Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige daad; art. 6:162 BW. Melding door Wijkteam van onthouden benodigde zorg ('kindermishandeling') bij Veilig Thuis. Nalaten vereiste gesprekken met betrokkene te voeren. Onzorgvuldig; ontbreken causaal verband (condicio sine qua non) met de schade.
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
hierna: [eiseres],
advocaat: R.K. van der Brugge,
tegen
GEMEENTE ROTTERDAM, zetelende te Rotterdam,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
hierna: de Gemeente,
advocaat: K. Teuben.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak 6553236 / CV EXPL 17-44366 van de kantonrechter te Rotterdam van 7 september 2018;
het arrest in de zaak 200.251.377/01 van het gerechtshof Den Haag van 12 mei 2020.
[eiseres] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De Gemeente heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel in het principale beroep
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van het arrest van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad:
-
verwerpt het principale beroep;
-
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiseres] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, A.E.B. ter Heide en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op 18 februari 2022.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: