2.1
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan:1
(i) Antea maakt deel uit van de Antea-groep. De Antea-groep bestaat uit beleggingsmaatschappijen. De beleggingen door Antea-vennootschappen geschieden vrijwel uitsluitend door deelneming (in aandelen) in de vennootschap waarin een onderneming is ondergebracht.
(ii) CHL is enig aandeelhouder van CHL Netherlands B.V. CHL Netherlands B.V. is producent van onder meer radarsystemen. [A] B.V. (hierna: [A] ) is enig aandeelhouder van CHL. [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ) is (indirect) bestuurder van CHL.
(iii) Op enig moment zijn Antea en [A] in gesprek geraakt over de overname van de aandelen in CHL door de Antea-groep. Aan de zijde van CHL en haar aandeelhouder2 was [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2] ) als adviseur bij het overnametraject betrokken.
(iv) Op 17 maart 2016 hebben Antea enerzijds en CHL, [A] en de aandeelhouder van [A] , Excellent B.V., anderzijds een intentieovereenkomst gesloten. De intentie betrof de overname van alle aandelen in CHL door een nog op te richten vennootschap tegen een vergoeding van € 2.400.000,-. In de intentieovereenkomst is, voor zover relevant, het volgende opgenomen:3
“Veronderstellingen
1. partijen streven naar de week van 2 mei 2016 als datum voor de Closing bij de notaris;
2. de verstrekte informatie geeft een getrouw beeld van CHL;
(...)
7. de prognose 2016 (omzet van € 4,6 miljoen en EBITDA van € 913.000) is realistisch. Er is geen indicatie dat het resultaat 2016 lager zal uitvallen. Er zijn geen bijzondere en/of substantiële (werkkapitaal)investeringen noodzakelijk om deze prognoses te realiseren;
8. De haalbaarheid van de afgegeven prognose die van Verkoper via FBM is ontvangen (…) is realistisch en zal, samen met de normalisaties, door Antea worden getoetst gedurende het due diligence onderzoek;
(...)
12. Antea is bekend met het feit dat binnen CHL Netherlands in het verleden is gewerkt met Chroom VI-houdende verf en dergelijke. Dit laat onverlet dat de risico’s en eventuele claims hieruit, gezien het feit dat dit voor de effectieve datum is geschied, voor rekening van Verkoper komen.
Koopsom
De ondernemingswaarde CHL bedraagt € 2,4 miljoen plus een earn-out van maximaal € 1.640.000.
(...)
Om tot de koopsom van de aandelen te komen volgen wij de volgende berekening welke is gebaseerd op de concept balans van CHL International B.V. per 31 december 2015:
[enz.]
Waarde aandelen per 31/12/2015 172.623
Bovenstaande berekening zal definitief worden vastgesteld in de due diligence en worden opgenomen in de koopovereenkomst.
(...)
Voorbehouden
Antea zal niet gehouden zijn de transactie te effectueren indien niet aan alle navolgende voorwaarden zal zijn voldaan (of van de vervulling daarvan door Antea is afgezien):
• een voor Antea conveniërende uitkomst van het due diligence onderzoek (…). Antea kan naar aanleiding van de uitkomsten van het due diligence (i) het proces staken, of (ii) indien Antea niet bereid is de koopprijs van de aandelen in de Onderneming € 172.623 te voldoen maar wel mogelijkheden ziet voor de aankoop, trachten een nieuwe koopsom met Verkoper overeen te komen, zonder dat partijen verplicht zijn met enig ander bedrag in te stemmen.
Indien partijen voor 25 april 2016 geen overeenstemming hebben bereikt over de nieuwe koopsom, dan vervallen de verplichtingen uit deze intentieverklaring;
(...)
(…)
Kosten
Bij doorgaan van de voorgenomen transactie komen de kosten van de quick scan, het due diligence onderzoek, het opstellen van de contracten en eventuele overige transactiekosten (voor zover Antea hier opdracht voor heeft gegeven) t.l.v. Newco.
