2.1.
Vergunninghouder is een projectontwikkelaar en is de eigenaar van de panden aan de [adres] en het daarachter gelegen binnenterrein en erfpachter van het pand aan de [adres] . Hij wil het geheel herontwikkelen tot een culturele club met twee cafés en zes woningen. Daarvoor moet worden gesloopt, gebouwd en op meerdere punten afgeweken van het bestemmingsplan.
2.2.
VVAB is een organisatie die zich inzet voor onder meer het behoud van de historische bebouwing en stedenbouwkundige structuur in de Amsterdamse binnenstad en het bevorderen van een goed woon-, werk- en verblijfsklimaat.
2.3.
[verzoeker II] woont in de woning aan de [adres] , direct gelegen naast de projectlocatie.
3. In het bestreden besluit heeft verweerder aan vergunninghouder een omgevingsvergunning verleend voor het uitvoeren van het project. De vergunning is verleend voor de volgende activiteiten:
- -
het bouwen van een bouwwerk;
- -
het gebruik van gronden of gebouwen in strijd met het bestemmingsplan;
- -
het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een beschermd monument;
- -
het slopen van een bouwwerk in een beschermd stadsgezicht.
Het project is op acht punten in strijd met het bestemmingsplan Zuidelijke Binnenstad:
- -
Culturele horeca (horeca 6) op het binnenterrein en in de panden [adres] ;
- -
Café (horeca 3) op de begane grond van de panden [adres] ;
- -
Ondergrondse bebouwing in één en twee kelderlagen;
- -
Bouwdiepte [adres] ;
- -
Bouw- en goothoogte [adres] ;
- -
Bouw- en goothoogte [adres] ;
- -
Dakterras [adres] ;
- -
Dakterras [adres] .
4.1.
VVAB vreest voor schade aan de omliggende monumentale panden. De bodemkwaliteit is onvoldoende onderzocht, waardoor niet duidelijk is of de paalfunderingen van de omliggende panden niet beschadigd zullen raken bij het aanleggen van de kelders door vergunninghouder. Ook moeten er duidelijke eisen worden gesteld aan de zetting van de omliggende panden. Het kan niet de bedoeling zijn dat de eigenaars van de omliggende panden straks hun fundering moeten herstellen als gevolg van dit project.
4.2.
Verder voert VVAB aan dat het bebouwen van het binnenterrein onevenredige gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat van de omwonenden. Er wordt daglicht, zonlicht, lucht en privacy weggenomen. Daarnaast verstoort de afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van horeca de balans in de binnenstad nog verder. Verweerder heeft onvoldoende gemotiveerd waarom het vestigen van een club in een toch al overbelast stukje stad een goed idee zou zijn. Het beleid van verweerder is juist gericht op spreiding van overlastgevende horeca. Ook is er geen goede oplossing voor het fietsparkeren.
4.3.
Daarnaast voert VVAB aan dat de binnenstad een beschermd stadsgezicht is en dit gedeelte een bufferzone is van het Unesco-erfgoed. Het overschrijden van de maximale bouwhoogte vormt een aantasting van de stedenbouwkundige structuur. Verder vormt het verlenen van de omgevingsvergunning een beloning voor de illegale sloop van het pand [adres] , waarvoor een herbouwplicht is opgelegd, en leidt het tot de onnodige sloop van het pand [adres] . VVAB vreest voor precedentwerking. Ten slotte is er in 2015 een negatief advies over het bouwplan gegeven door de Dienst Ruimte en Duurzaamheid. Het plan is sindsdien niet wezenlijk veranderd.
Standpunt van [verzoeker II]
5. [verzoeker II] heeft vooral bezwaar tegen de toekomstige bouwhoogte van het pand [adres] . Dit pand is direct gelegen tegen de achtergevel van zijn woning aan het adres [adres] en zal zonlicht, daglicht, uitzicht en privacy wegnemen. Deze gevolgen zijn onevenredig. Het dakterras van [adres] komt op een plat dak grenzend aan de woning van [verzoeker II] en er zal daardoor op korte afstand inkijk in zijn slaapkamer zijn. Er is geen goede ruimtelijke onderbouwing voor de bouwhoogte van [adres] en er heeft geen belangenafweging plaatsgevonden. Daarnaast vreest [verzoeker II] dat de kelder nadelige gevolgen zal hebben voor de grondwaterstand en de fundering van zijn woning.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
6. De voorzieningenrechter stelt vast dat de omgevingsvergunning is verleend voor een ingrijpend bouwplan, dat op meerdere punten fors afwijkt van de bepalingen in het bestemmingsplan, met name wat betreft de bouwhoogte en het gebruik als grootschalige club/horecagelegenheid. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan niet zonder meer worden gezegd dat de ruimtelijke onderbouwing voor deze afwijkingen voldoende gemotiveerd is.
7. Verder betrekt de voorzieningenrechter in zijn oordeel dat vergunninghouder al sinds 2014 dit bouwplan probeert te realiseren, waardoor de urgentie om nu direct met de uitvoering van het bouwplan te beginnen niet evident is. Daar komt bij dat de behandeling van de beroepen van VVAB en [verzoeker II] op 13 juni 2022 op zitting door de meervoudige kamer kunnen worden behandeld, samen met twee andere beroepen tegen het bestreden besluit.
8. Gelet op deze omstandigheden wegen de belangen van VVAB en [verzoeker II] bij het schorsen van de omgevingsvergunning zwaarder dan het belang van vergunninghouder om direct met de uitvoering van zijn bouwplan te beginnen. De voorzieningenrechter zal daarom de verzoeken om een voorlopige voorziening toewijzen en bepalen dat het bestreden besluit wordt geschorst tot de uitspraak op de beroepen van VVAB en [verzoeker II] .
9. Omdat de voorzieningenrechter de verzoeken toewijst, moet verweerder de door VVAB en [verzoeker II] betaalde griffierechten vergoeden. De voorzieningenrechter veroordeelt verweerder in de door [verzoeker II] gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 1.518,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting, met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1). Door VVAB zijn geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten gesteld.