vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/229399-18
Datum uitspraak: 10 september 2021
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
wonende op het adres [adres] .
2 Tenlastelegging
1. primair:
met [slachtoffer 1] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam in de periode van 16 januari 2014 tot en met 16 januari 2018 te Amsterdam;
subsidiair:
met [slachtoffer 1] , beneden de leeftijd van zestien jaren, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen in diezelfde periode te Amsterdam;
2. primair:
verkrachting van [slachtoffer 1] in de periode van 16 januari 2018 tot en met 19 april 2018 te Amsterdam;
subsidiair:
aanranding van [slachtoffer 1] in diezelfde periode te Amsterdam;
3. mishandeling van [moeder van het slachtoffer ] op 1 mei 2018 te Amsterdam.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
9 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder feit 1, primair en subsidiair, en feit 2, primair en subsidiair, niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 3 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3.4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 30 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 15 dagen.
Beveelt dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
3. medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast als de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
-
zich meldt op afspraak bij de Reclassering Nederland, locatie Amsterdam, en zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Binnen dit toezicht werkt veroordeelde mee aan het toezicht en de begeleiding door de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt. Hieronder valt ook het meewerken aan huisbezoeken;
-
zich laat behandelen door FAZ Inforsa of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
-
meewerkt aan het verkrijgen en behouden van dagbesteding en een aanmelding voor een begeleid wonen instelling, indien dit door de toezichthouder wordt geïndiceerd.
Geeft opdracht aan Reclassering Nederland om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A. Sipkens, voorzitter,
mrs. S.F. van Merwijk en M. Wiewel rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Kanters, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 september 2021.
[...]
[...]
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]
|
[...]