Vindt de transactie geen doorgang dan zijn deze kosten (voorzover Antea hier opdracht voor heeft gegeven) voor rekening van Antea, tenzij:
a. de eerder genoemde Veronderstellingen materieel onjuist blijken;
b. Antea op basis van de uitkomsten van het due diligence onderzoek redelijkerwijs besluit om de transactie niet te realiseren tegen de in deze intentieverklaring opgenomen voorwaarden omdat de eerder genoemde Veronderstellingen materieel onjuist blijken of er anderszins nieuwe risico’s uit het due diligence onderzoek blijken die een materieel effect hebben op de bedrijfsvoering van CHL; of
c. de onderhandelingen worden afgebroken omdat Verkoper zich niet houdt aan de afspraken zoals vastgelegd in deze intentieverklaring.
In die gevallen komen deze kosten voor rekening van CHL tot een maximum bedrag van EUR 100.000. Antea zal Verkoper inzage geven in de offertes en facturen voor de betreffende werkzaamheden.
Vindt de transactie geen doorgang, dan zal Antea de door CHL gemaakte kosten voor het opstellen en beoordelen van de contracten en eventuele overige in opdracht van CHL gemaakte transactiekosten (vanaf ondertekening van deze intentieverklaring) aan CHL vergoeden indien Antea op onredelijke gronden afziet van het realiseren van de beoogde transactie. Daarvan is in ieder geval sprake indien Antea over onvoldoende financiële middelen beschikt om haar storting in equity te kunnen voldoen.
Voor het overige draagt ieder der partijen zijn eigen kosten welke in verband met de beoogde participatie zijn of nog zullen worden gemaakt, behoudens voor zover hiervoor anders is bepaald of door partijen aanvullende (advocaat)kosten worden gemaakt om nakoming van deze intentieverklaring af te dwingen.
Exclusiviteit
(...)
Indien op 20 mei 2016, of zoveel later als partijen gezamenlijk overeenkomen, nog geen closing heeft plaatsgevonden, zullen partijen niet meer gehouden zijn over deze voorgenomen participatie te onderhandelen en is Verkoper niet langer gebonden aan haar verplichting tot exclusiviteit, en staat het partijen vrij de onderhandelingen af te breken zonder enige aansprakelijkheid voor schadevergoeding vanwege afgebroken onderhandelingen.”
(v) Na het ondertekenen van de intentieovereenkomst is van de zijde van Antea aan BDO Accountants (hierna: BDO) opdracht gegeven een due diligence onderzoek uit te voeren. Tevens is opdracht gegeven voor een strategische verkenning. BDO heeft haar due diligence rapport (hierna: het DD-rapport) gepubliceerd op 20 april 2016. In het DD-rapport heeft BDO een aantal aanbevelingen gedaan betreffende de (financiële) risico’s die CHL liep. Deze risico’s betroffen onder meer de vraag of CHL onder de werking van de algemeen verbindend verklaarde CAO Metaal en Techniek viel en of CHL verplicht diende deel te nemen aan het Pensioenfonds Metaal en Techniek. Voorts heeft BDO vermeld dat zij twijfels heeft over de haalbaarheid van de prognoses 2016, waarbij zij heeft geschreven dat de haalbaarheid van de omzetprognose met name afhankelijk is van nieuwe projecten, dat de EBITDA-prognose ambitieus is mede in relatie tot de nog te acquireren omzet en dat de haalbaarheid ervan met het management dient te worden besproken. Op basis van de bevindingen inzake de netto schuld heeft BDO geadviseerd de koopprijs aan te passen. Ook was ondertussen een strafrechtelijke procedure aangekondigd tegen CHL in verband met het gebruik van Chroom VI houdende verf door CHL, van welke procedure BDO melding heeft gemaakt.
