Eisers achten gedaagden aansprakelijk voor de verliezen die zij stellen op hun beleggingen in het Fonds te hebben geleden en vorderen, na vermeerdering van eis, om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. voor recht te verklaren dat eisers de Deelnemingsovereenkomsten rechtsgeldig hebben vernietigd, respectievelijk deze vernietiging alsnog uit te spreken, en dat alles wat zij in verband met de Deelnemingsovereenkomsten aan gedaagden hebben voldaan, onverschuldigd is betaald;
b. voor recht te verklaren dat eisers de Deelnemingsovereenkomsten rechtsgeldig hebben ontbonden, respectievelijk deze ontbinding alsnog uit te spreken, en dat gedaagden gehouden zijn tot terugbetaling aan eisers van alle bedragen die zij in verband met de Deelnemingsovereenkomsten aan gedaagden hebben voldaan;
c. voor recht te verklaren dat gedaagden onrechtmatig jegens eisers hebben gehandeld en verplicht zijn tot vergoeding van de schade die zij daardoor hebben geleden;
d. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling:
- aan [eiser 1] van primair € 70.208,42, subsidiair € 64.761,97,
- aan [eiser 2] van primair € 35.091,94, subsidiair € 33.984,77,
- aan Wormwood van primair € 223.877,62, subsidiair € 206.849,67,
- aan [eiser 3] van primair € 146.890,38, subsidiair € 114.691,87,
alle bedragen vermeerderd met de wettelijke rente daarover met ingang van de datum van de dagvaarding tot aan de dag van voldoening;
e. voor recht te verklaren dat gedaagden toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun (contractuele) verplichtingen jegens eisers;
f. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het geding.