /Hoven dat er Letselschade is opgelopen.
Conform Arrest van de Hoge Raad Der Nederlanden.
Is vaststellen opgelopen Letselschade voldoende stelplicht artikel 150 S r. om recht op vrijstelling inkomsten belasting uit werk en woning te eisen van de belastingdienst.
Weigeren Pre Judiciele vraag aan uw Edelhoogachtbaar College voor te leggen. Door Rechtbank en Hof was ter kwade trouw. Rechtbank en Hof waren beroepshalve op de hoogte dat er geen aanvulende eisen werden gesteld in het Arrest. Vrijstelling inkomsten belasting slachtoffers van Letselschade. Ook dit valt onder het rapport van WRT. Schending gedragscode Rechterlijke Macht.
Eiser cassatie [verzoeker] verzoek uit uw comfort zone te komen, en mondelinge wraking zitting toe te wijzen .de 11 jaar lopende procedure is mede voor alle slachtoffers van Letselschade in Nederland. Die naast oplopen Letselschade zwaar getraumatiseerd worden door de belastingdienst. Die onrechtmatig zonder wettelijke grondslag een VSO eist van slachtoffers van Letselschade.
Eiser cassatie [verzoeker] verzoek u dat het uw Edelhoogachtbaar wraking college mogen behagen mondelinge zitting toe te wijzen. En wraking grond gegrond te verklaren met toestemming dat eiser cassatie bij hoge uitzondering Pre Judiciele vraag aan uw Edelhoogachtbaar college over Arrest vrijstelling inkomsten belasting uit werk en woning. Slachtoffers van Letselschade op persoonlijke titel gevoerd. mag voorleggen aan het Edelhoogachtbaar College van de Hoge Raad Der Nederlanden”
2.3
Ingevolge artikel 8:16 lid 2 Awb moet een wrakingsverzoek worden gemotiveerd. Dit houdt in dat het verzoek de feiten of omstandigheden dient te vermelden waardoor volgens de verzoeker de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Een verzoek dat niet voldoet aan deze motiveringseis, kan niet worden aangemerkt als een wrakingsverzoek in de zin van artikel 8:15 Awb. Alle feiten en omstandigheden moeten tegelijk worden voorgedragen (artikel 8:16 lid 3 Awb). Artikel 2.3.2, aanhef en onder a, Protocol deelname aan behandeling en beraadslaging van de Hoge Raad der Nederlanden bepaalt dat de wrakingskamer zonder daartoe een zitting te houden kan beslissen een verzoek om wraking niet in behandeling te nemen indien het verzoek niet is gemotiveerd. Artikel 8:18 lid 1 Awb staat daaraan niet in de weg. Dat voorschrift is immers alleen van toepassing indien sprake is van een verzoek dat kan worden aangemerkt als een wrakingsverzoek in de zin van artikel 8:15 Awb. Die uitleg sluit ook aan bij de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, inhoudende dat de hoofdregel dat de behandeling van een wrakingsverzoek niet achterwege mag worden gelaten, alleen geldt bij een verzoek dat “does not immediately appear to be manifestly devoid of merit”.1
2.4
De berichten van 18 november 2021 bevatten weliswaar een uiteenzetting van feiten en omstandigheden, maar geen feiten of omstandigheden die een of meer van de gewraakte raadsheren kunnen betreffen. De berichten bevatten evenmin feiten of omstandigheden die kunnen meebrengen dat de rechterlijke onpartijdigheid bij de behandeling van het beroep in cassatie schade zou kunnen lijden. De onderhavige verzoeken voldoen daarmee niet aan de eis dat het verzoek tot wraking is gemotiveerd en kunnen dus niet worden aangemerkt als wrakingsverzoeken in de zin van artikel 8:15 Awb. Om die reden zal de wrakingskamer de verzoeken buiten behandeling laten.