(vi) Het DD-rapport is voor partijen geen aanleiding geweest om de onderhandelingen op dat moment af te breken. Wel heeft Antea bij e-mail van 21 april 2016 CHL voorgesteld de exclusiviteit uit de intentieovereenkomst te verlengen tot 15 juli 2016. Antea heeft in deze e-mail onder meer het volgende geschreven (onderstreping in origineel):
“(…)
Zoals afgelopen vrijdag al mondeling toegelicht aan [betrokkene 2] is onze RvC onder voorbehoud akkoord met de acquisitie van CHL.
Het voorbehoud betreft 3 zaken:
a. Naast aanpassingen op prijs, dienen de door BDO in haar DD-rapport geadviseerde vrijwaringen en garanties door Verkoper te worden verstrekt met een afdoende zekerheid daar tegenover (…);
(De RVC is dus wel akkoord met de investering op punten als (i) grootte van het bedrijf; (ii) markt; (iii) starten zonder algemeen directeur bij closing; (iv) risico’s aangegeven door BDO indien goed af te dekken en uitgezocht, etc)
b. een aantal zaken uit het BDO rapport behoeft nader onderzoek en de uitkomst hiervan dient Antea te conveniëren;
c. de investering moet onder de Regeling Groeifaciliteit van de RVO (...) kunnen worden gebracht.
Graag lichten wij een en ander toe:
Ad a: gisteren heeft u het definitieve rapport van BDO ontvangen met deze aanbevelingen;
Ad b: dit betreft onder meer:
- de vraag of CHL onder de cao voor het Metaal & techniek valt;
- de vraag of CHL onder het Pensioenfonds Metaal & techniek valt;
- de risico’s voor CHL van de Chrome VI-affaire;
- fiscale issues, waarvan de Innovatiebox de belangrijkste is.
Behalve ten aanzien van het verleden dient ook te worden onderzocht welke invloed deze issues hebben op de toekomstige winstgevendheid van de onderneming.
Wij gaan over bovenstaande punten in gesprek met BDO en eventuele andere adviseurs met meer expertise. Wij zullen dit nader onderzoek in nauw overleg met [betrokkene 1] laten plaatsvinden.
(...)
In verband met het bovenstaande willen wij nieuwe tijdslijnen voorstellen. (...)
Ons voorstel is om de exclusiviteit uit de LOI van 17 maart, te weten 20 mei 2016, te verlengen tot 15 juli a.s. Indien de uitkomsten van de additionele onderzoeken eerder aanleiding geven de gesprekken te staken dan zullen wij dit uiteraard direct laten weten en vervalt de exclusiviteit op dat moment.”
(vii) Na overleg is CHL bij e-mail van 2 mei 2016 met de voorgestelde verlenging van de exclusiviteitstermijn tot 15 juli 2016 akkoord gegaan.
(viii) Antea heeft vervolgens Ebbinge opdracht gegeven een algemeen directeur te zoeken die bij CHL zou worden aangesteld na de overname van de aandelen. Voorts heeft zij een advocatenkantoor opdracht gegeven een concept koopovereenkomst op te stellen.
(ix) In juni 2016 heeft CHL een aangepaste prognose ten aanzien van in ieder geval omzet en EBITDA 2016 aan Antea gestuurd.
(x) CHL en haar aandeelhoudershebben het probleem inzake de deelname CAO en Pensioenfonds op zich genomen. Bij e-mail van 3 juli 20164 heeft Antea hierover onder meer het volgende geschreven aan [betrokkene 2] :
“Woensdag hebben wij de situatie van de CAO besproken en dat CHL zelf de gesprekken aangaat.
In dit gesprek kwam naar voren dat dit mogelijk invloed heeft op het netto loon van de werknemers.
Wij hebben hier de laatste dagen over nagedacht en zien hier een groot probleem.
(...)
Wij zullen komende dagen moeten afstemmen hoe en op welke voorwaarden wij akkoord kunnen gaan met de uit onderhandelde situatie van de CAO en pensioen.”
