3.1.
TCN vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
in het incident ex artikel 843a Rv:
a. primair: beveelt dat de twee onder 2.23 genoemde beschikkingen van 21 oktober 2015 in die zin kunnen worden toegepast dat selectie, althans separatie van Dataset I en Dataset II plaatsvindt in overeenstemming met de in de dagvaarding omschreven procedure en derhalve door deze te doorzoeken aan de hand van de door Prijsvrij samengestelde lijst met zoekwoorden en dat TCN en DRT c.s. dit dienen te gedogen;
althans subsidiair: beveelt dat de twee beschikkingen van 21 oktober 2015 in die zin kunnen worden toegepast dat de selectie althans separatie van Dataset I en Dataset II plaatsvindt op een door de rechtbank te bepalen wijze en door een door de rechtbank te benoemen onafhankelijke deskundige en dat TCN en DRT c.s. dit dienen te gedogen;
TCN en DRT c.s. veroordeelt te gedogen dat (kopieën) van de op basis van de op de bevolen wijze geselecteerde bescheiden (‘Definitieve Dataset I’ en ‘Definitieve Dataset II’) door de gerechtelijke bewaarder aan Prijsvrij worden afgegeven, althans dat Prijsvrij inzage daarin krijgt;
TCN en DRT c.s. veroordeelt om binnen één week na betekening van het ten deze te wijzen vonnis, aan de raadsman van Prijsvrij een afschrift of uittreksel te verstrekken van en/of inzage te geven in de bescheiden;
het bepaalde onder c) op straffe van een dwangsom van € 50.000,- ineens, alsmede een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat TCN en/of DRT c.s. geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven na het verstrijken van één week na betekening van het in dezen te wijzen vonnis;
ten laste van TCN en DRT c.s. die voorziening treft ex artikel 843a Rv die de rechtbank in goede justitie geraden acht;
bepaalt dat Dataset I en Dataset II in gerechtelijke bewaring blijven bij de gerechtelijke bewaarder en niet eerder geretourneerd hoeven te worden aan TCN respectievelijk DRT c.s. dan nadat de selectieprocedure bedoeld onder a) is afgerond, waarna uitsluitend geselecteerde documenten en bescheiden in bewaring zullen blijven en al het overige geretourneerd zal worden, met verstrekking aan TCN respectievelijk DRT c.s. van een kopie van de documenten en bescheiden die in gerechtelijke bewaring zullen blijven;
TCN respectievelijk DRT c.s. te veroordelen in de kosten van het incident;
verklaart voor recht dat de opzegging van de Agentuurovereenkomst door TCN d.d. 3 april 2015 nietig is wegens strijd met artikel 6 lid 1 Mededingingswet (Mw) en/of artikel 101 lid 1 VWEU;
verklaart voor recht dat de Agentuurovereenkomst na 31 oktober 2015 niet is geëindigd, maar wordt geacht voor onbepaalde duur te zijn voortgezet als gevolg waarvan TCN is gehouden al haar verplichtingen uit hoofde van de Agentuur-overeenkomst integraal jegens Prijsvrij na te komen;
TCN te veroordeelt om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis onverkort uitvoering te geven aan hetgeen bepaald in de Agentuurovereenkomst, waaronder begrepen doch niet beperkt tot het aan Prijsvrij ter beschikking stellen van haar volledige TCN content ten behoeve van de verkoop via de website van Prijsvrij;
het bepaalde onder j) op straffe van een dwangsom van € 50.000,- ineens, alsmede een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat gedaagde geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft na het verstrijken van vijf dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis;
verklaart voor recht dat TCN aansprakelijk is voor de schade die Prijsvrij heeft geleden en nog steeds lijdt voor zover TCN na 31 oktober 2015 haar verplichtingen uit hoofde van de Agentuurovereenkomst niet (volledig) is nagekomen, TCN veroordeelt tot vergoeding van deze schade, zulks nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
TCN veroordeelt tot betaling van een voorschot op de door Prijsvrij geleden schade als bedoeld onder l), het voorschot begroot op een bedrag van € 7.466,- per dag (of € 6.492,- per dag indien het gevorderde onder u) wordt afgewezen), te vermenig-vuldigen met het aantal dagen dat is verstreken vanaf 1 november 2015 tot en met de dag waarop TCN gehoor geeft aan het gevorderde onder j) door haar verplichtingen uit hoofde van de Agentuurovereenkomst onverkort na te komen, althans een bedrag de hoogte van het voorschot in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag dat TCN het bedrag per dag van € 7.466,- volgens voornoemde berekening aan Prijsvrij verschuldigd is geworden, althans vanaf de dag waarop het vonnis is gewezen tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart voor recht dat de opzegging door TCN van de Agentuurovereenkomst in strijd is met artikel 6 lid 1 Mw en/of artikel 101 lid 1 VWEU en derhalve onrechtmatig is, dat TCN aansprakelijk is voor de schade die Prijsvrij hierdoor heeft geleden en nog zal lijden, waarbij TCN wordt veroordeeld tot vergoeding van deze schade, zulks nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
