1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingekomen stukken waaronder:
1. het verzoek tot echtscheiding met nevenverzoeken van de zijde van de man, ingekomen op 11 april 2016;
2. het verweerschrift van de vrouw, ingekomen op 1 juli 2016;
3. een brief met diverse stukken van de zijde van de vrouw, ingekomen op 18 juli 2016;
4. de reactie van de man op het verweerschrift van de vrouw, ingekomen op 24 augustus 2016;
5. een brief van de vrouw betreffende de procedure in Marokko, ingekomen op 29 augustus 2016;
6. een aanvullend verzoek van de vrouw inhoudende het verzoek tot wijziging van het gezag, ingekomen op 14 april 2017;
7. het verweerschrift van de man tegen het aanvullende verzoek van de vrouw, ingekomen op 9 mei 2017;
8. aanvullende stukken van de zijde van de vrouw, ingekomen op 10 mei 2017 en 11 mei 2017.
1.2.
De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 15 mei 2017.
Gehoord zijn de man en zijn advocaat en de vrouw en mr. M.N. Cheuk Alam, haar toenmalige advocaat, [naam medewerker Raad] van de Raad, mevrouw [naam medewerker JBRA] van JBRA, en aan de zijde van de vrouw een tolk in de Arabische taal.
1.4.
Ter zitting van 15 mei 2017 is met instemming van partijen besloten dat de verzoeken betreffende de kinderen separaat zouden worden behandeld. Deze verzoeken zijn afgesplitst en onder zaaknummer C/13/629453 / FA RK 17/3443 verder voortgezet. Thans liggen in deze procedure nog voor: de echtscheiding en de verzoeken in het kader van de afwikkeling van het huwelijks vermogen.
1.5.
Na de zitting van 15 mei 2017 heeft de rechtbank nog nadere stukken ontvangen, waaronder:
1. van de zijde van de man: een beëdigde vertaling van de uitspraak van de rechtbank Meknès (Marokko) van 20 juli 2017 waarbij de echtscheiding tussen partijen is uitgesproken, ingekomen op 1 november 2017 en
2. het F9 formulier van 19 december 2017 van de zijde van de vrouw waarin zij mededeelt dat de vrouw graag een voortzetting van de behandeling ter zitting wenst.