(xi) Op 5 juli 2016 heeft Antea een eerste concept van de koopovereenkomst aan [A] toegestuurd. In art. 3.1 van dit concept, dat gaat over de koopprijs, wordt opgemerkt dat de uit de intentieovereenkomst overgenomen berekening van de koopsom eventueel nog moet worden aangepast aan de hand van de uitkomsten van het due diligence onderzoek. Op 7 juli 2016 hebben partijen dit concept besproken en een tijdspad afgesproken om op 19 juli 2016 tot ondertekening van de koopovereenkomst te komen.
(xii) Op 8 juli 2016 heeft [betrokkene 2] een e-mail gestuurd met als bijlage een berekening van de koopsom, waarbij de waarde van de aandelen per 31 december 2015 uitkomt op een bedrag van € 322.812,-. In de e-mail heeft [betrokkene 2] onder meer het volgende geschreven:
“Bijgaand de opzet koopsom CHL per heden als reactie op de opstelling in de DD. Onttrekkingen 2016 vwb milieu/transactie/artemis zullen uiteindelijk bij echte closing definitief moeten worden bepaald.”
(xiii) Op 11 juli 2016 heeft het ingeschakelde advocatenkantoor een aangepast concept van de koopovereenkomst aan partijen verzonden.
(xiv) ln een e-mail van 12 juli 2016 heeft Antea onder meer het volgende geschreven aan [betrokkene 2] :
“Hierbij sturen wij onze reactie op de Netto Schuldpositie en de bijstelling obv aangepaste prognose.”
In de bijlage bij deze e-mail heeft Antea onder meer geschreven dat zij bedenkingen heeft bij de haalbaarheid van de bijgestelde prognose 2016 van CHL en dat zij vraagtekens zet bij de te behalen omzet en het gehanteerde brutomarge percentage van 66%. Zij maakt vervolgens een berekening waarbij de koopprijs van de aandelen negatief is en doet het volgende voorstel:
“Voorstel: Wij stellen voor de kooprijs van de aandelen bij Closing op nul te stellen en de beoogde Koopprijs van Aandelen (zie boven: € 195k) bij de earn-out van 2016 op te tellen. Hiermee wordt de koopprijs van de aandelen op Closing niet negatief, maar houdt het wel rekening met het hoge risico van een lager resultaat 2016.
Algemene Conclusie: Wij zullen de propositie na deze afstemming voorleggen aan onze Raad van Commissarissen. Met een risico op een substantieel lagere EBITDA dan initieel voorgesteld in 2016 achten wij het risico op een afwijzing verhoogd.”
(xv) Bij e-mail van 13 juli 2016 heeft [betrokkene 2] het volgende aan Antea geschreven:
“Vorige week liet ik Antea al weten dat het ter discussie stellen van de ondernemingswaarde voor [betrokkene 1] een ‘no go’ area is en dit voor hem onbespreekbaar zou zijn. Dat wij gisteren desondanks een voorstel van Antea ontvingen (waarbij de conclusie is dat er een negatieve koopsom zou zijn, maar voor nu bij closing de koopsom op nul te stellen en onzeker te houden door het verschil te combineren met de earn-out 2016), ziet [betrokkene 1] dan ook als onredelijk en kwalificeert hij als een impliciete beëindiging door Antea van de onderhandelingen. [betrokkene 1] gaat er daarom van uit dat de geplande besprekingen van aanstaande maandag en dinsdag niet meer door zullen gaan.”
(xvi) Op 15 juli 2016 heeft een bespreking tussen partijen plaatsgevonden.
