Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:OGEABES:2022:49

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
24-08-2022
30-08-2023
BON202200157
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Artikel 13 lid 1 Deurwaarderwet BES verbiedt de deurwaarder om bij het gerecht waarbij hij zijn dienst verricht als gemachtigde op te treden. Dat verbod geldt ingevolge lid 2 onder 1 van dat artikel niet als de vordering een geldsom betreft die een bij ministeriële regeling vastgesteld bedrag niet te boven gaat. Artikel 13 lid 2 onder 3 Deurwaarderwet BES is vervallen. De ministeriële regeling als bedoeld in artikel 13 lid 2 onder 1 is (nog) niet in het leven geroepen. Het gerecht acht het onwenselijk dat klaarblijkelijk door een omissie van de wetgever voor deurwaarders in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba geen maximumbedrag meer geldt voor geldvorderingen waarvoor zij in rechte mogen optreden. Ter opvulling van die leemte sluit het gerecht voor wat betreft dit bedrag aan bij het in artikel 1 van het besluit ter uitvoering van artikel 862, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES genoemde bedrag van USD 5.587,-, zijnde het equivalent in dollars van het bedrag in NAf dat vóór 10 oktober 2010 gold voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dat is sinds 10 oktober 2010 bovendien de bestaande praktijk en is in lijn met het geldende bedrag op de andere (ei)landen in het Caribische deel van het Koninkrijk.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202200157

Datum uitspraak: 24 augustus 2022

VONNIS

in de zaak van:

[EISER],

wonende te Curaçao,

eiser,

gemachtigde: M.A.A. Manuel-Bernabela,

tegen

[GEDAAGDE],

wonende te Bonaire,

gedaagde.

1
1. De procedure

1.1.

Het procesverloop blijkt uit:

- het door gerechtsdeurwaarder Manuel-Bernabela, hierna verder: de deurwaarder, op 13 mei 2022 op naam van eiser ingediende verzoekschrift met producties,

- de rolzitting van 29 juni 2022, waarbij gedaagde is verschenen.

1.2.

Vonnis is bepaald op heden.

2 De beoordeling

Bevoegdheid gemachtigde

2.1.

Allereerst is de vraag aan de orde of de deurwaarder in de onderhavige zaak als gemachtigde mag optreden.

2.2.

Artikel 13 lid 1 van het Deurwaardersreglement (P.B. 1986, no. 61) verbiedt de deurwaarder om bij het gerecht waarbij hij zijn dienst verricht als gemachtigde op te treden. Dat verbod geldt ingevolge lid 2 onder 1 van dat artikel niet als de vordering een geldsom betreft die een bedrag, vastgesteld bij landsbesluit houdende algemene maatregelen, niet te boven gaat. Artikel 13 lid 2 onder 3 luidt dat het in het voorgaande lid onder 1 bedoelde bedrag voor ieder eilandgebied verschillend kan zijn. Het wordt ten miste op f. 200,-- gesteld. In geen geval zal het het bedrag, vastgesteld in het landsbesluit houdende algemene maatregelen ter uitvoering van artikel 862 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, overschrijden.

2.3.

In artikel 1 van het landsbesluit houdende algemene maatregelen ter uitvoering van artikel 862 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is bepaald dat het bedrag, bedoeld in artikel 862, eerste lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt gesteld op NAf 10.000,-.

2.4.

Voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is per 10 oktober 2010 de Deurwaarderswet BES (Stb. 2010, 512), dus formele wetgeving, ingevoerd, grotendeels inhoudelijk gelijk aan het Deurwaardersreglement (P.B. 1986, no. 61). In de memorie van toelichting (Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, Kamerstukken 31 959, nr. 3, p. 89) is ter zake opgemerkt:
‘Het Deurwaardersreglement dat de status had van een landsbesluit
houdende algemene maatregelen is tot wet verheven omdat de gerechtsdeurwaarders
in Nederland een wettelijke regeling kennen.’

2.5.

Ook artikel 13 lid 1 Deurwaarderwet BES verbiedt de deurwaarder om bij het gerecht waarbij hij zijn dienst verricht als gemachtigde op te treden. Dat verbod geldt ingevolge lid 2 onder 1 van dat artikel niet als de vordering een geldsom betreft die een bij ministeriële regeling vastgesteld bedrag niet te boven gaat. Artikel 13 lid 2 onder 3 Deurwaarderwet BES is vervallen.

De ministeriële regeling als bedoeld in artikel 13 lid 2 onder 1 is (nog) niet in het leven geroepen.

2.6.

Het gerecht acht het onwenselijk dat klaarblijkelijk door een omissie van de wetgever voor deurwaarders in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba geen maximumbedrag meer geldt voor geldvorderingen waarvoor zij in rechte mogen optreden. Ter opvulling van die leemte sluit het gerecht voor wat betreft dit bedrag aan bij het in artikel 1 van het besluit ter uitvoering van artikel 862, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES genoemde bedrag van USD 5.587,-, zijnde het equivalent in dollars van het bedrag in NAf dat vóór 10 oktober 2010 gold voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dat is sinds 10 oktober 2010 bovendien de bestaande praktijk en is in lijn met het geldende bedrag op de andere (ei)landen in het Caribische deel van het Koninkrijk.

2.7.

De onderhavige zaak betreft een geldvordering ter hoogte van NAf 150.000,-. Dat is omgerekend een (veel) hoger bedrag dan USD 5.587,-. Het is de deurwaarder dus verboden om in de onderhavige zaak als gemachtigde op te treden.

2.8.

Omdat zich in het dossier een door eiser op 31 mei 2022 ondertekende machtiging bevindt waarbij de deurwaarder is gemachtigd om voor hem op te treden, neemt het gerecht aan dat eiser op de hoogte is van de door de deurwaarder voor hem ingestelde vordering en dat hij daarmee instemt. Het is daarom redelijk om de sanctie die volgt uit al hetgeen hierboven is overwogen, te beperken tot het ‘uitschakelen’ van de deurwaarder, aan wie ook geen gemachtigdensalaris zal worden toegekend.

2.9.

Eiser kan de procedure dus in persoon voortzetten. Hij kan ook, als daar behoefte aan bestaat, een wel bevoegde gemachtigde voor hem laten optreden in het vervolg van de procedure.

2.10.

Intussen is gedaagde wel op de rolzitting verschenen. Aan hem zal nu eerst een termijn worden gegeven om inhoudelijk verweer te voeren.

3 De beslissing

Het gerecht:

verwijst de zaak naar de rolzitting van 28 september 2022 om 09:00 uur voor het voeren van verweer door gedaagde,

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.T.G. Roovers, rechter-plv., en uitgesproken op 24 augustus 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.