Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2022:1644

Rechtbank Amsterdam
01-04-2022
26-04-2022
AMS 21/4238
Socialezekerheidsrecht
Bodemzaak,Eerste aanleg - enkelvoudig

Eiseres heeft bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van een nieuw verblijfsdocument in verband met geslachtswijziging. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen, omdat eenieder deze kosten (incidenteel) maakt. Beroep op gelijkheidsbeginsel.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 21/4238

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 april 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. F.R.G. Keijzer),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder

( [gemachtigde verweerder] ).

Partijen worden hierna [eiseres] en het college genoemd.

Procesverloop

Met een besluit van 7 april 2021 heeft het college de aanvraag van [eiseres] om bijzondere bijstand voor de kosten van een verblijfsdocument afgewezen.

Met een besluit van 20 juli 2021 heeft het college het bezwaar van [eiseres] ongegrond verklaard.

[eiseres] heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 maart 2022. [eiseres] was aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, maatschappelijk begeleider [naam] en tolk Russisch
E. Batalova. Het college was, met bericht van verhindering, niet aanwezig.

Overwegingen

1. [eiseres] heeft een aanvraag ingediend om bijzondere bijstand voor de kosten van een vervangend verblijfsdocument. [eiseres] wil haar verblijfsdocument vervangen omdat zij van geslacht is veranderd. Het college heeft de aanvraag om bijzondere bijstand afgewezen, omdat het gaat om incidenteel voorkomende kosten die iedereen moet maken.

2. [eiseres] voert aan dat de kosten rechtstreeks verbonden zijn aan de bijzondere omstandigheid te wisselen van geslacht. [eiseres] heeft immers ook bijzondere bijstand gekregen voor de kosten van een deskundigenverklaring voor geslachtsverandering. Het college heeft daarnaast met de besluiten van 4 juni 2020 en van 5 november 2021 wél bijzondere bijstand toegekend aan een transgender persoon voor de kosten van een nieuwe verblijfsvergunning. Ook in de gemeente Den Haag is bijzondere bijstand voor deze kosten toegekend.

3. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden. De kosten voor een verblijfsdocument zijn namelijk legeskosten, en anders dan in het geval van de deskundigenverklaring zijn dat algemeen voorkomende kosten die eenieder (incidenteel) maakt. Dat legeskosten tot de incidenteel voorkomende algemene noodzakelijke kosten van het bestaan horen, is vaste rechtspraak.1

4. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet. In het besluit van 4 juni 2020 staat namelijk dat legeskosten in principe niet in aanmerking komen voor bijzondere bijstand, maar dat de bijzondere bijstand uit coulance eenmalig wordt toegekend en dat daar geen verdere rechten aan ontleend kunnen worden. Het besluit van 5 november 2021 moet volgens het college worden aangemerkt als een incidentele misslag. Het gelijkheidsbeginsel strekt niet zo ver dat een bestuursorgaan gehouden is om een gemaakte fout te herhalen.

5. Dat in de gemeente Den Haag bijzondere bijstand is toegekend voor de kosten van een nieuw verblijfsdocument, kan ook niet leiden tot een geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel. Het beleid van een bepaalde gemeente hoeft namelijk niet te worden toegepast in een andere gemeente. De Participatiewet voorziet immers in gedecentraliseerde uitvoering, zodat de mogelijkheid bestaat dat gemeenten er verschillend uitvoering aan geven.

6. Het beroep is ongegrond. [eiseres] krijgt dus geen gelijk.

7. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. G.W.J. Harten, rechter, in aanwezigheid van
mr.R. Camps, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 april 2022.

griffier

rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

1 Zie daarvoor bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 12 december 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:4325.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.