(xvii) Op 18 juli 2016 heeft Antea aan CHL en haar aandeelhouders onder meer geschreven dat zij bereid is af te zien van de door haar voorgestelde verlaging van de koopprijs indien de directeur van CHL Antea comfort geeft over de haalbaarheid van de in de intentieovereenkomst opgenomen EBlTDA-prognose voor 2016, dat haar tijdens de bespreking van 15 juli 2016 is verteld dat duidelijkheid omtrent CAO en pensioen pas aan het einde van 2016 zou kunnen komen en dat partijen hebben afgesproken dat de timing waarbij op 19 juli 2016 zou worden getekend niet langer opportuun is. Zij heeft in de brief voorgesteld de overeengekomen exclusiviteit te verlengen. Zij heeft de brief met de volgende zin afgesloten:
“Voor alle duidelijkheid: de in de intentieverklaring gemaakte afspraken over de kosten (pagina 5 en 6) blijven onverminderd van kracht.”
(xviii) CHL heeft hierop bij brief van 19 juli 2016 gereageerd en onder meer geschreven dat Antea de onderhandelingen feitelijk heeft afgebroken door het wederom ter discussie stellen van de koopsom terwijl CHL uitdrukkelijk had aangegeven dat dit onbespreekbaar was. Voorts heeft zij geschreven dat partijen op 15 juli 2016 hebben besproken of en zo ja onder welke voorwaarden de onderhandelingen mogelijk weer zouden kunnen worden hervat en dat partijen hebben afgesproken dat zij eind 2016 of begin 2017, als meer duidelijkheid bestaat over CAO, omzet 2016 en prognoses 2017, opnieuw de mogelijkheden zullen bespreken om te komen tot een overname. Zij heeft tevens geschreven niet akkoord te gaan met een verlenging van de exclusiviteit. Ten aanzien van de kosten heeft zij het volgende opgenomen:
“Over het over en weer verhalen van gemaakte kosten is vrijdag kort gesproken. Hoewel wij op basis van de in de LOl neergelegde afspraken aanspraak kunnen maken op vergoeding van de tot op heden gemaakte advieskosten, hebben wij aangegeven daarvan af te zien, waarbij uiteraard gold dat ook Antea geen aanspraak zou pretenderen te hebben op vergoeding van kosten onder de LOI.”
(xix) Bij brief van 30 september 2016 heeft Antea CHL verzocht de in het kader van de overname door Antea gemaakte kosten rechtstreeks te betalen aan de partijen die Antea had ingeschakeld. Het betrof rekeningen met een totaalbedrag van € 78.359,25 exclusief BTW. Daarnaast bracht Antea de reeds door haar betaalde kosten in rekening, waarbij zij het volgende heeft opgemerkt:
“Aangezien wij (…) in de LOI een maximum van € 100.000 hebben afgesproken zal het bedrag aan Antea verlaagd worden met € 284,25 tot € 21.640,75.”
(xx) In reactie hierop heeft [betrokkene 2] bij e-mail van 5 oktober 2016 het volgende aan Antea geschreven:
“(…)
Wel heb ik mijn verbazing uitgesproken over deze actie vanuit Antea. In juli hebben wij met elkaar de onderhandeling onder de LOI beëindigd en ook is toen vanuit [betrokkene 1] aangegeven dat beide partijen de eigen gemaakte kosten moeten dragen.”
(xxi) Omdat betaling door CHL uitbleef, heeft Antea de facturen, vermeerderd met BTW, in het najaar van 2016 zelf betaald.
(xxii) CHL heeft Antea op enig moment schriftelijk medegedeeld dat de problematiek inzake de CAO en de deelneming aan het pensioenfonds was opgelost. Zij heeft Antea uitgenodigd een nieuw bod uit te brengen, in concurrentie met een andere geïnteresseerde partij. In december 2016 heeft Antea een nieuw bod uitgebracht. Dit heeft niet tot een overname door Antea geleid. Antea heeft toen wederom aanspraak gemaakt op betaling van de door haar in het kader van de overname gemaakte kosten, inclusief BTW, tot een bedrag van € 121.343,95.
(xxiii) Op haar beurt heeft CHL bij brief van 22 december 2016 jegens Antea aanspraak gemaakt op de door haar in het kader van de overname gemaakte kosten.