Art. 81 lid 1 RO. Alimentatiegeschil tussen ex-echtgenoten. Stelplicht en bewijslast ten aanzien van behoefte en behoeftigheid. Verzoek tot verwijzing van zaak in hoger beroep naar ander gerechtshof (art. 62b RO en art. 3 Zaaksverdelingsreglement). Nietigheid beschikking rechtbank wegens defungeren rechter (art. 5 lid 2 RO)? Vordering tot inzage in belastingaangiften wederpartij (art. 843a Rv).
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de beschikking in de zaak C/09/562415 FA RK 18-7914 van de rechtbank Den Haag van 26 september 2019;
de beschikkingen in de zaak 200.271.543/01 van het gerechtshof Den Haag van 10 juni 2020 en 16 december 2020.
De man heeft tegen de beschikkingen van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de man heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikkingen van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikkingen. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 3 juni 2022.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: