RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummers: 13/169902-21 (A) en 13/273954-21 (B) (gevoegd)
Datum uitspraak: 22 maart 2022
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] , [woonplaats] .
1 Het onderzoek ter terechtzitting
Dit verkort vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 maart 2022.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna aangeduid als respectievelijk zaak A en zaak B.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. N. Neij, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. W.P.A. Vos naar voren hebben gebracht.
2 De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 27 juni 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, éénmaal of meermalen ( met kracht) die [slachtoffer 1] met een hamer, althans met een hard en/of stomp voorwerp, in het gelaat heeft geslagen en/of (vervolgens) met de vuist(en) op/aan/tegen het lichaam en/of hoofd van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en/of gestompt en/of gestoten en/of (met kracht) een fiets op [slachtoffer 1] heeft gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikelen 302, lid 1, 45, lid 1, en 47, lid 1, ahf/sub 1, van het Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 juni 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Oudebrugsteeg, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] , welk geweld bestond uit het éénmaal of meermalen ( met kracht) die [slachtoffer 1] met een hamer, althans met een hard en/of stomp voorwerp, in het gelaat te slaan en/of (vervolgens) met de vuist(en) op/aan/tegen het lichaam en/of hoofd van die [slachtoffer 1] te slaan en/of te stoten en/of te stompen en/of (met kracht) een fiets op die [slachtoffer 1] te gooien;
(art. 141, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 9 oktober 2021 te Wijdewormer, gemeente Wormerland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ) een/of meer goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door naar voornoemde woning toe te gaan en/of (vervolgens) met een (bak)steen, in elk geval met een hard en/of zwaar voorwerp een raam van voornoemde woning te verbreken, in elk geval door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikelen 310, 311, lid 1, ahf/sub 4, 311, lid 1, ahf/sub 5, en 45, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 9 oktober 2021 te Wijdewormer, gemeente Wormerland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een raam van een woning (gelegen aan de [adres] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(artikelen 350, lid 1, en 47, lid 1, ahf/sub 1, van het Wetboek van Strafrecht)
9 Het beslag
In het procesdossier bevindt zich geen beslaglijst, maar wel een kennisgeving van inbeslagneming, waaruit blijkt dat in zaak B - ter waarheidsvinding - onder verdachte een paar sportschoenen en een mobiele telefoon in beslag zijn genomen, terwijl niet blijkt dat het beslag daarop is opgeheven.
Nu de strafzaken met dit vonnis zijn afgerond zal de rechtbank gelasten dat de sportschoenen en de mobiele telefoon aan verdachte worden teruggegeven, voor zover daarop nog beslag rust.
10 De toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22b, 22c, 22d, 57, 141, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
11 De beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het in zaak A primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A subsidiair en in zaak B primair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
In zaak A subsidiair:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen een persoon;
In zaak B:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen en waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 maanden.
Beveelt dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht
Veroordeelde meldt zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (LdH J&R) op de [adres] en blijft zich melden zo vaak en zo lang het LdH J& R dit nodig acht.
Persoonlijkheidsonderzoek en ambulante behandeling
Veroordeelde werkt mee aan verdiepingsdiagnostiek in de vorm van een persoonlijkheids-onderzoek en een IQ-onderzoek en werkt mee aan ambulante behandeling door polikliniek Forensisch Ambulante Zorg van Inforsa of Altra of een soortgelijke door LdH J&R aan te wijzen ambulante zorgverlener, zo lang het LdH J&R dit nodig acht.
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Veroordeelde verblijft in zijn eigen woning via het Leger des Heils op het adres [adres] en laat zich daarbij begeleiden door ambulante woonbegeleiding van het Leger des Heils of een soortgelijke door LdH J&R aan te wijzen organisatie.
Lokatiegebod met elektronische monitoring (enkelband)
Veroordeelde is op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig op het verblijfsadres ( [adres] ) zo lang het LdH J&R dit nodig acht. Het LdH J&R stelt de precieze tijdstippen vast in overleg met veroordeelde en afhankelijk van de dagbesteding. Veroordeelde werkt mee aan de (reeds gestarte) elektronische controle op de naleving van dit lokatiegebod. Veroordeelde verhuist niet en gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van LdH J&R. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van het LdH J&R de bloktijden veranderen of het lokatiegebod laten vervallen.
Andere voorwaarden het gedrag betreffende:
- -
veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen die hem in het kader van het toezicht en de begeleiding door LdH J&R zullen worden gegeven;
- -
veroordeelde houdt zich aan de huisregels van zijn ambulante zorgverlener en aan de aanwijzingen die hem in het kader van zijn behandeling door zijn behandelaren zullen worden gegeven. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- -
veroordeelde gebruikt geen alcohol en werkt mee aan urine- en/of ademonderzoek (blaastest) ter controle op de naleving van dit alcoholverbod, zo vaak als LdH J&R dit nodig acht;
- -
veroordeelde werkt mee aan het verkrijgen en behouden van een door LdH J&R te bepalen, althans goed te keuren, dagbesteding.
Geeft aan het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn voorts dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- -
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- -
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 180 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 90 dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in zowel zaak A als zaak B in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag.
Gelast de teruggave aan verdachte (voor zover daarop nog beslag rust) van:
o de zwarte sportschoenen, merk Nike, type 270, met goednummer 1305018;
o de roze mobiele telefoon, merk Apple, met goednummer 1305019.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A. Overbosch, voorzitter,
mrs. J. Thomas en M.A.E. Somsen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.L. Slaats, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 maart 2022.