HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 21/04580
Datum 20 mei 2022
[de moeder],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de moeder,
advocaat: Y.E.J. Geradts,
1. GECERTIFICEERDE INSTELLING JEUGDBESCHERMING GELDERLAND,
gevestigd te Arnhem, kantoorhoudende te Zutphen,
2. [de vader],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna: de GI en de vader,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
-
de beschikking in de zaak C/05/377861 / ZJ RK 20-1107 van de rechtbank Gelderland van 3 november 2020;
-
de beschikking in de zaak 200.289.513 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 augustus 2021.
De moeder heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De GI en de vader hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de moeder heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op 20 mei 2022.