3.1.
[eiseres] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat ABN onrechtmatig gehandeld heeft, althans (toerekenbaar) tekortgeschoten is jegens haar, doordat zij in strijd met de op haar rustende (bijzondere) zorgplichten, waaronder de onderzoeks- en waarschuwingsplicht, heeft gehandeld voorafgaand en/of ten tijde van het verstrekken van de kredieten;
voor recht verklaart dat ABN AMRO (meer specifiek) in strijd met de op haar rustende onderzoeksplicht heeft gehandeld voor waar het de inkomens- en vermogenspositie van [eiseres] betreft, door na te laten (deugdelijk) te onderzoeken of [eiseres] de financiële lasten uit hoofde van de kredieten kon dragen in het licht van de aldus bepaalde inkomens- en vermogenspositie;
voor recht verklaart dat ABN AMRO (meer specifiek) in strijd heeft gehandeld met de op haar rustende (precontractuele) onderzoeks- en/of waarschuwingsplicht;
voor recht verklaart dat in het geval van [eiseres] sprake is van overkreditering doordat ABN AMRO is overgegaan tot verstrekking van de kredieten;
voor recht verklaart dat ABN AMRO aansprakelijk is voor de schade die [eiseres] lijdt en/of heeft geleden door het onrechtmatig handelen, althans het (toerekenbaar) tekortschieten met betrekking tot de advisering omtrent de aan- en verkoop van het onroerend goed van [eiseres] en/of met betrekking tot de door de fiscus aan [eiseres] opgelegde naheffingsaanslagen (zie 2.22);
voor recht verklaart dat ABN AMRO met hetgeen hiervoor onder I en/of II en/of III en/of IV en/of V is gevorderd onrechtmatig heeft gehandeld, althans (toerekenbaar) tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiseres] , althans in strijd heeft gehandeld met de redelijkheid en billijkheid, op grond waarvan ABN AMRO jegens [eiseres] aansprakelijk is voor, en gehouden is tot vergoeding van, de schade die dientengevolge aan de zijde van [eiseres] is ontstaan, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
ABN AMRO veroordeelt om binnen 14 dagen nadat op dit onderdeel van de vordering beslist is, althans binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis, aan [eiseres] de vermogensschade te vergoeden, welke schade [eiseres] geleden heeft doordat ABN AMRO onrechtmatig jegens haar handelde, althans jegens [eiseres] (toerekenbaar) tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, althans doordat ABN AMRO in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld, door [eiseres] geen toestemming te verlenen tot verhuur van [adres 4] over te mogen gaan, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf bedoelde termijn voor voldoening, tot aan de dag der algehele voldoening daarvan:
primair:
ABN AMRO veroordeelt tot betaling aan [eiseres] van de schade die zij hierdoor lijdt en/of heeft geleden, welke schade tot en met februari 2017 begroot is op
€ 152.571,38 + P.M.;
subsidiair:
ABN AMRO veroordeelt tot betaling aan [eiseres] van de schade die zij hierdoor lijdt en/of heeft geleden, welke schade tot en met februari 2017 begroot is op
€ 124.935,57 + P.M.;
meer subsidiair:
ABN AMRO veroordeelt tot betaling aan [eiseres] van de schade die zij hierdoor heeft geleden, welke schade tot aan de datum van verkoop van [adres 4] begroot is op € 84.336,54 + P.M.;
meest subsidiair:
voor recht verklaart dat ABN AMRO met hetgeen hiervoor onder de aanhef bij VII is gevorderd onrechtmatig en/of in strijd met de op haar rustende (bijzondere) zorgplicht heeft gehandeld, althans tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, althans in strijd met wettelijke en/of contractuele normen c.q. bepalingen heeft gehandeld, althans in strijd heeft gehandeld met de redelijkheid en billijkheid, op grond waarvan ABN AMRO aansprakelijk is voor, en gehouden is tot vergoeding van, de schade die dientengevolge is ontstaan, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
ABN AMRO veroordeelt om binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis tot betaling aan [eiseres] van de buitengerechtelijk gemaakte kosten over te gaan, welke kosten conform de staffel buitengerechtelijke incassokosten een bedrag groot € 6.775 bedragen en – voor het geval voldoening van die kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over die kosten vanaf bedoelde termijn voor voldoening, tot aan de dag der algehele voldoening daarvan;
ABN AMRO veroordeelt in de kosten van dit geding, alsmede de nakosten volgens het liquidatietarief, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na-)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na-)kosten vanaf bedoelde termijn voor voldoening, tot aan de dag der algehele voldoening daarvan.
3.2.
[eiseres] legt hieraan, samengevat, het volgende ten grondslag. ABN AMRO heeft haar (bijzondere) zorgplicht geschonden en in strijd gehandeld met de geldende wet- en regelgeving (de Wet financiële dienstverlening (Wfd), de Gedragscode Hypothecaire Financieringen 2006 (GHF 2006), de gedragscode van de Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN) en de normen van de Nationale Hypotheek Garantie 2006 (NHG 2006)) bij de advisering van [eiseres] voorafgaand aan de totstandkoming van de kredieten en tijdens de looptijd daarvan. Specifiek heeft ABN AMRO in strijd met de ‘ken uw cliënt’-regels de financiële positie van [eiseres] onvoldoende onderzocht en (dientengevolge) over onvoldoende financiële informatie beschikt, om, ter voorkoming van overkreditering, te kunnen beoordelen of het aangaan van de kredieten verantwoord was. In het geval van [eiseres] was ook daadwerkelijk sprake van overkreditering, nu zij de bij de kredieten behorende lasten niet kon voldoen. ABN AMRO heeft echter geen invulling gegeven aan de ‘explain’-mogelijkheid waarom zij, ondanks [eiseres] lage jaarinkomen, toch tot een omvangrijke hypotheekverstrekking mocht overgaan. Het interne overzicht dat ABN AMRO van het vermogen van [eiseres] heeft gemaakt (zie 2.15) is onjuist. Het eigen vermogen van [eiseres] bedroeg geen € 945.000,-, maar € 421.000,- althans maximaal € 604.900,-. Daarnaast had ABN AMRO onderzoek moeten doen naar, dan wel rekening moeten houden met:
- de vaste lasten van [eiseres] , in het bijzonder de extra kosten die verband hielden met de gevolgen van het verkeersongeval, ook omdat de uitkomst van de letselschadeprocedure toen en nu onzeker was;
- de mogelijk significante vordering die [eiseres] ex-echtgenoot uit hoofde van de echtscheiding op [eiseres] zou hebben en de kosten van de in dat kader gevoerde procedures;
- de fiscale gevolgen, waaronder de stakingswinst, van haar uittreden uit de vof;
- het gegeven dat de maandlasten van het overbruggingskrediet (voor een periode van twee jaar) bij de vaste lasten meegerekend moesten worden.
Indien ABN AMRO dit onderzoek deugdelijk zou hebben verricht, had ABN AMRO [eiseres] moeten waarschuwen dat zij fors zou interen op eventueel beschikbare vermogensbestanddelen en voor de aan dat interen verbonden risico’s.