In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [zoon 1] en [zoon 2] zijn broers. Hun vader is in 2016 overleden en hun moeder in 2019.
(ii) Op basis van de wettelijke verdeling verkreeg de moeder alle goederen van de nalatenschap van de vader en verkregen [zoon 1] en [zoon 2] een renteloze vordering op hun moeder.
(iii) In haar testament heeft de moeder [zoon 1] benoemd tot haar enige erfgenaam en tot executeur en afwikkelingsbewindvoerder. [zoon 2] maakt aanspraak op zijn legitieme portie.
(iv) De moeder verpachtte onroerende zaken, gelegen nabij [plaats], aan de vennootschap onder firma waarin [zoon 1] met zijn echtgenote en zoon een melkveehouderij in [plaats] exploiteerde (hierna: vof 1).
(v) Bij akte van 8 april 2017 is de moeder toegetreden tot vof 1, met dien verstande dat het resultaat met ingang van 1 januari 2017 werd aangemerkt als resultaat van de vier vennoten (hierna: vof 2). De akte van 8 april 2017 (hierna: de vof 2-akte) houdt onder meer in dat de moeder de onroerende zaken die zij aan vof 1 had verpacht, heeft ingebracht in vof 2. De vof 2-akte bevat voorts een verdelings- en overnamebeding op grond waarvan [zoon 1] na het overlijden van de moeder haar aandeel in het vermogen van vof 2 mag overnemen. Over de daarbij in aanmerking te nemen waarde houdt de vof 2-akte in dat alle zaken en vermogensrechten worden gewaardeerd overeenkomstig een waarde waarbij een externe financier een lening voor de overname van het bedrijf wenst te verstrekken en waarbij tevens een lonende exploitatie van het bedrijf mogelijk is, met dien verstande dat de overnamesom dusdanig dient te zijn dat daardoor een goede oudedagsvoorziening resteert voor [zoon 1] en zijn echtgenote.
(vi) Na het overlijden van de moeder heeft een adviseur van [zoon 1] het ondernemingsvermogen van vof 2 per 31 december 2019 gewaardeerd, uitgaande van de in het verdelings- en overnamebeding genoemde maatstaf, op € 143.505,-- en het aandeel van de moeder van 63,34% per overlijdensdatum op € 90.896,--.
(vii) Dezelfde adviseur heeft de aangifte erfbelasting van de moeder opgesteld en daarin vermeld dat het ondernemingsvermogen van vof 2 op basis van de liquidatiewaarde een waarde van € 2.273.933,-- heeft en dat het aandeel van de moeder daarin € 1.440.292,-- bedraagt.