In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Verhuurder is eigenaar van appartementen in een complex bestaande uit twee woontorens.
(ii) Huurders huren sinds december 2009 een appartement in het complex. Zij zijn de eerste bewoners van het appartement. Zij zijn naast de kale huurprijs servicekosten van € 50,-- per maand verschuldigd. De kosten van warmte, koude en tapwater en de levering daarvan zijn daarbij niet inbegrepen.
(iii) Warmte, koude en warm tapwater in de appartementen worden geleverd door BAM Techniek Energy Systems B.V. (hierna: BTES), door middel van een warmte-koudeopslag-installatie (hierna: WKO-installatie). Voor de WKO-installatie en het daarbij behorende leidingwerk is een opstalrecht gevestigd ten behoeve van BTES.
(iv) Voor de levering van warmte, koude en warm tapwater in het complex heeft verhuurder een overeenkomst gesloten met BTES.
(v) Bij brief van 2 februari 2010 heeft verhuurder aan huurders laten weten de kosten van warmte, koude en warm tapwater tot 2012 voor haar rekening te nemen en dat het contract met BTES vanaf 1 januari 2012 overgaat op huurders, waarna huurders verantwoordelijk zijn voor de kosten.
(vi) Huurders hebben de door BTES in december 2011 toegezonden leveringsovereenkomst niet ondertekend.
(vii) In een procedure tussen BTES en verhuurder heeft de rechtbank Noord-Nederland bij vonnis van 12 november 20141 geoordeeld dat verhuurder contractspartij van BTES is, ook met betrekking tot de verhuurde appartementen.
(viii) Verhuurder heeft vervolgens aan huurders meegedeeld dat zij vanaf januari 2015 naast de huur ook een voorschotbedrag in rekening zal brengen ter zake van koude, warmte en verwarming van tapwater.
(ix) In mei 2015 heeft verhuurder aan huurders een afrekening toegezonden ten aanzien van warmte/koude over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 30 september 2014. Deze afrekening heeft betrekking op de posten (1) verbruik warmte, (2) vastrecht warmte, (3) huur warmtemeter, (4) vastrecht koude en (5) vastrecht afleverset/tap.
(x) Huurders erkennen de verschuldigdheid voor het verbruik, maar hebben voor het overige deze afrekening (en de daarop volgende voorschotnota's) onder protest betaald.