TCN veroordeelt tot betaling van een voorschot op de door Prijsvrij geleden schade als bedoeld onder n), het voorschot te begroot op een bedrag van € 7.466,- per dag (of € 6.492,- per dag indien het gevorderde onder u) wordt afgewezen), te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat is verstreken vanaf 1 november 2015 tot en met de dag waarop in de schadestaatprocedure vonnis is gewezen, althans een bedrag de hoogte van het voorschot in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart voor recht dat de opzegging door TCN van de Agentuurovereenkomst onregelmatig is, dat TCN aansprakelijk is voor de schade die Prijsvrij hierdoor met ingang van 1 november 2015 reeds heeft geleden en nog zal lijden, waarbij gedaagde wordt veroordeeld tot vergoeding van deze schade, zulks nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
TCN veroordeelt tot betaling van een voorschot op de door Prijsvrij geleden schade als bedoeld onder p), het voorschot begroot op een bedrag van € 7.466,- per dag (of € 6.492,- per dag indien het gevorderde onder u) wordt afgewezen), te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat is verstreken vanaf 1 november 2015 tot en met de dag waarop in de schadestaatprocedure vonnis is gewezen, althans een bedrag de hoogte van het voorschot in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 1 november 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
TCN veroordeelt tot betaling aan Prijsvrij van een klantvergoeding ten bedrage van
€ 1.483.418,12, althans een klantvergoeding de hoogte daarvan in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 1 november 2015, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart voor recht dat TCN in strijd met artikel 6 lid 1 Mw en/of artikel 101 lid 1 VWEU en derhalve onrechtmatig heeft gehandeld jegens Prijsvrij door de aan Prijsvrij te verlenen commissie afhankelijk te stellen van het al dan niet verlenen van kortingen en/of rekenen van boekingskosten door Prijsvrij;
indien en voor zover het gevorderde onder u) wordt afgewezen, verklaart dat TCN aansprakelijk is voor de schade die Prijsvrij hierdoor heeft geleden en nog zal lijden, waarbij TCN wordt veroordeeld tot vergoeding van deze schade, zulks nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
TCN veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 390.553,-, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW, althans artikel 6:119 BW, vanaf het moment dat TCN deze commissie als gevolg van de door Prijsvrij geboekte omzet verschuldigd is geraakt aan Prijsvrij, althans vanaf 16 juni 2015, althans vanaf 1 november 2015, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart voor recht dat TCN middels de samenwerking met ICS waarbij gedurende de periode 11 november 2012 tot 11 november 2015 een structurele korting werd verleend van 8%, het level playing field jegens Prijsvrij heeft geschonden, dat TCN jegens Prijsvrij aansprakelijk is voor de schade die Prijsvrij als gevolg van voornoemde schending heeft geleden, TCN veroordeelt tot vergoeding van deze schade, welke schade in ieder geval begroot kan worden op een bedrag van € 1.645.480, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 1 januari 2013, althans vanaf het moment dat Prijsvrij de betreffende kortingen heeft verleend en de schade feitelijk heeft geleden, althans vanaf 16 juni 2015, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening en de resterende schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
verklaart voor recht dat Prijsvrij als gevolg van de kortingsactie van D-Reizen gedurende de periode 25 september 2015 tot en met 31 oktober 2015 het level playing field jegens Prijsvrij heeft geschonden, dat TCN jegens Prijsvrij aansprakelijk is voor de schade die Prijsvrij als gevolg van voornoemde schending heeft geleden en TCN veroordeelt tot vergoeding van deze schade ten bedrage van € 29.012,56, althans TCN veroordeelt tot vergoeding van deze schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf het moment dat Prijsvrij de betreffende kortingen heeft verleend en de schade feitelijk heeft geleden, althans vanaf 1 november 2015, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening en de resterende schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
TCN veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 56.934,88, zijnde de bonus over boekingsjaar 2013/2014, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 1 november 2014, althans vanaf 16 juni 2015, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
TCN veroordeelt in de kosten van deze procedure waaronder begrepen de totale beslagkosten ten bedrage van € 29.229,93 (incl. btw) + p.m., kosten van de gerechtelijke bewaring en de onderzoekskosten, met inbegrip van de na het gewezen vonnis verschuldigde nakosten, en daarbij te bepalen dat gedaagde de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de proceskosten is verschuldigd vanaf 14 dagen na de dag van het te dezen te wijzen vonnis.