In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan:
(i) Vastgoed en Beachhotel zijn eind juni 2018 een huurovereenkomst aangegaan met betrekking tot – kort gezegd – een hotel in Cadzand-Bad (hierna: de huurovereenkomst).
(ii) In art. 12 van de huurovereenkomst, met de titel ‘Garanties’, is onder meer het volgende opgenomen:
“a) Verhuurder garandeert:
(...)
- dat de huidige exploitatie van het hotel, restaurant, zwembad, wellness, etc. voldoet aan alle eisen van volksgezondheid, brandveiligheid, overige veiligheid in de ruimste zin des woords en alle mogelijke overheidsvoorschriften in de ruimste zin des woords (…)
- dat ondersteunende apparatuur in de meest brede zin ten behoeve van de exploitatie van het hotel en de daarbij behorende horeca naar gangbare maatstaven goed functioneert (...)
(…)
b) Indien verhuurder een of meer van de hiervoor uiteengezette garanties in artikel 6 en 12 niet of niet volledig nakomt en/of sprake is van een inbreuk, verbeurt verhuurder een onmiddellijk opeisbare boete ad € 50.000,00 per overtreding en heeft Huurder het recht om de overeenkomst per direct te ontbinden, onverminderd het recht van Huurder om daarnaast vergoeding te vorderen van alle als gevolg van ontbinding geleden schade (waaronder omzetderving en kosten van rechtsbijstand).”
(iii) Beachhotel heeft zich in haar aan Vastgoed gerichte brief van 24 augustus 2018 op het standpunt gesteld dat sprake is van overtreding van verscheidene door Vastgoed in de huurovereenkomst gegeven garanties, dat Vastgoed als gevolg daarvan schadeplichtig is en contractuele boetes heeft verbeurd en dat Beachhotel zich met betrekking daartoe alle rechten en weren voorbehoudt, met opschorting van haar betaling aan Vastgoed. Beachhotel heeft Vastgoed bij brief van 31 augustus 2018, onder verwijzing naar de brief van 24 augustus 2018, onder meer aansprakelijk gesteld wegens overtreding van in de huurovereenkomst opgenomen garanties en haar gesommeerd tot betaling van (een voorschot op) schadevergoeding en boetes. Tussen partijen is daarna gecorrespondeerd. In oktober 2018 heeft overleg plaatsgevonden tussen de accountants van partijen.
(iv) Bij brief van 25 oktober 2018 aan Vastgoed heeft Beachhotel verklaard de huurovereenkomst te ontbinden en heeft zij verklaard de exploitatie van het hotel per die datum te staken (hierna: de ontbindingsverklaring). In de ontbindingsverklaring staat onder meer het volgende:
“De afgelopen periode heeft cliënte uw cliënte meerdere malen aangesproken op de omstandigheid dat uw cliënte diverse garanties als verwoord in de tussen partijen gesloten overeenkomst heeft geschonden. Dit betreft onder meer:
- Het zwembad is noodgedwongen gesloten;
- De WIFI functioneerde niet;
- Overlast door stank en vliegen als gevolg van een constructiefout;
- Het TV-signaal functioneerde niet voor digitale tv;
- Diverse technische installaties (klimatisering en CV) functioneren niet c.q. niet deugdelijk;
- Het dak lekt en de raamkozijnen zijn kapot;
- Er is geen legionella beheersplan/risicoanalyse aanwezig evenals een actueel logboek. Bovendien is er sprake van een groot legionella risico waarmee uw cliënte al jaren bekend blijkt te zijn;
- Uw cliënte staat er, in strijd met de gemaakte afspraken, aan in de weg dat cliënte overstapt op rolcontainers in het kader van de afvalverwerking.