4 Bewezenverklaring
Verwerping beroep op eendaadse samenloop
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde op het standpunt gesteld dat sprake is van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55, eerste lid, Sr. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de door verdachte gepleegde identiteitsfraude volgt uit de feitelijke handelingen die in de belaging zijn geïncorporeerd. Daarnaast beogen beide strafbaarstellingen de persoonlijke levenssfeer te beschermen.
De rechtbank verwerp dit verweer en overweegt daartoe als volgt. De rechtbank is van oordeel dat de bewezenverklaarde gedragingen van verdachte niet het in de rechtspraak van de Hoge Raad vereiste samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren dat verdachte daarvan in wezen één verwijt kan worden gemaakt1. De rechtbank is van oordeel dat de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten wezenlijk verschillende verwijten opleveren, omdat de door verdachte verstuurde berichten grotendeels hebben plaatsgevonden zonder gebruik van het door hem op naam van aangeefster aangemaakte Facebook account, terwijl deze identiteitsfraude ook los van de belaging had kunnen plaatsvinden. De strekking van beide strafbepalingen loopt bovendien meer dan enigszins uiteen, omdat artikel 285b Sr zich richt op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van personen, terwijl artikel 231b Sr het rechtsbelang van maatschappelijk vertrouwen in identificerende, niet zijnde biometrische persoonsgegevens beoogt te beschermen.
De rechtbank vindt – op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen waarin de redengevende feiten en omstandigheden zijn vervat – bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 29 oktober 2021 tot en met 1 januari 2022 te Amsterdam, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door voornoemde [slachtoffer] via verschillende social media accounts
77 berichten te sturen, waarin hij voornoemde [slachtoffer] bedreigt met de woorden "who are you spreading your legs for this weekeind? Slut. I will not let anyone have you so if i ever find out I'd be reeeally careful if i were you, cause i will track you down. This won't end pretty for either of us so don't get too comfortable" en "I'll ruin your life for what you did (and DIDN'T)" en "You'll never escape me after the games you played with me. And if destroying you is the only way to get close to you again I'll do just that", met het oogmerk voornoemde [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen;
2.
in de periode van 29 oktober 2021 tot en met 1 januari 2022 te Amsterdam, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten de naam van [slachtoffer] , heeft gebruikt, door deze persoonsgegevens ter beschikking te stellen aan Facebook, ten behoeve van het aanmaken van een social media account op naam van voornoemde [slachtoffer] , met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
2.
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 6 (zes) maanden en beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, te weten 3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zich binnen 5 dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis meldt bij de Reclassering Inforsa op het adres Vlaardingenlaan 5 in Amsterdam. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
- zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrisch toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat verdachte zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met [slachtoffer] , geboren op
[geboortedatum] , heeft of zoekt zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
- meewerkt aan het verrichten van dagbesteding, indien dit door de reclassering wordt geïndiceerd.
Geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen.
Legt op de maatregel dat de veroordeelde voor de duur van 3 (drie) jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] .
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 14 (veertien) dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, tot een maximum van 6 (zes) maanden.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich belastend zal gedragen jegens een bepaald persoon, beveelt de rechtbank, gelet op artikel 38v, vierde lid, Sr, dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
- Apple iPhone 7, zwart (g6138303);
- Samsung, zwart (g6138304);
- Apple iPhone 7, wit (g6138305);
- Apple iPhone XS, wit (g6138308).
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij genoemd vonnis van 15 september 2021 van deze rechtbank in de zaak met parketnummer 13/335020-21, namelijk 1 (één) maand en bepaalt dat de gevangenisstraf zal worden vervangen door een taakstraf van 120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen.
Heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A. Overbosch, voorzitter,
mrs. J. Thomas en A.R. Vlierhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Tal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 juli 2022.