2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich op 7 augustus 2021 te Uithoorn heeft schuldig gemaakt aan het
1. medeplegen van) het veroorzaken van een ontploffing door een stuk vuurwerk (een Cobra 6) tot ontploffing te brengen bij een woning, waardoor gemeen gevaar voor goederen, levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten was;
2. ( medeplegen van) bedreiging van [slachtoffer 1] door het teweeg brengen van de hiervoor genoemde ontploffing;
3. ( medeplegen van) vernieling van ramen, kozijnen en/of gordijnen door het teweeg brengen van de hiervoor genoemde ontploffing;
4. ( medeplegen van) voorhanden hebben van deze Cobra 6, zijnde een wapen van categorie II, onder 7 van de wet Wapens en Munitie (hierna WWM);
5. voorhanden hebben van een ploertendoder, zijnde een wapen van categorie I, onder 3 van de Wet wapens en Munitie.
De gehele tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage I bij dit vonnis.
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
ten aanzien van feit 1:
op 7 augustus 2021 te Uithoorn opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een stuk vuurwerk (Di Blasio Elio model Cobra 6) tegen de woning [adres] te plaatsen en tot ontploffing te brengen, en daarvan gemeen gevaar voor de voornoemde woning en de in die woning aanwezige goederen te duchten was;
ten aanzien van feit 2:
op 7 augustus 2021 te Uithoorn [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, met zware mishandeling en met brandstichting, door een stuk vuurwerk (Di Blasio Elio model Cobra 6) tegen de woning [adres] te plaatsen en tot ontploffing te brengen;
ten aanzien van feit 3:
op 7 augustus 2021 te Uithoorn opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere ramen en kozijnen en gordijnen, die aan [slachtoffer 1] en/of de verhuurder van de woning toebehoorden heeft vernield en/of beschadigd;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
12 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten aanzien van de feiten 4 en 5 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten aanzien van de feiten 1 tot en met 3 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van de feiten 1 tot en met 3:
eendaadse samenloop van
opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, zware mishandeling en brandstichting
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en beschadigen
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 314 (driehonderdveertien) dagen.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 300 (driehonderd) dagen, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig acht;
- zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de
Reclassering, de behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig acht.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- -
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- -
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Geeft aan Reclassering Nederland de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 (honderdtwintig) dagen.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
1. STK Vuurwerk
(Omschrijving: g6087267)
Verklaart Woningstichting Eigen Haard niet-ontvankelijk in haar vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Gelast de tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van 21 januari 2021 opgelegde voorwaardelijke straf, namelijk een gevangenisstraf van 2 (twee) weken.
Heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.M. Jongkind, voorzitter,
mrs. J. Knol en C. Wildeman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.C. Roodenburg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 november 2021.