gemachtigden: de advocaten mrs. S.M. Altena, K.D. Keizer en S.N.I. Francisco,
tot het uitspreken van de noodregeling ten aanzien van:
EC HOLDING N.V.,
gevestigd in Curaçao.
verweerster,
niet-verschenen.
1 Procesverloop
De Centrale Bank heeft hedenmiddag een verzoekschrift ingediend tot het uitspreken van de noodregeling als bedoeld in artikel 60 Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf (hierna: LTV). Verweerster is door het Gerecht bij e-mailbericht aan haar statutair bestuurders van 15.39 uur in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 16.15 uur per e-mail op het verzoek te reageren, met aanzegging dat vervolgens op het verzoek zal worden beslist. Van verweerster is geen reactie ontvangen.
2 Het verzoek
De Centrale Bank verzoekt het Gerecht:
- de op 4 juli 2018 ten aanzien van Ennia uitgesproken noodregeling ook van toepassing te verklaren op verweerster, danwel de noodregeling als bedoeld in artikel 60 LTV uit te spreken ten aanzien van verweerster;
- het bedrag van de kosten van de noodregeling voorlopig vast te stellen op NAf 500.000.
3 De beoordeling
3.1
Bij uitspraak van 4 juli 2017 van dit Gerecht is op de voet van artikel 60 e.v. Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf (LTV) de noodregeling uitgesproken ten aanzien van Ennia Caribe Holding N.V. en de vennootschappen Ennia Caribe Leven N.V., Ennia Caribe Schade N.V., Ennia Caribe Zorg N.V. en EC Investments B.V.
3.2
De Centrale Bank heeft in het heden door haar ingediende verzoekschrift aangevoerd dat zij na het uitspreken van de noodregeling heeft moeten constateren dat zij tot dusver door Ennia onjuist is geïnformeerd over de actuele organisatiestructuur van de groep, en dat haar inmiddels is gebleken dat tussen Ennia Caribe Holding N.V. en de vennootschappen Ennia Caribe Leven N.V., Ennia Caribe Schade N.V., Ennia Caribe Zorg N.V. en EC Investments B.V. nog een houdstervennootschap blijkt te zitten, te weten verweerster. De Centrale Bank verwijst daarbij naar dit (aangepaste en verbeterde) organogram:
3.3
De Centrale Bank verzoekt thans ook de noodregeling uit te spreken ten aanzien van verweerster. Zij legt daaraan mede ten grondslag hetgeen door haar is aangevoerd bij haar verzoek ten aanzien van de andere Ennia-vennootschappen.
3.4
Het verzoek is toewijsbaar. Het Gerecht blijft bij hetgeen in de beschikking van 4 juli 2018 (CUR201802164) is overwogen en beslist. Die overwegingen en beslissingen dienen als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. In het bijzonder hetgeen daarin ten aanzien van Ennia Caribe Holding N.V. is overwogen, geldt evenzeer ten aanzien van verweerster. Aannemelijk is dat het doel van de noodregeling - in het bijzonder de beoogde herstructurering en de verbetering van de solvabiliteit van het verzekeringsbedrijf van Ennia - vergt dat ook ten aanzien van verweerster de noodregeling wordt uitgesproken.
3.5
Omtrent de kosten van de noodregeling zal worden beslist als hierna omschreven.
4 Beslissing
Het Gerecht:
4.1
spreekt uit de noodregeling als bedoeld in artikel 60 LTV ten aanzien van EC Holding N.V.;
4.2
machtigt de Centrale Bank conform het bepaald in artikel 60 lid 2 LTV ten aanzien van EC Holding N.V.;
4.3
bepaalt dat het bij de beschikking van 4 juli 2018 vastgestelde voorschot op de kosten van de noodregeling mede ziet op de kosten van de noodregeling ten aanzien van EC Holding N.V.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.E. Sijsma, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2018 in aanwezigheid van de griffier mr. A.B. Bennett.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: