In een ambtsbericht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) aan de Burgemeester van Amsterdam van 18 februari 2013 is onder meer het volgende vermeld:
“Mevrouw [naam 2], beter bekend als [naam 2], geeft geregeld lessen aan groepen moslima’s. Deze lessen bevatten een gedachtegoed dat in strijd is met de democratische rechtsorde en dat leerlingen aanzet tot radicalisering en anti-integratief gedrag.
(…)
Duidelijk is geworden dat [naam 2] streeft naar de letterlijke toepassing van de Koran, de overlevering van de profeet en zijn metgezellen om de geloofsleer zo authentiek mogelijk uit te voeren. Ruimte voor bredere dan wel een andere interpretatie is er volgens haar niet. Ook wordt duidelijk dat [naam 2] zich vaak beroept op radicale schriftgeleerden en salafistische literatuur uit Saudi-Arabië. Tijdens de groepslessen blijft zij zich richten tot de gehele groep waardoor de uitspraken vooral generalistisch van aard zijn. (…) Buiten de lessen om geeft zij echter wel persoonlijke adviezen die in haar ogen een religieus-bindend karakter hebben. Deze adviezen hebben duidelijk een radicaal en anti-integratief karakter. Ter verduidelijking enkele voorbeelden:
Een leerling geeft aan dat haar echtgenoot fel tegen de lessen is die zij van [naam 2] krijgt, met name nadat deze echtgenoot kennis had gekregen van de inhoud: “(…) Hij beschuldigt mij steeds van fanatisme en extremisme net zoals mijn broer”. [naam 2] reageert hierop door te zeggen dat haar lessen prioriteit moeten krijgen boven alles, zij beschouwt het volgen van haar lessen “als een persoonlijke religieuze plicht (…)” en zij adviseert de leerling om niet alles te vertellen over de inhoud en het materiaal van deze lessen.
Daarbij benadrukt [naam 2] herhaaldelijk het verheimelijken van de lessen die zij geeft, zeggende dat de tijd nog niet rijp is om ermee naar buiten toe te treden en verwijst naar de uitspraak van verschillende schriftgeleerden dat het legitiem is in dit geval om echtscheiding aan te vragen: “De man moet zich niet bemoeien met wat de vrouw volgt, niemand is bevoegd om het vergaren van religieuze kennis te verhinderen, als het nodig is blijf de lessen in het geheim volgen, de kinderen moeten een strakke islamitische opvoeding volgens de sharia-leer krijgen, zelfs naar muziek mogen zij niet luisteren want dat is niet toegestaan. Jouw lesstof moet je goed verbergen, hij kan dat bij de Kuffar (ongelovigen) bekend maken hetgeen nadelig voor jou zal zijn en tot ernstige problemen kan leiden!” aldus [naam 2].
Ook is gebleken dat één van de deelnemende vrouwen op advies van [naam 2] gescheiden is van haar man omdat hij niet vijfmaal per dag bidt. (…)
Tot slot vindt [naam 2] dat iedereen die zich niet houdt aan de gebedsvoorschriften de doodsstraf verdient.
[naam 2] geeft les vanuit verschillende locaties, te weten:
- het ‘Huis van de Wijk’(…)”