3.1.
[eisers] c.s. vorderen, na vermeerdering van eis en deels samengevat, voor zover wettelijk toelaatbaar uitvoerbaar bij voorraad, als volgt:
ten aanzien van de stichting:
a. de bank te veroordelen tot het op gebruikelijke wijze voortzetten van de bankrelatie met de stichting, onder meer door:
i. haar Particulier Rekening Courant ongewijzigd in stand te houden;
ii. de daarbij behorende betaalpas geactiveerd te houden en de toegang tot internetbankieren in stand te houden;
iii. haar Zelf-Beleggen-Plus effectendepot ongewijzigd in stand te houden; en
iv. haar Effectenkrediet Zonder Limiet ongewijzigd in stand te houden;
te verklaren voor recht dat er thans geen grond bestaat voor de bank om de bankrelatie met de stichting op te zeggen;
te verklaren voor recht dat er thans geen grond bestaat voor de bank om de stichting op te nemen in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers van de bank, althans dat er geen grond bestaat voor de bank om de stichting op te nemen in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers van de bank voor een periode langer dan een jaar, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn;
de bank te veroordelen om de stichting uit het IVR, de CAAML-lijst en soortgelijke registers te (laten) verwijderen en hieruit verwijderd te houden, althans enige registratie(s) in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers te beperken tot een jaar, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn;
de bank te veroordelen tot betaling aan de stichting tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een vergoeding voor de door de stichting geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en vermeerderd met rente;
ten aanzien van [eiser 2] :
de bank te veroordelen om [eiser 2] uit het IVR, de CAAML-lijst en soortgelijke registers te (laten) verwijderen en uit het IVR verwijderd te houden, althans enige registratie(s) in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers te beperken tot een jaar, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen termijn;
te verklaren voor recht dat er thans geen grond bestaat voor de bank om (de persoonsgegevens van) [eiser 2] op te nemen in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers van de bank, althans dat er geen grond bestaat voor de bank om [eiser 2] op te nemen in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers van de bank voor een periode langer dan een jaar, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn;
de bank te bevelen het verzoek, strekkende tot het niet in het IVR, de CAAML-lijst en soortgelijke registers verwerken van de persoonsgegevens van [eiser 2] , alsnog toe te wijzen, althans de bank te bevelen de persoonsgegevens van [eiser 2] uit het IVR, de CAAML-lijst en soortgelijke registers te (laten) verwijderen en verwijderd te houden, althans een passende voorziening te treffen die recht doet aan het belang van [eiser 2] om zijn persoonsgegevens niet in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers verwerkt te hebben;
de bank te bevelen zich te onthouden van het verwerken in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers van de persoonsgegevens van [eiser 2] , en voor zover enige persoonsgegevens van [eiser 2] reeds in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers zijn of worden verwerkt, de bank te bevelen deze verwerking van persoonsgegevens te staken, althans te bevelen dat enige registratie(s) in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers moet(en) worden beperkt tot een jaar, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn;
de bank te veroordelen tot betaling aan [eiser 2] tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een vergoeding voor de door [eiser 2] geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en vermeerderd met rente;
ten aanzien van [eiser 3] :
de bank te veroordelen om [eiser 3] uit het IVR, de CAAML-lijst en soortgelijke registers te (laten) verwijderen en uit het IVR verwijderd te houden, althans enige registratie(s) in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers te beperken tot een jaar, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn;
te verklaren voor recht dat er thans geen grond bestaat voor de bank om (de persoonsgegevens van) [eiser 3] op te nemen in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers van de bank, althans dat er geen grond bestaat voor de bank om [eiser 3] op te nemen in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers van de bank voor een periode langer dan een jaar, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn;
de bank te bevelen het verzoek, strekkende tot het niet in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers verwerken van de persoonsgegevens van [eiser 3] , alsnog toe te wijzen, althans de bank te bevelen de persoonsgegevens van [eiser 3] uit het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers te (laten) verwijderen en verwijderd te houden, althans een passende voorziening te treffen die recht doet aan het belang van [eiser 3] om haar persoonsgegevens niet in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers verwerkt te hebben;
de bank te bevelen zich te onthouden van het verwerken in het IVR, de CAAML-lijst en soortgelijke registers van de persoonsgegevens van [eiser 3] , en voor zover enige persoonsgegevens van [eiser 3] reeds in het IVR, de CAAML-lijst en soortgelijke registers zijn of worden verwerkt, de bank te bevelen deze verwerking van persoonsgegevens te staken, althans te bevelen dat enige registratie(s) in het IVR, de CAAML-lijst en/of soortgelijke registers moet(en) worden beperkt tot een jaar, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn;
de bank te veroordelen tot betaling aan [eiser 3] tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een vergoeding voor de door [eiser 3] geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en vermeerderd met rente;
ten aanzien van [eisers] c.s.:
de bank te veroordelen tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een vergoeding van de (daadwerkelijk) gemaakte buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met wettelijke (handels)rente,
de bank te veroordelen tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een vergoeding van de kosten van de dagvaardingsprocedure en de met de dagvaardingsprocedure samengevoegde verzoekschriftprocedure, vermeerderd met wettelijke rente;
de bank te veroordelen tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een vergoeding van nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.