Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2019:4540

Rechtbank Amsterdam
28-06-2019
08-08-2019
AWB - 18 _ 7570
Bestuursrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Eiser voert aan, dat gelet op de tekst op de website, hij met zijn bezoekersvergunning mocht parkeren. De rechtbank oordeelt dat er een misverstand kan ontstaan over de tekst en dat de heffingsambtenaar daarom niet aan zijn informatieplicht heeft voldaan.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 18/7570

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 juni 2019 in de zaak tussen

[eiser] , te [verweerder] , eiser,

en

De heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, verweerder.

Procesverloop

Op 7 september 2018 heeft de heffingsambtenaar aan [eiser] een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd.

Bij uitspraak op bezwaar van 8 november 2018 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van [eiser] ongegrond verklaard.

[eiser] heeft daartegen beroep ingesteld.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 mei 2019. [eiser] is verschenen. De heffingsambtenaar is verschenen in de persoon van [naam] .

Overwegingen

1. Op 31 augustus 2018 om 14:40 uur heeft een parkeercontroleur van de gemeente Amsterdam geconstateerd dat de auto van [eiser] met kenteken [kenteken] ter hoogte van [adres] stond geparkeerd. Hij had voor het parkeren betaald met een bezoekersvergunning, waarmee hij tegen een gereduceerd tarief in het gebied mocht parkeren. De bezoekersvergunning is echter op dat deel van de [adres] niet geldig.

2. [eiser] voert aan dat de heffingsambtenaar dit onvoldoende duidelijk heeft gemaakt. Op de website van de gemeente Amsterdam stond de volgende tekst:

Parkeervergunning beperkt geldig.

In de onderstaande gebieden is uw parkeervergunning niet geldig tussen de genoemde tijdstippen. Bezoekers mogen in die periode korte tijd parkeren.

Straat: de parkeervakken in de [adres] , tussen de [adres] en de [adres]

Parkeervergunning niet geldig van: maandag t/m zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur

Maximale parkeertijd bezoekers: maximaal 1 uur

3. De heffingsambtenaar stelt zich op het standpunt dat uit de tekst blijkt dat geen enkele vergunning geldig is, dus ook geen bezoekersvergunning. Volgens de heffingsambtenaar had [eiser] kunnen weten dat hij ter plaatse parkeergeld verschuldigd was. [eiser] vindt dat hij onder het begrip bezoeker valt en dat de bezoekersvergunning er dus wel geldig was.

4. De rechtbank oordeelt als volgt. Volgens vaste rechtspraak moet voor een parkeerder voldoende duidelijk zijn dat op de locatie sprake is van betaald parkeren. Die informatie moet zodanig zijn dat er redelijkerwijs geen misverstand over kan bestaan dat sprake is van een betaaldparkerenregime.1

5. De rechtbank oordeelt dat de tekst op de website niet aan deze eis voldoet. De tekst maakt duidelijk dat de parkeervergunning ter plaatse niet geldig is. Dit geldt in ieder geval voor bewonersvergunningen, maar of dat ook geldt voor bezoekersvergunningen is niet duidelijk. Er staat namelijk ook dat bezoekers korte tijd mogen parkeren. Omdat bezoekersvergunning zowel het woord vergunning als bezoeker bevat, kan er een misverstand ontstaan of er sprake is van een betaaldparkerenregime. De heffingsambtenaar heeft daarom niet aan zijn informatieplicht voldaan.

6. Gelet op het voorgaande is het beroep gegrond. De uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag zullen worden vernietigd.

7. Omdat [eiser] gelijk krijgt, moet de heffingsambtenaar het door [eiser] betaalde griffierecht vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:

  • -

    verklaart het beroep gegrond;

  • -

    vernietigt de bestreden uitspraak;

  • -

    vernietigt de naheffingsaanslag;

  • -

    draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 46,- aan [eiser] te vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. F.L. Bolkestein, rechter, in aanwezigheid van mr. M.L. Pijpers, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2019.

griffier

rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam .

1 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 12 september 2017 van het gerechtshof Amsterdam , ECLI:NL:GHAMS:2017:3863.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.